Alain blogt op de motor

Powered by Honda and BMW

 

https://world-schools.com/wp-content/uploads/2018/02/Best-Kiev.jpg

 

2011 Oekraïne

De vuurdoop – Oekraïne

 

 

De aanloop

Morgen gaat het gebeuren: met de moto naar Oekraïne; 7000km gespreid over drie weken. Mijn oorspronkelijk plan zag er evenwel anders uit.

Reeds meer dan dertig jaar droom ik om ooit Parijs-Peking af te leggen op de moto. Dit onwezenlijk plan kwam iets dichterbij toen Stien Van Hevele mij vertelde over de reis van zijn vriend Piet Stolk naar Vladiwostok en terug. Die deed de trip op een Honda Transalp (2 x 18.000km). Via mijn eigen vriend Google kwam ik Piet Stolk snel op het spoor, en in zijn zog kwam ik terecht op de website van Ride-on-Motortours.

Zo helemaal ineens voor een aantal maanden weg naar het andere eind van de wereld zag ik evenwel nog niet zitten, maar op de website viel mijn oog algauw op een trip naar Oekraïne in twee weken. Spijtig genoeg viel deze reis in de tweede helft van april, en leken veertien dagen mij wel wat kort.

Niet getreurd, vriend Google goochelde al snel een alternatief met Motortrails tevoorschijn: een met volgwagen begeleide reis naar Oekraïne in drie weken, en ditmaal eind mei.

 

oek-route

 

Op de voorbereidende vergadering in Amsterdam in februari schrok ik wel even toen ik daar Luc en Caroline aantrof. Ik had Luc hoogstens eens langs de neus weg uitnodigend verteld over mijn plannen, maar nadien niets meer van hem vernomen… tot die dag.

 

 

En nu op reis.

 

Dag 1 min 2 (donderdag 19 mei 2011): Watervliet – Nordhausen

600km

De laatste loodjes worden ’s morgens afgelegd en eindelijk is het zover. Om halfelf laat ik Watervliet achter mij en tuf ik naar Duitsland. Er valt een lichte motregen, het is eerder fris.

Het is met een klein bang hartje dat ik in Kaprijke de snelweg op ga. Voor het eerst ga ik met een Transalp op reis. De Transalp, nochtans alom geprezen, boezemt mij nog weinig vertrouwen in. Natuurlijk zit zijn hoge leeftijd hier voor iets tussen: 17 jaar. Ik kocht de Transalp van mijn buur, toen deze het wegens ziekte niet meer zag zitten om nog moto te rijden. Toen mijn buur deze moto net zelf gekocht had, deed ik reeds het aanbod de moto over te kopen in geval die ooit van de hand gedaan werd. Deze moto vergt wat meer stuurvaardigheid dan de GS, maar doet voorlopig zijn werk naar behoren. Het grote voorwiel en de grote Givi-zijkoffers verminderen de stabiliteit vanaf 120km/u.

Mijn gedachten gaan naar mijn BMW GS1200: die staat dus thuis op stal. De GS, hoe onovertroffen ook,  vind ik te zwaar en te broos voor de slechte wegen van de vroegere Sovjetstaten. Hij zit bovendien boordevol elektronica, en BMW-Assistance is er nog niet buiten de grenzen van de EG.

Algauw richt ik mijn aandacht weer op de Transalp en op de weg; in Antwerpen is het reeds opgehouden met regenen, en dat voelt al heel wat aangenamer aan.

Ik vertrek twee dagen eerder om de dagetappes te beperken en om onderweg Dresden te bezoeken. Dresden ligt op de weg naar Rudnik. In 1993 ontmoette ik op mijn eenzame reis naar de Noordkaap een Duits echtpaar uit Dresden dat mij warm maakte voor een bezoek aan hun geboortestad. Sindsdien is een bezoek aan Dresden altijd als een waakvlammetje blijven sluimeren in mijn achterhoofd.

Zowat elk uur neem ik een pauze. Het Ruhrgebied is de hardste noot om te kraken. Veel vrachtverkeer, smalle wegen, maar gelukkig veel afwisseling, hetgeen de aandacht levendig houdt. In de namiddag wordt het warmer. Ik bereik Rodishain omstreeks halfzeven ’s avonds.

 

rudishain

 

Ik zit hier nu aan de zuidflank van het Harzgebergte, net boven Nordhausen. Oost-Duitsland lijkt mij in niets te verschillen van de rest van Duitsland: alles is hier netjes en ‘ordentlich’. Het hotel is gebouwd in een hoeve, gelegen aan een oude watermolen. In de zwemvijver van het hotel zitten een aantal brulkikkers. Ik hoop dat die mij geen slapeloze nacht zullen opleveren.

Het avondmaal is lekker: het voorgerecht bestaat uit een slaatje met gemarineerde Harzkaas. Daarna volgt een grote forel met peterseliekartoffeln. Aardbeien met sabaillon vormen het toetje.

Als afsluiter maak ik een wandeling doorheen het nabijgelegen dorp. Onderweg bel ik naar het labo in Evergem, en vervolgens naar een vijftal patiënten om hun medicatieschema te bevestigen of desgevallend aan te passen. Nu kan mijn vakantie écht beginnen. Het is zacht en helder buiten, maar er is geen kat meer op straat.

Terug in het hotel kruip ik in bed en val om halftien in slaap.

 

 

Dag 1 min 1 (vrijdag 20 mei 2011): Nordhausen – Dresden

250km

4 uur – het is nog donker. Een koffie brengt mij tot mijn positieven en ik begin aan het ordenen van de gegevens op mijn lappetoppeke, zodat ik er de komende weken vlot mee voort kan.

Om halfacht krijg ik een uitgebreid ontbijtbuffet geserveerd. Ik proef hier voor het eerst van een heel bijzondere huisbereide bloesemmarmelade. Een streling voor neus en tong. Je reist om te leren.

En nu op naar Dresden.

De ganse voormiddag hangt er een lichte nevel over het landschap. De hemel is melkblauw en af en toe wat bewolkt. In het vlakke landschap zijn de terrils de stille getuigen van een bewogen industrieel verleden.

 

dscn4723

 

Na wat omzwervingen weg van de autostrade beland ik uiteindelijk in Dresden. Het is doef.

Het hotel net buiten de stadskern is modern en kraaknet, maar het ademt de sfeer uit van das communismus. Ik krijg al gauw gelijk: het is pas 14u, en inchecken kan pas vanaf 15u. Met deze boodschap hebben de twee lieve receptionistes nu al hun handen vol. Dan maar een stadrondritje op de moto met een stop aan de toeristische dienst.

Het inchecken in het hotel gaat vlot, maar ik krijg niet de hotelkamer welke ik gereserveerd had: er is geen badkamer noch toilet op de kamer. Op voorleggen van mijn reservatie krijg ik de helft van de betaalde prijs terug, omdat er geen kamers met badkamer meer beschikbaar zijn. (Achteraf krijg ik nog eens 50 Euro terug van booking.com, zodat ik aan deze overnachting nog geld overhoud.) Dan wat verfrist, omgekleed, en hop, de straat over en de Altstadt in voor een wandelingetje van zes uur.

De oude binnenstad is indrukwekkend: oud en nieuw door elkaar, met opvallend brede straten en grote pleinen, en een drukte van jewelste. Hier en daar grote bouwwerven. De beschrijving van de architectuur laat ik over aan de reisgids. Ik bezoek zowat alles wat te zien is, met inbegrip van het transportmuseum, waar een heel mooie collectie oude moto’s te zien is.

 

dscn4760

 

De barokke Frauenkirche is hét pronkstuk van Dresden. Ze gebouwd als een lutherse kerk, met toestemming van de katholieke keurvorst, als symbool van religieuze verdraagzaamheid.

De Augustusbrücke over de Elbe brengt mij in de Neustadt. Die is lang niet zo nieuw als de naam wel laat uitschijnen, en algauw dwaal ik door de kleine straatjes en binnenkoertjes, vol winkeltjes en restaurantjes. Hier en daar nog wat Oost-Duits roest en brokkelend beton.

Op een mooi binnenkoertje naast de theatersociëteit bestel ik mijn avondmaal: Oost-Duitse asperges, met Oost-Duitse kartoffeln, een gemengd slaatje en Hollandse saus: het ziet er mooi en verzorgd uit. Het smaakt, maar dan toch niet naar meer. Bij ons is dat tóch wat beter. Het binnenkoertje dient ook als doorgang tussen verschillende straten en ik heb dus voldoende te bekijken.

En dan terug naar het hotel; het gaat nu al wat trager. De ondergaande zon hult het oude centrum in een warme gloed.

 

dscn4816

 

Een Dixieland-bandje op de Bruhlse Terrasse zorgt voor de ambiance. Ik blijf even luisteren en loop dan weer verder. De straten lopen al wat leeg, maar de terrasjes rond de Frauenkirche zitten nog bomvol. Ik laat ze achter mij en sleep mij vermoeid voort naar mijn eenzame hotelkamer. In het brede zachte bed ga ik de zoete nacht in.

Plots omstreeks 23 uur waan ik mij ergens in de tweede wereldoorlog; zijn ze Dresden nu opnieuw aan het bombarderen? Een blik uit mijn raam toont mij een spetterend vuurwerk, vermoedelijk aan de oevers van de Elbe.

 

 

Dag 1 (zaterdag 21 mei 2011): Dresden – Rudnik (CZ)

250km

Om 5 uur word ik wakker. Ik heb goed geslapen. Er is reeds volop licht buiten. Om halfzeven sta ik gepakt en gezakt en ga eerst ontbijten. Een enorm buffet, voor mij alleen. Ik zie zelfs geen personeel. Ik start met een enorme roomkoek, en doe moedig verder, maar slaag er uiteindelijk toch niet in om in al het andere lekkers eens mijn tanden te zetten.

Om 7 uur trek ik er weer op uit in Dresden. De lege stad baadt in de ochtendzon. Het doet mij denken aan ‘Paris s’éveille’ van Jacques Dutronc, maar daar houdt de gelijkenis op. Ik bevind mij dan ook in de heimat van Luther, barok en rococo.

 

dscn4855

 

Geleidelijk loopt de stad vol. Om tien uur gaat alles open en kun je weer over de koppen lopen.

Om twaalf uur hou ik Dresden voor bekeken en spring op mijn stalen ros… euh, stalen knol. Ik kies de leuke route langs de Elbe en rijd zonder enige grenscontrole Tsjechië binnen. Wat een contrast met Duitsland, wat een treurnis alom. Het mooie weer weegt niet op tegen de droefheid, het verval, en de zwaaiende piepjonge meisjes in bikini. Even verder een vrachtwagen aan de kant van de weg…

In Decin stap ik af bij een bankautomaat van de Tsjechische KBC. Tsjechië maakt geen deel uit van de Europese muntunie, en dus heb ik Tsjechische Kronen nodig. Mijn Maestrokaart blijkt niet te werken. Ik zie enkele meters verder een andere bank. Een Duitser staat daar ook maar te proberen en opeens zegt hij in paniek dat zijn kaart opgeslokt is. Het is zaterdag en de bank is natuurlijk dicht. Ik besluit mijn kaart niet in die slokop te steken en rij weer verder.

Voor het eerst deze reis kom ik massa’s moto’s tegen, die op deze mooie zaterdag Bohemen doorkruisen. Er is hier en daar veel verkeer; de wegen zijn even slecht als bij ons. Tsjechië heeft nog een lange weg af te leggen.

Omstreeks halfzes bereik ik het kleine familiepension in Rudnik, op de zuidelijke flanken van het Reuzengebergte, het hoogste gebergte van Tsjechië. Luc en Caroline zijn net toegekomen. Ook zij hebben de tussenovernachting halverwege in Duitsland gemaakt, maar een dag later dan ik. Caroline is hier aangekomen met een langzaam lek lopende band. Terwijl Louis en Luc het lek dichten met een rubber tap, smeer ik nog even de ketting van mijn motor nu die nog warm staat. Even later zijn we voltallig en schuiven we binnen aan tafel aan: Goulash met kneudeln.

Na het avondmaal volgt de briefing door Louis.

 

dscn4945

 

Rond elf uur ga ik slapen.

 

De groep:

7 deelnemers + 1 begeleider

Louis is onze begeleider. Getrouwd, opa, hij is 62 maar lijkt wel 72, 40 jaar getrouwd en blij dat hij er nu en dan op uit kan, samen met de andere jongens. Hij is gepensioneerd beroepsmilitair, en fervent verzamelaar van Moto Guzzi’s. Hij volgt ons op deze reis in een soort Landrover, met achterin de bagage en een spiksplinternieuwe opgevouwen mototrailer.

 

landrover

 

Willy (63) en Yvette (64) wonen in Heusden-Zolder. Beide zijn net gepensioneerde licentiaten wiskunde (na een carrière hoger secundair onderwijs). Ze rijden samen op een Honda Goldwing 1800cc. Ze hebben 4 zonen: één is huisarts in Herk-de-stad, verder twee burgerlijk ingenieurs en een bio-ingenieur.

Jerry (tussen 60 en 63) komt uit Hengelo. Hij woont al heel lang samen met zijn vriendin en is net op pensioen. Hij werkte vroeger in een brouwerij. Hij rijdt met een grijze BMW 1150 GS. Naar eigen zeggen is dit zijn laatste motortrip.

Edwin (42) is een vrijgezel uit Almelo. Hij maakt de reis met een Honda 900 Hornet. Heel belezen.

Luc en Caroline zijn beide 49. Zij hebben elk hun eigen (ultra)sportieve Yamaha.

Ikzelf: ik rij op een oude Honda Transalp van 1994 welke ik speciaal voor deze reis (en eventueel volgende reizen) kocht.

 

 

Dag 2 (zondag 22 mei 2011): Rudnik – Jesenik

230km

Alweer 5 uur. Het enige geluid dat ik vannacht hoorde was een lief klingelend kerkklokje om het uur. Hoe verder we naar het Oosten opschuiven, hoe eerder het licht wordt.

Ik maak na tientallen motoreizen voor het eerst een reisverslag, een tijdrovend klusje, en vraag mij af hoelang ik dit ga volhouden.

Om 8 uur ontbijt: goed verzorgd en lekker. Wanneer de motoren klaarstaan wordt een groepsfoto gemaakt. Dit gebeurt aan het begin van de reis omdat er dan nog niemand afgevallen is…

 

dscn4948

 

Rond 9 uur vertrekken we. Even een tankstop in Trutnov en dan verder naar Adrspach. Daar maken we een urenlange wandeling tussen torenhoge rotsformaties. Door erosie zijn de zachtere delen en lagen weggesleten zodat de hardere delen als zuilen het typische landschap vormen. Zwetend en uitgeput bereiken we om twaalf uur de moto’s. We trekken naar de kantine naast de parking. Met een gepeperd maaltijdsoepje kom ik weer op adem. We dwarsen het adelaarsgebergte langs een vallei, en bereiken Nachod. Op het marktplein drink ik een cappuccino. Midden op het grote verlaten plein staat een grote kerk. De twee brede torens zijn bedekt met houten pannen. Twee pestzuilen dienen als sokkel voor enorme beelden. Ten westen van het marktplein rijst een immens kasteel op.

We laten dit alles achter ons en komen een kwartiertje later aan in Nove Mesto nad Metuji. Het marktplein staat bomvol auto’s, de vele terrasjes zitten vol. Luc en ik gaan op stap naar een mooi kasteel terwijl Caroline bij de moto’s waakt en een sigaretje opsteekt. Het kasteel is als museum ingericht. De foto’s buiten tonen prachtig ingerichte zalen met mooi gedecoreerde gewelfplafonds. We hebben nu geen tijd om dit nog te bezoeken, maar hier kom ik zeker terug. We verkennen de binnenkoer, de terrassen, en een deel van de tuin.

 

dscn5002

 

We moeten verder want we zitten reeds achter op schema. Vanaf nu slingeren we door het grensgebied met Polen, van het ene heuvelland in het andere. Kleurrijke dorpjes wisselen elkaar af. Een prachtige streek om met de moto te rijden. Onderweg zie ik boven op een heuvel een uniek bouwwerk: een oude gerestaureerde kerk met een glazen dak boven op het schip. We bevinden ons hier in Neratov, een gehucht met een vijftal verspreide huizen. Ik stap af en met kleren en helm aan klim ik naar boven met Luc in mijn zog. Ook hij vertoont een bijzondere interesse voor oude gebouwen en hun restauratie. De binnenzijde van de kerk is een welkome beloning voor de afmattende klim. We voelen ons als dwergen in een enorme veranda. Dan afgedaald langs een kerkhofje, hop op de moto, en even later stevenen we af op het Jeseniky gebergte.

Het is ondertussen al 17 uur, en we hebben nog 100 km voor de boeg.

Vele primitieve restaurantjes aan de kant van de weg wekken onze eetlust op. We stoppen bij een mooi zonnig terrasje op de westflank van een bergrug voor een snelle hap.

 

arendsnest

 

Het is daar zo zalig toeven in de warme gloed van de langzaam stervende zon dat de tijd ongemerkt voorbijglijdt. Om 20 uur rijden we dan weer verder en nemen de op één na hoogste bergpas van Tsjechië: de Cervenohorske Sedlo van maar liefst 1013m. De weg is pas vernieuwd en metersbreed. Na wat zoeken bereiken we uiteindelijk ons hotel in het kuuroord Jesenik. We blijven met de ganse groep nog wat nakeuvelen tot bijna 23 uur.

Ik leg mij op mijn bed en maak binnen de enkele seconden een nieuwe reis doorheen dromenland.

 

 

Dag 3 (maandag 23 mei 2011): Jesenik – Terchova (SK)

260km

Alweer om 5 uur wakker. Stijf, pijn, moe. Ik draai mij om en val terug in slaap, maar slechts voor even. Een zelfgemaakte koffie brengt mij bij mijn positieven en ik schrijf meer dan een uur aan dit verslag.

Het ontbijt smaakt, maar bestaat uit een geheel van precies afgemeten porties per persoon. Wat overblijft neem ik mee voor de lunch.

Het is pas tien uur als ik bijna als laatste vertrek. Onderweg monteer ik de camera op mijn moto en zet net aan wanneer Willy en Yvette voorbijglijden met hun rode Goldwing. Ik rijd er al filmend even achter, maar blijf dan achterop en haal de camera er weer af. De beelden blijken achteraf weinig bruikbaar: de camera bibbert teveel.

Even over het weer. Tot nu toe heb ik enkel het allereerste uur van de reis een beetje motregen gehad. Daarna wel hier en daar ergens gepasseerd nadat het fel geregend had. Kortom, tot nu toe zijn de weergoden ons gunstig gezind.

Vandaag was het aanvankelijk wat bewolkt en dreigend, maar algauw steekt de zon de kop op en dat zal zo de ganse dag wel blijven.

De rit vandaag start doorheen het historische Silezie. In Karlova Studanka maak ik een zijsprongetje: dit is een mondain kuuroord met prachtige gebouwen. Hoopvolle of radeloze, meestal oudere, ongezondere, maatje-meer-mensen schuiven aan voor hun dagelijks bekertje wonderwater. De vieze smaak spoelen ze straks wel weg met een copieuze maaltijd.

 

dscn5033

 

In Bruntal loop ik een Penny Market binnen en koop wat brood en Nescafeetjes. Vanaf hier gaat het over het heuvelachtige platteland. Boereleute, langharige koeien en het gele koolzaad in bloei kleuren het landschap. Aan een stuwmeertje even voor Vitkov haal ik mijn picknick boven, en installeer mij op de betonnen balustrade. Net op dat moment komen Luc en Caroline erbij, maar rijden na een korte keuvel even later met hun tweetjes weer weg.

Ik vervolg dan mijn weg doorheen Vitkov richting Koprivnice. Ik rij weer even om en bezoek Stramberk waar ik uiteindelijk mijzelf verwen met een grote sterke espresso. Ik kan die wel gebruiken na de vermoeiend klimtocht doorheen de nauwe straatjes van het dorpje, dat op de flank van een rots gebouwd is.

De korte stop bij het Tatra Techniek Museum is wel heel erg kort: het museum is dicht op maandag. Tatra is één van de oudste automerken van Europa en nog steeds de grote trots van de Tsjechische industrie. In het bescheiden museum zijn erg bijzondere voertuigen te zien. Vooral vrachtauto’s van dit legendarische Tsjechisch automerk worden nog geproduceerd en zijn nog steeds in het huidige straatbeeld te zien.

In Bytci bezoek ik het Sobacny Palace: een bekoorlijk Renaissancepaleisje speciaal gebouwd om huwelijken op te luisteren.

 

dscn5068

 

Dan weer verder naar Roznov, waar het openluchtmuseum van Moravië gebouwd is: te vergelijken met Bokrijk bij ons.

Nu moet ik weer verder. Via het Beskydy gebergte, het meest westelijke deel van de Karpaten, steek ik de grens over en rij Slowakije binnen. Uiteindelijk bereik ik om 18 uur Terchova, een bescheiden, toeristisch dorpje aan de rand van het Mala Fatra Nationaal Park.

Hier blijven we twee nachten. Morgen is het rustdag. Luc en ik bespreken hoe we de dag morgen gaan vullen. Caroline gaat morgen de winkels aflikken en terrasjes doen samen met Yvette en Willy. Ik bestel een kippensoep, varkensmedaillon en gebakken patatjes.

Vandaag slaag ik er voor het eerst in om dit reisverslag te schrijven nog voor het eten opgediend wordt.

 

Dag 4 (dinsdag 24 mei 2011): Terchova – Martin – Terchova

100km

Om 4 uur ’s morgens is er hier al licht. Om zes uur sta ik op, hang mijn uitgedrupte wasgoed op, en ga beneden op het terras wat tokkelen. Luc is ook wat vroeger van de kamer weg om Caroline niet wakker te maken. Vanaf halfacht kunnen we hier ontbijten.

Terchova ligt aan de ingang van de Vratna vallei, het hart van het Mala Fatra Nationaal Park. In het Mala Fatra Nationaal Park kun je geweldig wandelen door smalle kloven en canyons of over bergtoppen van 1600 tot 1700 meter hoog. Voor de liefhebbers!

Caroline en Yvette slapen uit, en nemen later de bus om wat te gaan ‘brassen’ in de nabijgelegen stad Zilina.

Luc en ik zijn ondertussen reeds vertrokken op de motor voor een toertocht rondom het Nationaal Park en bezoeken een bijzonder kasteel in de omgeving, dat van Oravsky Hrad. Dit kasteel diende als decor in de Dracula filmklassieker “Nosferatu” uit 1922.

 

dscn5083

 

Dracula hebben we niet gezien, maar het kasteel was de moeite waard: groot en indrukwekkend, en adembenemend gelegen op een hoge rots.

Twee uur kasteelbezoek tussen massa’s joelende schoolkinderen later rijden we iets zuidwaarts naar Martin. Gaat er al een belletje rinkelen? Martin is een industriestadje met naar het schijnt enkele mooie classicistische villa’s…maar we hebben ze niet gezien. Dan maar verder op zoek naar het grote openluchtmuseum genre Bokrijk. Op de parking staat de auto van Louis.

Het grootste deel van het park wordt afgetrot onder de deskundige leiding van Luc. Zelfs hij heeft hier nog iets nieuws opgestoken in verband met houtconstructies.

Omdat het uiteindelijk toch 16 uur geworden is schrappen we Cismany van het programma en keren langs de kortste weg terug naar het hotel. Die kortste weg blijkt over een brede rivier… maar zonder brug. Bij nader toezien ligt daar gelukkig toch een pontje op ons te wachten.

 

dscn5262

 

De veerman laat ons de brede bak oprijden. Er stond niemand anders te wachten, en hij start onmiddellijk de maneuvers om ons over te brengen, begint aan zijn wieleke te draaien en trekt ons op armkracht, geholpen door de stroming van de rivier, over het water.

Om halfzeven thuis.

 

 

Dag 5 (woensdag 25 mei 2011): Terchova – Bardejov

260km

Om zes uur sta ik op en kijk naar buiten: het is zwaar bewolkt, maar nog steeds droog. Het ontbijt verloopt ontspannen.

 

dscn5266

 

We zetten aan om 9 uur en rijden door de mooie valleien van Liptov, de bergstreek ten westen van de Tatra. Veel zon en een blauwe hemel, maar een koudende snijdende wind. Gelukkig heb ik mij goed gekleed. De anderen stoppen om een Damaarke aan te trekken. De namen van de dorpjes hier beginnen steevast met ‘Liptovski’.

Onderweg is veel te zien. Aan de kant van de weg staat een heuse tank. Je kunt er tegen betaling ritjes mee maken door de velden.

 

dscn5276

 

Vandaag staat vooral in het teken van de Hoge Tatra. De Hoge Tatra is een bergmassief van slechts zo’n 50 km lang maar heeft wel 25 toppen boven de 2500 meter. Het is het hoogste gebergte van de Karpaten en van heel Oost-Europa. In 2004 heeft een zware storm de bossen op de zuidelijke hellingen ernstige schade toegebracht, waarvan het resultaat nog steeds een stempel op het landschap drukt. Nog steeds is het erg zonnig. Enkel de hoogste toppen van de Tatra zitten verborgen in een dikke wolk.

 

dscn5317

 

De weg dwarst bij herhaling een spoorweg, die ook de zuidflank volgt, en nu en dan zien we een pittoreske stoomtrein vergezeld van een enorme stoompluim voorbij tuffen. In Stary Smokovec passeer ik voorbij Villa Klara, een soort hotel waar ik tien jaar terug reeds overnacht heb. Schuin daar tegenover zie ik het bar/restaurant/winkeltje waar we toen elke avond gingen eten, en waar we lekkere Slovaakse kersenlikeur kochten. We verzamelen aan de voet van de gondelbaan naar de top van de Tatra. Een retourtje kost bijna 50 Euro, en we kunnen pas om 15u naar boven en kunnen dan om 18u terug beneden zijn. We besluiten met zijn allen om niet naar boven te gaan.

In Kezmarok (betekent Kaasmarkt) is het kermis. De stad is mooi gerestaureerd en oogt heel wat mooier en vrolijker dan tien jaar terug. Maar toen was het dan ook voortdurend aan het regenen. Kraampjes, podiums en springkastelen verbergen de kleurig gepleisterde gevels.

 

dscn5327

 

Aan de rand van het stadje bezoek ik nog even het versterkt kasteel. Ik kuier hier rustig rond vergezeld van het zalige vakantiegevoel.

Na een uurtje gaat het weer verder oostwaarts door groen heuvelland naar Bardejov.

We verblijven in een ander hotel dan gepland; het wordt nu Hotel Saris.

Louis geeft een uitgebreide briefing over de etappe van morgen: doorheen Polen naar Oekraïne, en dan vooral de grensformaliteiten.

Dan samen een stapje in de wereld: dat blijkt het 15e eeuwse plein van Bardejov, dat er nu nogal verlaten bij ligt. Het grote centrale plein staat sinds 2000 op de Unesco Werelderfgoedlijst, is volledig gerestaureerd en goed onderhouden. Het herbergt achter de mooie façaden uitstekende restaurants.

We kiezen er één uit met een mooi interieur en Italiaans-Slovaakse kaart, en laten ons verwennen.

 

dscn5375

 

Na een ‘ensalata mista’ en een groot bord ‘penne a la Pugliese’ zit ik vol. Het dessertje ‘Heisse Liebe’ op de menukaart, waar ik een uurtje terug naar uitzag, zal voor een volgende keer zijn. Ik zal er vannacht wel van dromen (van de twee bolletjes ijs met frambozenpuree en slagroom welteverstaan! ) De prijzen zijn de goedkoopste van de ganse reis tot nu toe.

Om 11 uur stop ik met tokkelen, en kruip in mijn piere.

 

Dag 6 (donderdag 26 mei 2011): Bardejov – (PL) – Lviv (UA)

315km

Ik ben vroeg wakker vandaag niettegenstaande het late uur gisteren. Om 4 uur is het reeds erg klaar buiten, maar ik slaag er toch in om nog een uurtje verder te slapen.

Om zes uur ga ik de stad nog even verkennen. Geen kat op straat. Toch hoor ik ergens iemand spreken. Ik merk dat het geluid uit een kerk komt. Buiten aan de kerk hangt een luidspreker van waaruit een gesproken mis met af en toe gezangen klinken. Ik voel aan de deur. Ze is open. Geen wonder dat er niemand op straat is: ze zitten hier allemaal binnen. Ik blijf even luisteren en ga weer buiten. Op het grote marktplein zijn een paar straatvegers reeds aan het werk.

 

dscn5385

 

Na nog een toertje kriskras doorheen het oude historische centrum wordt het bijna zeven uur en de mensen komen buiten.

Terug op de kamer mijn spullen bij elkaar gepakt en de moto geladen.

Het ontbijt is erg eenvoudig, maar toch lekker. We zitten in een soort veranda met uitzicht op een grote parking vol met Roma’s. Een of andere ambtenaar met veel papieren geeft de ene na de andere instructies en er worden borstels en schoppen in hun handen gestopt, waarna ze de stad intrekken. Alles wordt zorgvuldig genoteerd.

Omstreeks 9 uur rijden we weg noordoostwaarts naar Lviv in Oekraïne langs een hoekje Polen.

Naar het schijnt, volgens Louis, zijn er een aantal eeuwenoude houten kerkjes (‘kostol’) in de directe omgeving van Bardejov, kerkjes zoals die alleen in de Karpaten voorkomen.

Ik ga op zoek naar de twee houten kerkjes maar vind er er heel wat meer.

 

dscn5410

 

We bereiken al gauw Polen. Op de Slowaaks-Poolse Dukla pas is tijdens WO II hevige strijd geleverd. Russische tanks staan hier en daar nog in het landschap.

Polen is mooi, landelijk, rustig, kneuterig. Je voelt je hier algauw thuis. Net de jaren vijftig bij ons, maar dan met moderne elementen doorspekt.

In het Poolse, ongerepte Bieszczady gebergte stoppen we voor een koffie. We kunnen na wat onderhandelen in Euro’s betalen.

 

dscn5415

 

Ik vertrek als eerste, want ik ben trager dan de rest. Ik zie hen in de verte volgen. Op een bepaald moment besef ik dat ze niet meer volgen. Ik ben vlak bij de grens en ga al aanschuiven in de rij. Ik verzet mijn uurwerken op Oost-Europese tijd: het is plots al 1 uur later. Ik wacht vergeefs op de anderen. Ik sta al 40 minuten aan te schuiven wanneer ik in de verte de groep zie aankomen. Achteraf blijkt dat ze verkeerd gereden waren. Nog eens een half uur later geraak ik voorbij de grens. Ik bespaar u een gedetailleerde beschrijving van de papierkesverleggers en de stempelopheffers.

Van een echte controle is hier geen sprake: zij kennen geen Engels, en ik ken geen Oekraïens. Het eenvoudigste is mij gewoon doorlaten, en dat doen ze dan ook prompt.

Voorbij de douane stap ik af en stop rustig terug al mijn papieren weg, en krijg de eerste indrukken van Oekraïne: een weg vol gaten en putten, maar gelukkig droog en mooi weer.

Ik sta te wachten op de anderen: dat duurt nog minstens een uur. Ik bedenk dat ik straks ook nog eens op hen zal moeten wachten als zij met hun deftige moto’s over deze weg moeten daveren.

Ik stap op de moto en rij al voort; ik kan dan onderweg wat fotootjes nemen.

De weg is niet al te moeilijk: je moet absoluut niet opletten op de putten, de kunst bestaat er in om tussen de putten nog een vlak stukje weg te vinden. Onderweg neem ik ruim de tijd om alles rustig te bekijken.

 

dscn5424

 

De Transalp is wendbaar en heeft voldoende veeruitslag om nu en dan een put zonder problemen te slikken. Een twintigtal kilometer verder wordt de weg beter. Ik blijf rustig zo ’n vijftig meter achter een grote vrachtwagen hangen en bereik een uur later Lviv. Mijn GPS brengt mij rechtdoor tot net tegen het stadscentrum. Ik heb al mijn aandacht nodig om de verheven tramsporen te ontwijken, en de motor recht te houden op de gladde bultige kasseien. Opgelucht bereik ik als eerste zonder builen of kleerscheuren het hotel.

Lions Castle Hotel is luxe naar lokale normen: mooi gelegen en omgeven door een grote tuin. Ik verblijf twee nachten in de Junior Suite.

Ik probeer geld uit een muurkast te halen, maar met mijn gewonde bankkaart lukt het alweer niet. Dan maar met Visa. Ik zal de kosten wel verhalen op de bank, die mij net voor mijn reis verzekerd had dat mijn Maestrokaart in orde was.

We maken kennis met onze Oekraïense gids Jelena: zij is vertaler (geen echte tolk), woont samen met haar vriend en heeft een dochtertje van 6 jaar.

Het Oekraïens is bijna hetzelfde als het Russisch. We leren al gauw dat het tamelijk gemakkelijk is de woorden op de juiste manier uit te spreken: net zoals je het schrijft…in het cyrillisch. De kunst bestaat er dus in om het cyrillisch te kunnen lezen. Dat zal wel al wat oefening vergen. De tweede moeilijkheid is natuurlijk dat ik er alvast zo goed als geen woord van begrijp.

Ik leer algauw dat ‘bjes cjibolje” betekent ‘zonder ajuin’. Nu nog te weten komen wat ‘paprika’ betekent, want ook dat wordt hier graag gegeten.

Vanavond dineren we in ‘Tsjorny Kot’: ‘De zwarte kat’. Het interieur hangt vol mooie schilderijen van zwarte katten.

 

dscn5428

 

Het restaurant oogt heel verzorgd. Uiteindelijk is dit van oorsprong een Poolse stad, en waren het niet de Polen die de Fransen leerden eten met mes en vork?

De menukaart toont een enorme keuze: de kunst is om er iets lekkers uit te halen aan een schappelijke prijs, want de prijzen liggen heel erg uiteen. Ik eet eerst een stoofpotje van aardappelen met champignons en zure room. Daarna een heel lekkere eendenborst met appelsien (mocht wel iets langer gegaard zijn).

 

dscn5434

 

 

Dag 7 (vrijdag 27 mei 2011): Lviv – Verblijf

Vandaag rustdag. Gelegenheid om eens de beentjes te strekken.

L’viv kent duidelijk een hoogstaand cultureel verleden, en je voelt je er algauw op je gemak. De mensen zijn doorgaans heel vriendelijk. Dit zal binnenkort wel een echte toeristische trekpleister worden.

Vriendelijk dat wel, maar de communistische bureaucratie zit er hier en daar nog heel diep in: dat blijkt reeds bij het ontbijt, waar alles terug precies afgemeten is en zorgvuldig genoteerd wordt. Wat een contrast met de uitstraling van de mooie ontbijtzaal.

 

dscn5443

 

Te westelijk voor Oost Europa en te oostelijk voor West Europa heeft deze regio altijd redelijk zijn eigen boontjes kunnen doppen. Maar tegelijkertijd is Lviv met invloeden uit steden als Parijs, Wenen, Krakow of St. Petersburg één van de meest culturele steden van Europa. Lviv is een juweel onder een laag stof. Wat pleisterwerk en een likje verf zouden niet misstaan. Toch is Lviv een stad waar ze inmiddels toeristen gewend zijn, tenminste in de binnenstad.

We trekken samen de stad in, maar met een groep van 9 geraken we niet vooruit, en ik trek er verder alleen op uit. Ik bespaar jullie de details, die vind je ook op internet. Ik verveel me geen moment, en dweil gans de stad af.

 

dscn5580

 

Hier wil ik nog wel eens weerkeren. Lviv hééft het !

Om halfzeven kom ik terug in het hotel, en bestel een slaatje, in mosterd gemarineerde kip, en rijst met groenten.

 

 

Dag 8 ( zaterdag 28 mei 2011): Lviv – Rivne

265km

Verschrikkelijk stijf opgestaan, maar na een zelfgemaakte koffie en een warme douche zijn alle pijntjes verdwenen.

Om 8 uur ontbijt en om 9 uur spring ik op de moto. Ik draag al mijn bagage mee in de koffers van mijn Transalp. Mijn reisgenoten zijn uitgerust met zware valiezen, die ze eerst nog in de koffer van de Landrover moeten stouwen.

 

dscn5581

 

We geraken vlot uit de stad en rijden terug verder oostwaarts.

Volgens de brochure zien we nu de Oekraïne en de Oekraïeners pas echt op hun aller puurst. Glooiende velden, slingerende riviertjes en uitgestrekte bossen. Schijnbaar norse, maar eerder voorzichtig terughoudende mensen. We mijden waar mogelijk de hoofdwegen omdat deze vaak druk en slecht zijn. Via lokale wegen kunnen we meer genieten van wat de regio ons voorschotelt.

‘Gaandeweg’ verbetert de weg en na een tijdje belanden we in een heel druk stadje, Zolochiv: het lijkt hier wel het Midden-Oosten of Turkije.

 

dscn5584

 

We gaan op zoek naar het bastion, met daar binnenin twee mooi gerestaureerde kasteelgebouwen. Luc en ik bezoeken het grootste en zijn daar algauw een uur zoet mee. We treffen er ook Louis en onze gids Jelena.

 

dscn5593

 

Een koffietje op een terras dichtbij de zaterdagmarktdrukte brengt ons algauw bij 11 uur: hoogtijd om de weg verder te zetten.

Even verder in Pidhirski staat een grote ronde kerk: een indrukwekkend gebouw met ovaal grondplan en Romeinse tempel aandoende zuilen. Dit is een Rooms Katholieke bedevaartsplaats waar vele gehandicapten met hun rolwagen naar toe komen. Zo van dat soort waar je met nieuwe banden op je rolstoel naar buiten rijdt en de versleten banden aan een haak in de kerk blijven hangen.

Rechtover de kerk een kasteel met enorme oprijlaan. We laten dit alles al snel achter ons.

De volgende stop is het indrukwekkend bedevaartsoord in Pochaiv: dit wordt hier een Lavra genoemd, dus Pochaiv-Lavra. Na het Petsjersk-Lavra in Kiev is dit het belangrijkste klooster van de Christelijk Orthodoxe kerk.

Veel glitter en devotie. De schrik voor Hel en Vagevuur zit er diep in…

 

dscn5620

 

Op weg naar Kiev overnachten we in de provinciale industriestad Rivne.

Hotel Marlene is een bijzonder hotel: behalve de vriendelijke receptioniste niet echt gastvrij aanvoelend, maar wel goed ingericht, kitscherig luxueus, en, mét casino. We kunnen er niet eten omdat het restaurant afgehuurd is voor een party.

Dan maar te voet, twee kilometer verder, naar het dichtstbijzijnde restaurantje, waar we goed bediend worden op een rustige veranda. De horeca is hier doorgaans heel erg klantvriendelijk.

Terug aangekomen bij het hotel is de party volop aan de gang. Dat belooft voor deze nacht.

Op mijn kamer val ik echter onmiddellijk in slaap.

 

 

Dag 9 ( zondag 29 mei 2011): Rivne – Kiev

375km

Vijf uur. Ik heb wel goed geslapen, maar ben nog te moe en sluimer nog tot zes uur.

Om zeven uur ontbijten we in het restaurant beneden. We krijgen hier een beter idee van wat zich hier vorige nacht afspeelde. Sommige reisgenoten deden bijna geen oog dicht: die party duurde tot halfvijf ’s morgens. Ik doe een poging om het even na te spelen, maar dan iets zediger welteverstaan…

 

dscn5637

 

Vandaag een lange etappe: 375km. Via het platteland, door uitgestrekte bossen en via lokale binnenwegen en kleine dorpjes eerst naar Zhytomir en dan naar Kiev.

Vertrek omstreeks 9 uur. De streek is vergelijkbaar met Vlaanderen, maar dan in het groot. De wegen lijken heel vertrouwd. Langs de weg zien we vaak grote kreken. Toch zijn dit geen kreken, maar rivieren. Doordat het land zo vlak is stroomt het water zo traag dat waterplanten niet meegesleurd worden met het water.

Onderweg moet ik tanken. De pompist loopt ongeïnteresseerd naar zijn bureau terwijl ik aan de pomp wacht. Ik ga uiteindelijk naar hem en vraag of ik nafte kan krijgen. Ik krijg wat barse onverstaanbare woorden terug. Gelukkig komt daar net een meisje met een scooter tanken: zij stopt hem wat geld in de hand, hij rommelt wat achter zijn bureau, en zij kan onmiddellijk tanken.

Ik haal 100 Grivna’s (ongeveer tien Euro) te voorschijn en stop het hem in de handen. Ook ik kan nu ongeveer tien liter nafte tanken. Na het tanken bestel ik nog een frisko, en terwijl ik die opeet komt hij nu toch plots wat meer geïnteresseerd naar de moto kijken. Ik zeg hem dat ik uit België kom. Ik laat hem dan een foto van mij nemen, en na wat aandringen mag ik ook een foto van hem nemen bij de moto. Ik verlaat hem terwijl hij mij lachend uitwuift.

 

dscn5642

 

Rond het middaguur bereik ik Zhytomir. Zhytomir is een middelgrote provinciestad waar alles en iedereen omheen rijdt op weg van en naar Kiev. Zonder hoogtepunten is Zhytomir toch een mooi proper stadje gelegen aan de Teteriv rivier.

Ik passeer langs de zuil van de eeuwige roem, een typische bombastisch sovjet-reliek. Het Kosmonauten Museum met een Soyoez ruimteschip heb ik niet gezien. Vanaf hier begint de autosnelweg naar Kiev.

Ik ben blij als die achter mij ligt en ik zonder problemen de parking van Hotel Rus oprij. Hotel Rus is een enorm hotel met 18 verdiepingen. Het hoort nu bij de Accor-groep, en is ook navenant gemoderniseerd. Ernaast is een enorm voetbalstadion in aanbouw, met het oog op het Europees kampioenschap volgend jaar.

 

dscn5817

 

We eten allen samen in een typisch Oekraïens restaurant. Tegen twaalf uur kan ik uiteindelijk in bed.

 

 

Dag 10 (maandag 30 mei 2011): Kiev – verblijf

Vanop de 13e verdieping heb ik reeds een wijds zicht op de ontwakende stad. Vanop deze hoogte lijkt de parking minuscuul.

 

dscn5819

 

Het ontbijt wordt aangeboden onder de vorm van een uitgebreid buffet.

Kiev is de hoofdstad van de Oekraïne, een stad met 2,7 miljoen inwoners. Voor zo een stad valt het verkeer best mee. De stad heeft dan ook een heel efficiënt metronet en bussysteem waar we verschillende keren van gebruik zullen maken. Het oude Kiev is gesitueerd op de westelijke rechteroever van de rivier de Dnjepr. 100 km stroomopwaarts bevindt zich Tsjernobyl.

Om 9 uur staat de lokale gids klaar voor de rondleiding door Kiev. Met het metrostation vlakbij is de oude binnenstad eenvoudig te bereiken. De metro is een belevenis om ten minste één keer te doen. Het diepste metrostation ligt 100 meter onder het maaiveld! Voor een (gecombineerde) rit betaal je omgerekend 18 Eurocent.

De stad doet echt Westers aan. Je vermoedt niet dat je hier (wat oosterlengte betreft) bijna in Moscou zit. Veel dure auto’s, mooi verzorgde huizen. Veel grote universiteitsgebouwen. Een eigen gebouw voor leraars en onderwijzers van de ganse stad.

 

dscn5677

 

We zien onderweg de ‘Golden Gate’.

Wat verder een enorm plein waarrond verschillende kathedralen met gouden koepels.

 

dscn5696

 

Langs Andriïskiy, de oudste straat van Kiev, dalen we af naar de middenstad; hier staan massa’s kraampjes en kunstenaars opgesteld. Het doet wat denken aan Montmartre.

Het verkeer in Kiev is lang niet zo chaotisch als in Lviv. Ik vermoed dat de metro daar voor iets tussen zit. Chauffeurs laten gemakkelijk voetgangers oversteken; je hoort hier nauwelijks of niet toeteren.

We duiken wat later weer de metro in en wandelen dan door een park met vele monumenten, en een wijds zicht op de beneden geleden Dnjepr en de moderne stad aan de linkeroever.

“Je hebt Kiev niet gezien als je niet onder de grond bent geweest”. Deze uitdrukking heeft niet alleen betrekking op de metro, maar zeker op het holenklooster Kiev-Petsjersk Lavra. Het is één van de vier belangrijkste religieuze centra van de Orthodoxe Kerk. In een ondergronds gangenstelsel met een lengte van ongeveer 30 km bevinden zich kapellen, gebedsruimtes en grafkelders. Een klein deel is open voor bezichtiging. Je ziet glazen doodskisten met daarin lijken van heilig verklaarde monniken.

Je wordt heilig verklaard als je na afkoken van het vlees bleke botten blijkt te hebben, of als je lichaam niet wegrot maar mummificeert.

Bedevaarders kussen elke lijkkist die ze tegenkomen. Bovengronds is het kloostercomplex met al zijn gouden koepels op zijn minst indrukwekkend te noemen. Rond 15 uur splitst de groep zich op. Willy, Yvette en Caroline gaan op het gemak terug naar het hotel, en onderweg wat shoppen en terrasjes doen. De rest gaat opnieuw richting Andriiskiy. Hiervoor nemen we eerst een bus, dan opnieuw de metro, en vervolgens de funicular, een kabeltram welke ons optrekt naar de bovenstad, zodat we Andriiskiy afdalend kunnen doorwandelen. Luc en ik splitsen ons hier nog eens af van de rest van de groep om nog wat meer te gaan bezoeken.

Eerst de oudste kerk van Kiev, waar enkele mensen liederen inoefenen samen met de priester: ze amuseren zich en vinden het leuk dat we staan luisteren.

Uiteindelijk nemen we weer de metro en sporen ondergronds naar het enorme spoorwegstation van Kiev. Dit is echt het knooppunt van het enorme spoorwegstelsel, dat Oekraïne nog steeds deelt met Rusland, en welke dus voor goede verbindingen zorgt met Moscou.

Dan weer de metro in de richting van net hotel. Maar eerst nog een oud fort bezichtigd, dat naast het hotel ligt.

 

dscn5806

 

Van het grote militaire domein is een groot deel verdwenen om plaats te maken voor gore woonkazernes.

Je ziet hier goed dat Kiev ooit gebouwd geweest is op een heuvelachtig gebied aan de oevers van de Dnjepr met het oog op de verdediging van de stad.

Om halfacht bereiken we het hotel.

 

 

Dag 11 (dinsdag 31 mei 2011): Kiev – Chernihiv

235km

Vandaag steken we de Dnjepr over naar het noordoosten. We hebben een relatief korte etappe voor de boeg, maar deze voert ons wel grotendeels over lokale wegen.

Rond de middag zullen we een bezoek brengen aan een kindertehuis, waar we de lunch zullen gebruiken.

Onderweg zien we echt vele en grote velden die goed bewerkt worden. Oekraine doet hier zijn naam van graanschuur van Europa wel degelijk eer aan.

De wegen zijn breed en goed belommerd door de bomen en struiken aan de kant.

Tegen de middag komen we aan in het kindertehuis. Kinderen van 4 tot 15 stromen samen rond de moto’s. Hier hebben ze reeds weken naar uitgezien. Zij die willen kunnen eens op de (stilstaande) moto zitten met fotoshoot erbij. Sommige zijn wees, anderen zijn geplaatst door hun ouders zelf of door de kinderbescherming.

 

dscn5852

 

De infrastructuur van het tehuis is primitief en oud, maar toch zo goed mogelijk onderhouden. We krijgen zo goed als alle faciliteiten te zien, die elk apart ondergebracht zijn in een soort barakken, de ene al ouder dan de andere, maar de meeste duidelijk in renovatie, en meestal aan renovatie toe.

De lunch is een verrassing; we eten hetzelfde als de kinderen.

 

dscn5867

 

Ik kan dit het best omschrijven als lekkere eenvoudige boerenkost.

Om 18 uur komen we aan in Chernihiv, de meest oostelijke stad van onze reis, en reeds dicht tegen de Russische grens. Het is nog steeds 30 graden. Dit is het verste punt van onze reis. Overmorgen begint de terugtocht langs een meer zuidelijke route. Hier in Chernihiv blijven we opnieuw twee nachten.

Onze moto’s komen op de bewaakte parking naast het hotel. De parkeerwachter is nerveus omdat we de parking oprijden zonder ticket van de hotelreceptie. Daarvoor moeten we eerst inchecken. Hij loopt rond, over en weer, belt, en is uiteindelijk opgelucht als hij na een halfuur mijn ticket in ontvangst mag nemen. Zulke toestanden lijken ons in eerste instantie ergerlijk, maar ik leer wel begrip opbrengen voor die mensen zelf, die overigens heel erg meevallen.

Het hotel is proper, maar ademt de strenge sovjet-bureaucratie uit. Het moet er toch nog diep inzitten hoewel je daar op straat niets van merkt. Daar lijkt alles los en gemakkelijk.

’s Avonds gaan we eten aan de grote avenue. Vanaf 19u is de binnenstad verkeersvrij: het is dus aangenaam aan de straatkant.

 

 

Dag 12 (woensdag 1 juni): Chernihiv – verblijf

Vandaag is het woensdag. De eerste zonnestralen komen reeds vanaf 4 uur ’s morgens mijn kamer binnen. Er zijn geen verduisteringsgordijnen. De warmte dwingt mij om zes uur op te staan, maar een koffie brengt mij al gauw bij mijn positieven.

Dit hotel (,evenals alle vorige,) heeft internet, maar hier enkel in de lobby.

Om kwart voor acht komen Luc en Caroline, en we gaan op zoek naar de ontbijtruimte. Het ontbijt wordt geserveerd in het café naast het hotel. Er is een mooi eenvoudig terras aan de straatkant. De bestelling is alweer een uitdaging. We kunnen kiezen uit vier menu’s, elk bestaande uit vijf items. Het dienstertje is erg vriendelijk en gewillig, maar items onderling uitwisselen blijkt niet mogelijk. Er komt zelfs een chef aan te pas om ons dit uitvoerig te komen uitleggen.

 

dscn5991

 

Het meisje loopt voortdurend over en weer om telkens een kleinigheid te brengen, en vergeet dan bijna nog de helft van mijn menu te brengen. Ze zit er erg verveeld mee.

Even later komen de anderen toe, en nu kan er wel plots gewisseld worden in de menu’s, omdat de muesli onverwacht op is.

Chernihiv is een stad met 300.000 inwoners, wijd uitgesmeerd over een uitgebreide bosrijke omgeving. De stad wordt ook wel eens het open lucht museum van de Oekraïne genoemd. Geweldige kerken met gouden koepels zijn vanuit de wijde omtrek al te zien.

Omdat alle bezienswaardigheden toch enigszins verspreid liggen, hebben we een minibus met gids afgehuurd voor een halve dag. De gids is een ernstige magere piekfijn geklede jongeman. Hij neemt zijn job erg ernstig en weet ons heel wat te vertellen in keurig Engels.

We passeren voorbij een grote brouwerij waar Stella Artois gebrouwen wordt.

Kathedralen en kerken hebben de woelige geschiedenis vrij onbeschadigd doorstaan en de industriële revolutie van de voormalige Sovjet Unie is nagenoeg aan de stad voorbij gegaan. Deze stad bezit bijna de helft van de oudste kerken van Oekraïne. De ondergrondse stad van kloosters, kerken en catacomben is zo mogelijk nog groter dan het Kiev-Petsjersk Lavra in Kiev. Buitenlandse toeristen zie je hier niet. Wel hordes devote (jonge) vrouwen met een sjaaltje op hun hoofd.

We duiken de verfrissend koele catacomben in.

 

dscn5916

 

Terug buiten is het warm en drukkend. Een of andere soort populier geeft enorm veel zaadpluisjes af. Het lijkt wel te sneeuwen in de ganse stad. Mijn haar en kin zitten vol kriebelende pluisjes.

Na de middag hebben we nog ruim de tijd om Chernihiv van dichtbij te bekijken, of voor sommigen om eens een echte rustpauze in te lassen.

Edwin, Luc en ik gaan op stap, bezoeken een boekenwinkel, een bakstenen kerk, en bereiken het enorme Rode Plein dat hobbelig geplavuisd is met bakstenen. We passeren langs een groot bioscoopcomplex en lopen doorheen een permanente markt. Daar koop ik een stel snelbinders om mijn zijkoffers niet te verliezen op de hobbelige Oekraïense wegen.

Op de grote laan doorheen de stad krioelt het van mensen en kleine bussen; hun capot staat open om wat extra afkoeling te verzekeren.

Om acht uur ’s avonds gaan we op pad naar een restaurant aan de oevers van een zijriviertje van de Desna. Na een tweetal kilometers bereiken we het blokhuttenrestaurant. Het quasi stilstaande water is bedekt door een witte laag pluisjes. Er zitten heel wat muggen, ik sla er een dood op mijn hand, maar ben te laat en even later verschijnt een dikke bobbel. Ik ben blij dat ik mijn bottienen aanheb.

Terwijl ik dit verslag tik bestelt iedereen zijn maaltijd, moeizaam gekozen uit een enorme lijst Oekraïense gerechten.

Ondertussen komt een geblondeerde Oekraïense poes giechelend aanpappen met Louis en naast hem op zijn stoel zitten. Ze is mooi en lief, en wil met hem op de foto. Ja, Louis heeft dan ook wel iets van een Sinterklaas, maar dan in hippie-versie. Sommige vrouwen krijgen daar misschien wel wilde dromen van… Haar vriend kijkt lachend toe en geeft voortdurend commentaar.

 

dscn5989

 

PS: Het is pas enkele jaren later dat ik tijdens een cursus ‘Russisch voor beginners’ de clou van dit voorval doorkreeg. Louis lijkt sprekend op Grootvadertje Vorst (Djed Maroz in het Russisch), een sprookjesfiguur die vaak samen te zien is met zijn blonde kleindochter Snegoerotsjka. Kortom toch de Russische versie van Sinterklaas en Zwarte Piet.

 

 

Snegurochka and Russian Christmas Traditions

 

Nu sluit ik af: de dienster komt met het eten…

Na de maaltijd terug naar huis door een donkere rustige stille stad. Ik ben opnieuw blij dat ik mijn bottienen aan heb.

 

 

Dag 13 (donderdag 2 juni 2011): Chernihiv – Kiev – Bila Tserkva

270km

De maaltijd van gisteravond ligt nog op mijn maag. Een koffie doet het wee gevoel al snel verdwijnen. Het is hier broeierig warm op mijn kamer en ik zet de airco aan.

Om zes uur rijdt de vuilkar langs en probeert iedereen wakker te maken die nog aan het slapen was.

Vandaag neemt onze reis een andere wending: het zal nu stilaan weer westwaarts gaan. Een tussentijdse beschouwing over deze reis is misschien wel even aan de orde.

De groep hangt nog goed aan elkaar; er zitten geen storende elementen tussen. Het vervelendste is misschien nog wel het rokershoestje van Louis, dat Edwin uit zijn slaap houdt. Daar moet wat aan gedaan worden.

Het weer zit heel erg mee tot nu toe, en het lijkt er niet op dat dit snel zal veranderen.

Oost-Europa is gemakkelijk te bereizen; het verkeer vormt zelden een probleem; ook hier zijn goede hotels. Er is overal snel internet. Sjapoo voor Motortrails voor de goede keuzes.

De wegen zijn minder, maar daarvoor koos ik voor een Transalp; een van de beste motoren die ik ooit had. Er is tot nu toe nog geen vijsje losgekomen. Enkel even de ketting smeren elke 500 km: 5 minuutjes werk.

Een basiscursus Russisch is wel een must als je hier op eigen houtje naar toe wil komen.

Het wordt dus vandaag een overbruggingsetappe zonder hoogtepunten.

’s Ochtends rijden we door het dunbevolkte stroomgebied van de Desna terug naar Kiev. Via de Ringweg van Kiev rijden we aan de zuidkant van de stad het platteland weer op.

Dit schreef ik ’s morgens, maar het liep wel even anders…

’s Morgens vertrok ik enkele minuten eerder om nog wat foto’s te maken. Bij het klaarmaken van de moto’s worden we omringd door hotelpersoneel die plots hun terughoudendheid verloren hebben en lachend bij ons komen staan. Ze geven giechelend commentaar. Een vergane glorie die niet op haar mondje gevallen is wil samen met mij op de foto. Zelfs de stijve securityman lacht en zwaait als ik wegrij.

 

dscn5995

 

Eerst dus nog een fotootje gaan maken van het mooie stationsgebouw. Bij het verlaten van de stad zie ik in de verte de anderen rijden, maar vergis mij zelf even aan een klaverblad, en zie een politiecontrole aan de overkant. Ik moet terugkeren om de juiste oprit te nemen en moet dus voorbij die politiemannen passeren. Jawel, één van hen doet mij stoppen en vraagt mijn papieren. Hij is niet onvriendelijk, maar ik versta hem niet, en hij verstaat mij niet, en mijn papieren zijn volgens hem duidelijk niet in orde. Hij probeert mij vermoedelijk wat geld af te troggelen, maar is dit niet gewoon, en kan het mij niet uitgelegd krijgen. Ondertussen ratel ik dan maar in het Watervliets vriendelijk door dat ik uit België kom en met een groep op reis ben, blabla blabla. Na een vijftiental minuten rustige vriendelijke Babelse spraakverwarring haal ik mijn paspoort opnieuw uit, wijs hem op de stempel van de douane met daarop het woord Oekraïne en ik zei hem resoluut: ‘Papers OK’, en steek mijn paspoort en mijn papieren weg. Hij wuift berustend ‘OK, rij maar’ en gebaart dat ik voor Kiev rechts moet afslaan.

Na een half uur hobbelen over de Oekraïense wegen haal ik dan Luc en Caroline in; met hun straatmachines hebben ze het wel wat moeilijker dan ik. Samen bereiken we een oude gedemilitariseerde militaire basis waar we op een terrasje Edwin en Jerry aantreffen en een koffie bestellen voor minder dan 25 Eurocent.

Ik rij vanaf hier verder met Edwin en Jerry.

Aan de stuwdam over de Djnepr slaag ik er in een kleine videoshoot te nemen, alvorens de politie mij (alweer!) bruusk sommeert om te stoppen met fotograferen en verder te rijden.

Er waren net wegenwerken aan de stuwdam aan de gang en we worden verplicht om te rijden, waardoor we ons vastrijden in een achterbuurt. Via een zandweggetje bereiken we uiteindelijk bijna de ring rond Kiev we wanneer ineens een cafetaria zien waar we misschien een kleine hap kunnen krijgen.

Het wordt een halve gegrilde kip voor ons drieën, met enkele sneden brood. Iets anders hebben ze niet, en meer hebben ze ook niet. Tijdens het wachten verbroederen we met enkele vriendelijke geklappige inboorlingen. Wanneer we Nikita, het zoontje van vijf, eens laten plaatsnemen op de moto, met een foto erbij, gaat de vader als dank even drie grote roomsoezen halen. We beloven hem de foto’s via email door te sturen.

 

dscn6012

 

We rijden weg en 1 minuut later belanden we op de ring rond Kiev. Het is heel druk, ik rijd voorzichtig en traag voorop, en het lijkt een eeuwigheid vooraleer mijn GPS ons de juiste provincieweg opstuurt.

In Bila Tserkva logeren we in een hotel waar we volop kunnen proeven van een “vleugje vergane glorie uit het sovjet tijdperk”. Het personeel aan de balie en op de verdiepen, en er loopt er hier heel wat, is heel vriendelijk, maar hun bureaucratische sovjetgewoonten hebben ze nog niet verloren. Het is interessant om dit alles te observeren.

Naast het hotel is een café met een mooi groot terras. Het is daar zo leuk dat we de tafel ineens reserveren om er deze avond te komen eten. Na een rondje gaat iedereen zich opfrissen. Ik ben de enige die reeds gedoucht was en blijf zitten om mijn verslag van vandaag af te werken.

Nu moet ik op zoek naar een plaats waar ik internet heb, want ons hotel is het eerste waar geen Wi-Fi is. Toch nog even vragen aan de receptie.

Ik wandel even rond en vind internettoegang in Theater Brum rechtover het hotel.

Als ik terugkeer is iedereen gedoucht of verfrist, en wachten ze op mij voor de briefing. Vervolgens eten en gaan slapen.

 

 

Dag 14 (vrijdag 3 juni): Bila Tserkva – Kamyanets Podilsky

370km

Vroeg aan de ontbijttafel want we toeren vandaag ruim 350 km over plattelandswegen, dwars door het ‘echte’ Oekraïne, opnieuw richting Karpaten. In deze traditionele regio vind je de meest vruchtbare aarde van het land, en is dan ook de graanschuur van de Oekraïne.

 

dscn6036

 

Op km 36 begint de kasseiroute van 15 km. Leuk is anders. Maar het is een goede test voor de daverbestendigheid van moto, koffers, en berijder. Ik hou even halt om hier Luc, Caroline en Willy in actie te filmen.

Na een 80 km zijn we aan wat rust toe. Ik doe de groep stoppen aan een soort winkeltje met terrasstoeltjes en tent. Ik bestel voor 7 personen; de vrouw achter de toog telt vliegensvlug alles samen met een enorm houten telraam, tikt dan op haar rekenmachien 138, in en toont mij het bedrag. Ik verschiet toch wel even van de 138 Hryvna (omgerekend 13 Euro), maar het blijkt 13,8 Hryvna: dus 1,34 Euro voor 7 personen !!

Omdat alles zo goedkoop is doen de anderen hun voorraad proviand op.

Deze streek doet mij denken aan Frankrijk, maar dan met de wegen van 50 jaar terug. Opvallend is ook dat heel veel dorpjes gelegen zijn aan een soort meertje, kunstmatig gevormd door de rivier lichtjes af te dammen. Ook dát tref je regelmatig in Frankrijk aan.

Onderweg is enkel de prachtige natuur het bezien waard. We hebben ook geen tijd om nog wat meer uit onze namiddag te puren, want vanavond wacht ons de heel mooie vestingstad Kamyanets-Podilsky. Deze is gelegen in de uitlopers van de Oekraïense Karpaten, gebouwd boven op een rotseiland, nagenoeg geheel omsloten door de Smotrich rivier. Om 17 uur kom ik aan. Het hotel ligt vlak bij de burcht. Ik smeer de ketting en de ophanging, en controleer wielen en bevestiging van de koffers, want die hebben het vandaag hard te verduren gekregen.

Hier is gelukkig internet aanwezig.

We maken ons snel klaar om seffens de stad in te duiken. We passeren een enorme stenen brug over het kleine riviertje dat langsheen de versterkte stad loopt. Het is nog warm en aan de oever hebben zich baders en zonnekloppers geïnstalleerd.

 

dscn6065

 

Terwijl Luc, Jerry en ik in het stadje nog even een dweiltje slaan, zoeken de dames samen met Willy en Edwin een terras-restaurantje. Na een half uurtje komen we terug; Yvette zegt dat wij de keuze hebben tussen een Oekraïense variante op Pizzahut en een duister terrasje rechtover, waar net een grote tafel vrijgekomen is. Yvette durft daar niet meer opnieuw gaan kijken want ze is reeds tweemaal geweest. De keuze is snel gemaakt en we kiezen het duistere terrasje. De garçon (eigenaar?) bekijkt mij even verwonderd als ik hem de kaart vraag; ze hebben een ruime keuze…maar in het Oekraïens. Het wordt behelpen, want onze tolk Jelena is er nog niet bij: zij en Louis hebben vertraging omwille van een remprobleem van de volgwagen.

 

dscn6096

 

De keuze van het restaurantje blijkt uiteindelijk een succes; met veel gebaren en mits de schreeuwerige uitleg van de vriendelijke garçon krijgen we algauw een lekkere maaltijd voor heel weinig geld.

Jelena en Louis hebben ons uiteindelijk ook gevonden; de wagen had een remblokje verloren, en de remcilinder was er bijna uit gefloept: levensgevaarlijk ! Net op tijd hersteld.

Vijf  voor twaalf eindelijk in bed.

 

 

Dag 15 (zaterdag 4 juni): Kamyanets Podilsky – Voronet (RO)

200km

Het ontbijt in Hotel Ksenia is alweer een staaltje van oude sovjet-cultuur: er staat een tafel klaar voor 9 personen, in een enorm vernieuwde feestzaal, waar de kitsch bijna letterlijk van het plafond druipt. Zes personeelsleden staan klaar om ons ontbijt klaar te maken. Plots worden negen gevulde schotels gebracht: een dubbel paardenoog met schijfjes worst, kaas, komkommer, tomaat en boter, van elk 1 klein schijfje. Voor de koffie gaat een bijna lege pot Nescafé rond. Halfweg de tafel rond is hij leeg, waarna hij een klein beetje bijgevuld wordt.

We nemen afscheid van Jelena en vertrekken. Louis ligt echter nog in bed te slapen.

Onderweg een Lada met daarin een familie en bloemenkransen en bovenop een beklede lijkkist, vermoedelijk op weg naar de begrafenis.

Nog verder op de autostrade een paard met hooiwagen in draf.

Video Hooikar op autoweg

In een winkeltje annex terrasje aan de kant van de weg neem ik samen met Edwin  en Jerry een koffie, en sla ik wat proviand op.

 

dscn6111

 

We passeren nog één grote stad vóór de grens: Chernivtchi. Deze stad was 250 jaar lang de derde grootste stad van het Habsburgse rijk.

Het is er zaterdagmarkt: een enorme markt en een drukte van jewelste, vergelijkbaar met de drukte van het autosalon.

Na een half uurtje bereiken we de douane. De Oekraïense kant is weer een processie langsheen de papiertjesverleggers. Ik rij op kop van de moto-file; mijn paspoort wordt grondig gecontroleerd door verschillende mensen, en als ik ze terugkrijg zeggen ze dat ik nu naar de paspoortcontrole mag.

Dan de Roemeense douane. Een enorme file. De fileschuivers zeggen dat we moeten aanschuiven bij de transieters, maar dan komt een douanier op mij af dat ik daar niet langs mag… en hij gebiedt ons met onze moto’s de lege rij voor het Corps Diplomatique te nemen. Hij begint in het Frans en het Engels: jullie hebben toch geen drugs bij? Een vluchtige inzage in ons paspoort en een vriendelijke opmerking over mijn kort haar, en op nog geen twee minuten zijn wij de ganse douane gepasseerd, terwijl die andere auto’s er nog wel een tijdje zullen staan.

Roemenie… wat een verademing, wat een verassing; goede moderne wegen met (overdreven) bewegwijzering. Ik waan mij wel in Oostenrijk.

We hebben de hele middag de tijd om te dwalen door dit leuke heuvelland, langs deze juweeltjes van het Europese cultureel erfgoed. En passant genieten we van de traditionele bergdorpjes en Roemeense folklore.

Deze streek is de Moldova, ook wel genoemd de Bukovina; niet te verwarren met het buurland Moldova (Moldavië).

Onderweg drie nonnenkloostertjes met beschilderde kerkjes bezocht. Het zijn de bijzonder fraaie met fresco’s beschilderde kloosters van Bucovina in de Roemeense Karpaten.

 

dscn6132

 

Het eerste blijkt achteraf het mooiste. Een vierkant grondplan met daarrond hoge vestingmuren, en op elke hoek een indrukwekkende wachttoren. Dit klooster was duidelijk een toevluchtsoord voor de bewoners van de streek in barre tijden.

 

dscn6119

 

Het nonnenklooster zelf is aangebouwd tegen de oostelijke muur. Er zijn opvallend veel piepjonge nonnen. Binnen de muren is een mooie tuin met veel bloemen. De nonnen zijn vermoedelijk van het vrouwelijk geslacht, hoewel dat onder die zwaar omhullende kleren en kap niet altijd duidelijk is. In het midden van de tuin staat dan het unieke kerkje: de muren zijn gans beschilderd met ontelbare taferelen uit de bijbel. Om de muren te beschermen tegen regen, zon, wind en sneeuw, staat het houten dak er boven op als een enorme strooien (houten) punthoed.

We rijden naar het volgende historisch kloostertje, maar niet iedereen gaat kijken. Sommigen van de groep houden de kerkjes voor bekeken en zoeken een terrasje op.

Het tweede kerkje is even mooi, ook te midden van een mooie tuin, maar er zijn geen zware vestingmuren. De nonnen lijken mij van hetzelfde merk en even vers als in het vorige klooster, even streng en even stuurs. In het kerkje is net een huwelijksviering aan de gang. Een jong koppeltje dat net binnenkomt gaat voor een icoon in glazen kist staan en slaat een reeks kruistekens na elkaar, aanraken van de eigen linker voet, weer een reeks kruistekens, nu het aanraken van de eigen rechter voet, weer een reeks kruistekens, en dan kussen ze een icoon achter glas, waarna ze de kruisteken-voet-reeks herhalen; dan naar de volgende heilige en alles weer opnieuw. De huwelijksviering kon ik niet echt zien, maar wel horen: de ‘sound’ geleek op deze bij ons.

Voor een bezoek aan het derde klooster blijft slechts één kandidaat over, den dienen met zijnen ouwen Transalp; de anderen volgen niet meer. Het Humor-klooster blijkt opnieuw een gelijkaardig kerkje, maar ditmaal omgeven door een houten omheining en enkele restanten van vestingmuren. De tuin is mooi en goed onderhouden. De nonnen zijn opnieuw van de partij om het inkomgeld te innen en het souvenirwinkeltje te runnen. Ik kijk wat rond en kan net een rondleiding voor een Duitse groep wat meevolgen. Als ik wegrij is het ‘manastirea’ reeds gesloten; het is zes uur gepasseerd.

 

vdscn6139

 

Het pension waar we vanavond overnachten is gloednieuw. Het dienstertje heeft haar eerste werkdag, en spreekt wat Engels.

We worden hier goed bediend. Wat een verschil buiten Oekraïne.

De Roemenen zijn vriendelijk, spontaan en open. Die eerste indruk zal de twee komende dagen enkel nog bevestigd worden.

Tussen haakjes, Willy en Yvette hebben een Roemeense schoondochter.

 

 

Dag 16 (zondag 5 juni): Voronet – Sighetu Marmatiei

220km

De dag start alweer met een toch bemeten ontbijt met een piepkleine espresso. Een tegenvaller voor mij dus.

De bergen lonken. Vandaag eindelijk weer een echte bergetappe. De Prislop pas is met 1416 meter het dak van deze reis en daarna rijden we de regio Maramures binnen.

Maar eerst nog het laatste kloostertje van Voronet dat net bij ons hotel gelegen is.

Dan op naar de Maramures doorheen de echte Karpaten.

 

dscn6162

 

Op een uitzichtpunt hoog in de bergen kopen Jerry en ik onder deskundige begeleiding van Louis een schapevelleke, dat we die avond in twee zullen delen. Een goede investering, zal enkele jaren later blijken.

Hier is het heel anders dan in Moldova: primitiever, slechte wegen, rommeliger, minder goed bewegwijzerd. Zelfs de Roemenen grappen dat hier in 100 jaar niets is veranderd. Wij rijden door de bijzonder fraaie Izei vallei, beroemd om de eeuwenoude houten kerken, lokaal houtsnijwerk en fraaie klederdracht.

 

dscn6181

 

Het is zondag, en de mensen lopen op straat op hun zondags. Het ziet er wel koddig uit.

 

roem_zondag

 

Een mooie namiddag. Ik maak verschillende keren contact met de inboorlingen, maar de taal is een grote barrière, hoewel ik hier en daar een woord versta. Bij een kerkje komt een oude man op mij af. hij is heel vriendelijk en doet mij een uitgebreid verhaal waar ik slechts nu en dan een verstaanbaar woord van opvang. Het gaat over de periode onder Ceaucescu, waarbij ook zijn vader de dood vond, en waarbij hij mij wat verdoken de huizen aanwijst waar collaborateurs van het vroegere regime (nu nog) wonen. Wanneer hij uiteindelijk met de fiets wegrijdt, keert hij na een tiental meter terug en begint nog een heel verhaal. Uiteindelijk druipt hij af. Oef…

Tweemaal zit ik in een kortstondige regenbui, voor het eerst deze reis. Alles droogt algauw weer op.

In Barsana is er weer een klooster, een enorm groot ditmaal. Je kunt gerust zeggen dat dit het hoogtepunt is van het Roemenië-gedeelte van deze reis. Er wordt net een fotoshoot gedaan van een pas gehuwd koppeltje. De familie is in lokale traditionele klederdracht. In een van de kerkjes is een kerkdienst aan de gang met nonnengezangen.

 

dscn6224

 

Even later arriveren we in het bescheiden grensplaatsje Sighetu Marmatiei, aan de westkant van de Karpaten. Ons hotel is heel goed; een, en mooie gerieflijke kamers. In het restaurant van het hotel luisteren we naar traditionele Roemeense muziek en zang. We eten hier lekker en spotgoedkoop. Even voor twaalf uur gaan we slapen.

 

 

Dag 17 (maandag 6 juni): Sighetu Marmatiei – Tokaj (H)

240km

Vroeg wakker dit maal. Om 5 uur voel ik mij fit en in supervorm.

Ik werk verder aan het verslag van gisteren en eergisteren.

Het ontbijt is een eenvoudig buffet; een verademing na de vorige dagen. Het loopt toch even mis als ze kleine espresso’s willen brengen. Ik kan na wat onderhandelen bekomen dat ze 8 espresso’s brengen in extra grote tassen + een kan heet water, zodat iedereen naar believen water kan toevoegen.

Vanochtend voor vertrek brengen we nog eerst een bezoek aan een voormalige gevangenis van de Securitate, waar ten tijde van het communistisch regime de meest gevreesde tegenstanders werden ‘opgeborgen’: priesters, politici, academici, studenten.

 

dscn6244

 

Het is duidelijk dat de communistische periode bij heel wat mensen diepe wonden heeft geslagen. Spijtig dat alles in het Roemeens is, hoewel het museum er gekomen is met internationale subsidies. Vermoedelijk heeft men alle slachtoffers en al het onrecht zo volledig mogelijk willen opsommen, wat de verwerking door de bevolking ten goede komt, maar de buitenlandse bezoeker te weinig overzicht geeft over het geheel. Toch wel een indrukwekkend geheel.

 

dscn6256

 

Terug buiten hervatten we de motortrip richting Hongarije. Onderweg passeren we het vrolijke kerkhof.

 

dscn6265

 

Daarna laten we de Roemeense Karpaten achter ons. De vlakte voor de grens met Hongarije is goed ontwikkeld en redelijk proper. De grenscontrole gaat snel: Roemeense douaniers zien we niet. De Hongaren bekijken slechts vluchtig even mijn paspoort en mijn nummerplaat.

Hongarije. Proper, ordelijk, vriendelijk, maar niet opwindend. Via een lange rechte weg vol vrachtwagens bereiken we Nyiregyhaza, en even nadien het dorpje Tokaj.

Hier loopt het weer mis. Onze kamers blijken pas gereserveerd voor morgen, en Louis is hier nog niet. Ik onderhandel met de uiterst vriendelijke hotelbaas, Babi Huli, telefoneer met het Tsjechisch reservatiebureau dat alles regelde, en even nadien slagen we er in om toch vijf kamers te verkrijgen, waarvan 1 weliswaar iets minder van kwaliteit is. Als tijdelijke leader kies ik de voor mij beste (koelste) kamer, want ik gebruik niet graag airco als ik slaap.

We hadden vandaag de warmste en doefste dag van de hele reis.

Even na onze aankomst begint het te onweren. We gaan goed en goedkoop eten in dit oude dorpje-stadje.

Tokaj ligt in het hart van Hongarije’ s beroemdste wijnstreek. De regio met wijngaarden en eeuwenoude wijnkelders staat op de Werelderfgoedlijst. Wijnproeven is hier dan ook een geliefde bezigheid.

 

dscn6274

 

’s Nachts is het broeierig en regent het. Dat belooft voor morgen… Ze voorspellen hitte en regen.

 

 

Dag 18 (dinsdag 7 juni): Tokaj – Budapest

265 km

Vannacht heeft het heel wat geregend.

Vanmorgen een redelijk ontbijt zonder eieren.

Bij vertrek is het droog. Er is een aangenaam frisse wind doordat de wind en het vocht samen voor afkoeling zorgen.

We slingeren door het Matra bergland langs de Slowaakse grens, ons laatste snufje Karpaten, en rijden verder naar het westen, genietend van de ‘hoogste toppen’ van Hongarije, op weg naar een nieuw hoogtepunt van de reis: Budapest.

Dit slingerende wegje doorheen de bossen is wel 50 km en brengt ons dan plots in Eger, een stadje met veel barokke gebouwen en een citadel die er boven uit troont. Je ziet hier schijnbaar geen buitenlandse toeristen.

De benedenstad is verkeersvrij. Het is reeds warm. Tijd voor een ijsje, dat ik al wandelend oplepel.

Dan met de moto naar de citadel, waar schoolreiskinderen zich uitleven. De citadel is niet zo bijzonder, maar het uitzicht over de benedenstad is wel mooi.

 

dscn6326

 

En nu weer verder. Het is warm. Opnieuw moet ik beroep doen op de airco onder mijn motovest. De meeste beslissen de laatste 60 km naar Budapest af te leggen via de autostrade. Ikzelf rijd verder naar Godolo (Geudeuleu) waar keizerin Sissi (Romy Schneider) een groot deel van haar leven doorbracht.

Ik zie het kasteel, maar dat is ook alles; het kasteel is volledig afgezet door nadarhekkens en tientallen politiemannen. Vermoedelijk een bezoek van een of andere hoge pief.

Ondertussen is het zachtjes beginnen druppelen, maar dat duurt niet lang.

Ik bereik even later Budapest, waar ik mij met enige moeite doorheen het verkeer worstel tot aan het hotel.

We overnachten in hotel Mercure, in het stadsdeel Buda, op de westoever (rechteroever) van de Donau, dicht bij het historisch centrum.

 

dscn6347

 

Het hotel is van de groep Accor (net zoals Ibis en Etap, en hotel Rus in Kiev).

Alles is dus in orde.

 

 

Dag 19 (woensdag 8 juni): Budapest – Verblijf

’s Morgens om 7 uur een uitgebreid ontbijtbuffet. Ik eet niet te veel, want ik heb een zware wandeling met beklimmingen en afdalingen voor de boeg.

Om 8 uur steek ik het parkje aan het hotel over en klim naar boven, naar de oude burchtstad.

Budapest heeft twee gezichten. Op de westoever van de Donau ligt Buda, uitgesmeerd over lichte heuvels met de hooggelegen burchtstad als dominante stadsmarkering.

Aan de overkant van de Donau ligt dan Pest, op de vlakke oostelijke linkeroever.

De burchtstad zelf is bijna een vierkante kilometer groot. Een bezoek neemt dan ook enkele uren in beslag. Plots begint het redelijk hard te regenen. Van de ganse groep heb ik het minst bagage mee, maar ik ben de enige die al het nodige meeheeft. Ik haal dan ook mijn paraplu boven en wandel verder.

 

dscn6417

 

Ergens verborgen op een binnenkoertje vind ik een mooi lederwarenwinkeltje. Ik koop hier een nieuwe portefeuille. Mijn huidige is 15 jaar oud en een van de naden begint los te komen. Ik kocht die in de grote bazaar in Istanboel. Hopelijk is de kwaliteit even goed.

Ik zie hier ook nog een paar Trabantjes en ook zo een Russische vierwielaangedreven camionet, evenals een oude R100GS.

 

dscn6391

 

Langs een parkje bij het koninklijk paleis daal ik af naar de benedenstad en bereik de kettingbrug, die mij over de Donau in Pest brengt. Een half uurtje later stopt het definitief met regenen, en wat later komt de zon er zelfs door.

Om 13 uur neem ik een klein menu in een ‘cantina’ van de inboorlingen die hier plots net na mij in massa komen aanschuiven om hun lunchpauze te nemen. Ragoutsoep en daarna rijstgerecht met kaas.

De metro is hier al meer dan 100 jaar oud en telt nu drie lijnen.

Onder de grond is echter niet veel te zien, en ik zet mijn vermoeiende voettocht verder langsheen de highlights van Pest. Dit stadsdeel moet het vooral hebben van monumentale winkelstraten en historische gebouwen. Vooral 200 jaar Habsburgse overheersing heeft zijn sporen nagelaten in het straatbeeld.

Het is buiten 32 graden.

Het parlement is enkel te bezichtigen na reservatie. Ik bezocht het reeds een tiental jaar terug. Ik stap het etnografisch museum binnen dat ligt rechtover het enorme parlementsgebouw. Het museum staat bekend als een van de mooiste van Europa, zowel qua gebouw als qua collectie.

 

dscn6442

 

Het museum werpt je een eeuw terug in de tijd. Interessant en confronterend. Er is een aparte tentoonstelling rond Ferenc Liszt.

Ik verlaat een paar uur later het museum, diep onder de indruk van het rijke cultureel verleden van dit land, des te meer door het besef dat oorlogen en vreemde overheersing hiervan het grootste deel onherroepelijk vernietigd hebben. Mijn dag kan niet meer stuk. De rest van de wandeling doorheen Pest is heel onderhoudend.

Rond 16 uur steek ik opnieuw de Donau over, twee kilometer meer ten zuiden, en bereik ik Hotel Gellert, vermoedelijk het meest beroemde hotel van Budapest. Ik verbleef hier tien jaar terug. Even de sfeer van vroeger opsnuiven… In de baden van Gellert Spa kun je nog de grandeur van lang vervlogen tijden én de werking van het heilzame water op je laten inwerken.

 

dscn6526

 

Nu komt het lastigste: de beklimming van de citadel, steil naar boven langs een kronkelende trap. Zwetend en puffend bereik ik de top. Niet alleen de klim, maar ook het uitzicht over Budapest is adembenemend.

 

dscn6544

 

Ik daal de heuvel af langsheen enkele duurdere villawijken en bereik even na 18 uur het hotel. Gelukkig geen blaren aan de voeten. Ne even rusten trek ik weer op stap door de wijk rond het hotel. De warmte en de vermoeidheid hebben mij de eetlust ontnomen, en ik ga dan ook vroeg in bed.

 

 

Dag 20 (donderdag 9 juni): Budapest – Bratislava (SK)

230km

Vandaag omstreeks 8u30 uit Budapest vertrokken om net voor 14u30 aan te komen in Bratislava. We rijden aanvankelijk een ontspannen toertocht, grotendeels langs de veel bezongen Donau. Eerst Szentendre (komt voorzeker van de heilige André), mooi, maar net opengebroken omwille van wegenwerken. Vervolgens langs Visigrad naar Esztergom. Daar staat een enorme basiliek ter ere van de heilige Koning Stefan. Esztergom heeft ook een mooi marktpleintje.

Het is koud. Op het einde begint het licht te motregenen. Veel camions op de weg. Gelukkig een relatief korte rit.

Bij aankomst doen mijn nek en schouders pijn van de kou.

Aangezien het hotel op de verkeerde datum geboekt was stopt men ons in een alternatief hotel. We verblijven in het Radisson Blue Carltonhotel in het centrum; top of the bill dus. Een kamer van 150 Euro per nacht. Naar Slowaakse normen peperduur. Naast het hotel bevindt zich de Amerikaanse ambassade. Omgeven door hekkens en bewakers, en gelijkend op een luxueus concentratiekamp.

Bratislava is beduidend kleiner dan Budapest en een halve dag is dan ook ruim voldoende om het oude maar statige en vooral trendy centrum te verkennen. Ik was hier ook reeds in 2001 samen met Dirk en Katelijne, maar bij een kleine wandeling herken ik (voorlopig) niets.

 

dscn6572

 

Algauw is iedereen aangekomen en plaatsen we mits wat geharrewar met de slagbomen die niet omhoog gaan de motoren in de parkeergarage.

Bij het doorkruisen van de stad snuif ik toch opnieuw de sfeer op van weleer, net tien jaar geleden. Alles is mooi gerestaureerd.

 

dscn6590

 

Ik vind Bratislava behorend tot het mooiste wat Europa te bieden heeft. Een ideetje voor een 4-voud-citytrip Wenen-Praag-Bratislava-Budapest? De vier steden hebben onderling heel goede treinverbindingen.

Het is druk in de stad. De prijzen zijn er zoals bij ons.

’s Avonds gaan we eten in Slovack pub. Lekker en niet duur, maar heel druk en rokerig.

De wandeling terug doet mijn longen deugd. De wind is gaan liggen, de kou is verdwenen.

Ik ga omstreeks tien uur slapen.

Ondertussen gaan Louis, Edwin en Jerry nog naar het Hard-Rock-café. Achteraf vertelde Louis dat hij er door drie meisjes werd aangeklampt voor een sigaret. Een van de meisje greep met haar ene hand in zijn klokkenspel, terwijl de andere hand op zoek ging naar zijn portefeuille in zijn achterzak. Louis bleef rustig en duwde haar weg met de woorden: “Aan mijn sigaar kun je trekken, maar je krijgt geen sigaretten.”

Dit alles vernam ik pas ’s anderendaags bij het ontbijt.

 

 

Dag 21 (vrijdag 10 juni): Bratislava – (AU) – Vyssi Brod (CZ)

290km

Ik sta op om vijf uur na een verkwikkende nacht. Ik maak mijn bagage reeds klaar, werk verder aan mijn verslag, en bereid de mototrip van vandaag voor, want de route langsheen de autostrades rondom Wenen zint mij niet. Ik vind wel een mooier en rustiger alternatief, zodat ook deze trip nog geen thuisreis wordt.

Om halfzeven ga ik opnieuw de stad in. Het is nog rustig.

Ik bezoek de rest van de stad. De deuren van een grote kerk staan wijd uitnodigend open: binnen is een mis aan de gang. Quasi alle stoelen zijn bezet; en dat voor de mis van halfzeven! Dit laat de mensen wel toe om elke dag naar de mis te gaan voor ze naar hun werk gaan.

 

dscn6628

 

Een fikse klim brengt mij naar de citadel waar een enorm kasteel staat. De restauratiewerken zijn nog aan de gang, maar de voorgevel is reeds klaar: prachtig en indrukwekkend. Vanop de citadel heb ik een prachtig uitzicht op de stad en op de enorme moderne hangbrug over de Donau.

Om 8 uur ga ik ontbijten. Het omeletje wordt samengesteld en gebakken volgens mijn wensen. Het buffet is natuurlijk prima in orde. Naast het omeletje krijg ik ook het verhaal van Louis’ klokkenspel tussen mijn boterhammen geserveerd.

Om 9uur betaal ik aan de receptie voor de parkeergarage: 29 Euro voor een nacht. Gelukkig had ik onderhandeld met de parkeerwachter dat wij slechts de prijs moesten betalen voor de parkeerplaatsen die wij met de moto’s innamen. Aan de receptie zwijg ik wijselijk over deze deal. Dus werd het 29 Euro gedeeld door 6. Opnieuw problemen met het verlaten van de garage: de slagboom ging niet omhoog en de bewaker moest de bareel manueel openen.

 

dscn6566

 

Vandaag is een rij-etappe gepland over de autostrade langsheen Wenen, maar ikzelf vertrek noordwaarts in plaats van onmiddellijk Oostenrijk binnen te rijden richting de heksenketel van Wenen. Ik neem een route die verboden is voor vrachtwagens en steek de Morava over met een leuk pontje. Ik hoef niet te wachten en betaal de veerman 2 Euro. Dit pontje is gemotoriseerd met een heel klein buitenboordmotortje. Net voorbij de aankomst van het pontje bevindt zich een oude, indrukwekkende, maar nog in goede staat verkerende grenscontrolepost; nog vanuit de tijd van het ijzeren gordijn.

 

 

De wegen in Oostenrijk lijken deze morgen nog maar net schoongelikt. De weg is rustig en voert mij langs een oliewinningsgebied. Tientallen jaknikkertjes staan verspreid op de akkers; ze gaan op en neer en pompen gestadig de olie naar boven.

Ietwat verder staan een grote olieraffinaderij en enorme opslagtanks.

Ik kom op de Weinbergerroute en volg deze gedurende een hele eind tot aan de Manhartsberg. Even later kom ik op de route die ook de anderen volgen. Het is 14 uur en er steekt weer een koude noordenwind op. Ik trek mijn windbrekerke aan en rij verder.

In Freistadt is het feest: Bier und Blasmusik. Ik blijf er even hangen want ook het stadje zelf is echt mooi.

 

dscn6690

 

Een half uurtje verder rijden brengt mij op mijn bestemming in Vyssi Brod, een dorpje net over de grens in Tsjechië aan de oevers van de Vltava.

Net na mij komen ook Willy en Yvette aan.

De kleurloze etappe op papier is dus, voor mij dan toch, uiteindelijk mooi vol geschilderd geraakt.

Nu zitten we op het terrasje van Hotel Sumava. De laatste zonnestraaltjes verdwijnen achter de daken van de huizen. Nu krijg ik toch wel honger.

 

 

Dag 22 (zaterdag 11 juni): Vissy Brod – Issigau (D)

375km

Ik ben om vier uur wakker maar slaag er al woelend in om tot 6 uur in bed te blijven want het is koud in mijn kamer.

Vandaag de laatste dag in Tsjechië, en tegelijkertijd de laatste dag samen.

De slotetappe heeft nog een fraaie rit door Zuid Bohemen voor ons in petto, zeg maar de kers op de taart. Het grootste deel rijden we door de Sumava bergketen. Dit grensgebied was tijdens de koude oorlog verboden terrein vol prikkeldraad en dat is de reden waarom de streek zo dunbevolkt en de natuur nog zo ongerept is.

Er zijn vele mooie dorpjes en stadjes, die ik zo mogelijk niet links laat liggen. De hoofdpla neem ik eerst: Cesky Krumlov, waar ik een uur rondloop. Om 11 uur rij ik verder. Ik haal de anderen wel in, want zij kunnen meestal niet weerstaan aan de verlokkelijke terrasjes, en het broodnodige kankerstokje nu en dan.

 

dscn6713

 

Ook Prachatice is prachtig, maar veel kleiner.

Rond 14 uur, na een korte maar fikse regenbui, krijg ik het weer koud. Ik word in de regen voorbijgestoken door een club hardrijders op Goldwings. In Domazlice breng ik mijn knol tot stilstand en neem de nodige fotootjes. Toeristen zie je hier nauwelijks.

Wat later hou ik halt in Plana, samen met Yvette en Willy. Een terrasje met koffie en kaasgebak op een mooi rustig marktpleintje.

In de late namiddag doe ik nog een klein ommetje langs Marianske Lanze, een kuuroord dat je doet dromen van de glorie van weleer. Het is er druk; er zijn veel hotels; bijna gans de stad is gerestaureerd en blaakt van gezondheid. Komt dat door het heilzame water, of door de toeristen die hier komen schranzen en brassen?

 

dscn6757

 

Net voor de grens is het de beurt aan Cheb: het heeft een mooi en rustig marktplein en roept herinneringen op van weleer.

Pas op het einde van de rit rijden we Duitsland binnen, waar we zulen overnachten in de bijgebouwen van een klein kasteeltje: Schloss Issigau.

Straks zullen we onder het genot van een hapje en een drankje in de kasteeltuin terugblikken op ons avontuur.

 

 

Dag 23 (zondag 12 juni): Issigau – Köln

400km

Na het ontbijt neem ik afscheid.

Achteraf beschouwd is dit een hele leuke groep geweest, maar een beetje klein, zodat ik jammer genoeg niet de gepaste rijgezel aangetroffen heb, en het grootste deel van het traject als ‘Lonely Wolf’ heb afgelegd. De ‘après-moto’ daarentegen, hebben we meestal als hechte groep samen beleefd.

 

dscn6770

 

Er rest mij nog zo een 800 km naar huis. Die Autobahn trekt mij toch niet aan: het wordt eerst een mooie tocht doorheen het Naturpark Frankenwald tot Kronach. Verder rakelings langs Coburg doorheen het Naturpark Vogelsberg tot in Giessen, waar ik de Autobahn op ga richting Keulen.

Daar staat Christien mij reeds op te wachten. Zij is per trein met motorpak en zak naar Keulen gekomen. Morgen zullen we samen de slotetappe naar Watervliet ondernemen.

 

 

Dag 24 (maandag 13 juni): Köln – (NL) – thuis (B)

350km

Met Christien achterop laveert de Transalp langs kleine dorpjes naar Noord-Limburg, waar eerst Femke en Martijn, en daarna Martine en Tjeerd ons nog even ontvangen.

epilude_metchristien