Alain blogt op de
motor
Powered by Honda and
BMW
|
2016 Kazan 1 – tot
Kazan Дневник мотоциклиста
сопровождали Dit jaar trek ik met drie kompanen terug naar Rusland. Ons
ultieme reisdoel is Kazan. Kazan is het hart van Eurazië, waar twee
continenten en twee culturen elkaar ontmoeten. Beide culturen hebben elkaar
over de eeuwen heen herhaaldelijk bestreden en bevrucht, en het resultaat is
nog steeds een dualiteit in taal en godsdienst, zij het vredelievend, wat bovendien
helemaal niet meer af te leiden valt uit het uiterlijk, blank, kaukasisch, of
mongools. Onderweg hopen wij relieken tegen te komen van de Sovjet
overheersing in het voormalige Oostblok. Deze zijn in snel tempo aan het
vervagen door verval of zelfs aan het verdwijnen om plaats te maken voor
nieuwe, spijtig genoeg vaak schreeuwerige Amerikaanse rommel. Twin’s on Twin’s: twee Vlamingen, Eddy en ikzelf, en twee
Duitsers, Stefan und Peter, een heel divers gezelschap. We hebben elkaar
leren kennen op de Stalingradreis met Ride-On MotorTours in 2015. Eddy schreef: Na mijn geweldige reis van vorig jaar naar Stalingrad had ik mij
voorgenomen om ook in 2016 naar het oosten te reizen met mijn R1150RT. Deze
keer niet meer via een reisorganisator maar op eigen initiatief. Maar alleen
is maar alleen en ik informeerde hier en daar of er geïnteresseerden waren.
Sommige vonden het niet nodig te antwoorden, andere zagen het niet zitten.
Uiteindelijk kwam ik terecht bij 2 reisgezellen van vorig jaar plus een
vriend van een van hen: Alain uit Watervliet rijdt met een R1200GS maar houdt
het voor zijn Ruslandreizen bij een Transalp van 22 jaar omdat hij daaraan
zelf kan sleutelen indien nodig, Stefan uit Hochdorf (D) met zijn F800GS
getuned door Touratech en zijn vriend Peter uit Bad Wurzach (D) met zijn
R1200GS. Ons reisdoel wordt Kazan, de hoofdstad van de deelrepubliek
Tatarstan, op zo’n 800 km voorbij Moskou. Na overleg zijn we er ook uit welke
reisweg we zullen volgen. Zondag 24 april 2016 Samenkomst in Gent: bezoek aan deze historische stad,
kennismaking met Peter, en bespreking van reisdetails. (op de foto vlnr: ikzelf, Peter, Stefan en Eddy) Vrijdag 29 april Wit Russisch visum is in the pocket. Bekomen in Brussel met de
drie hotelreservaties, maar de volgende keer moet ik toch zorgen voor een
echte uitnodigingsbrief. Ik heb de bediende bedankt met een ‘spasiba‘
en een ‘do svidanja‘, wat ze wel leuk vond. Ging allemaal heel vlot
dank zij de instructies van Eddy: minder dan 45 minuten in totaal: visabalie
binnen, op de motor naar een KBC-bank om geld over te schrijven, terug op de
motor naar de visabalie, visabalie buiten met visum in de hand. De trip: 3 uur rijden op de GS door regen en kou…. Nu nog mijn Russisch visum, en dan zijn al mijn papieren in
orde; afspraak 10 mei in de Antwerpse visabalie. Geleidelijk bouwen wij hier heel wat expertise op. Voor de geïnteresseerden: je kunt een ‘Letter of Invitation ‘
bekomen via: http://www.minsklux.com/en/services/visa_to_belarus/ http://ivisaonline.com/ Donderdag 30 april Mijn collega Geert, huisarts in een naburige gemeente, is vandaag
uit het leven gestapt. Hij was iets jonger dan ik. We hadden toch al meer dan
dertig jaar een goede verstandhouding. Het heengaan van Geert is het
zoveelste uit mijn entourage, na Dirk in 2014, en Griet en Heinrich in 2015.
De gedachte aan Geert zal tijdens mijn reis nog vele malen onder mijn helm
gonzen. Dinsdag 10 mei Ik rij naar Antwerpen om een Russisch visum aan te vragen in de
Visumbalie. De uitnodigingsbrief is OK qua inhoud, maar is afgeprint in
kleine lettertjes zodat alles past op één A4tje, in overeenstemming met de voorschriften.
Door die kleine lettertjes zou de aanvraag kunnen geweigerd worden door het
Consulaat. Ik moet niet terugkomen maar zal straks het origineel, bestaande
uit 2 pagina’s in pdf-formaat doormailen naar de Visumbalie. Ik zal er ook
nog een gedetailleerd reisprogramma aan toevoegen, zodat we zo nodig
gemakkelijker kunnen teruggevonden worden. Vanaf 18 mei mag ik mijn paspoort, met daarin het gegeerde
visum, afhalen. Dinsdag 24 mei Het Russisch visum ligt al op mij te wachten in de visumbalie te
Antwerpen. Ik rij er met de motor heen. Ik heb met Eddy afgesproken en hij
staat mij reeds op te wachten aan de Visumbalie. De Russische bediende
overhandigd mij het paspoort met het visum in en wenst mij goede reis. We
gaan nog een koffietje drinken en bespreken nog enkele reisdetails. Het is
tamelijk mooi weer en we wandelen nog even in de buurt. Ik ga ook nog even
binnen in het Instituut voor Tropische Geneeskunde, waar ik in 1981 mijn
specialisatie Tropische Geneeskunde volgde. Rond 17u rij ik terug huiswaarts. Zaterdag 18 juni De vertrekdatum begint te naderen. Ik ga voor de laatste maal
naar de Taalcarrousel in Gent. Daar hoor ik van René Persyn dat hij omstreeks
2 en 3 juli ook in Moskou zal zitten na een reis doorheen Siberië. We houden
contact. Zondag 19 juni Eddy komt mij opzoeken met slecht nieuws: zijn vader is
stervende na een lange ziekte. Hij is lang stabiel gebleven tot vorige week.
Eddy’s deelname aan de reis wordt dus voorlopig opgeborgen. Gelukkig zijn
alle hotelboekingen gemakkelijk te annuleren zonder kosten. Ik zal de reis
dus aanvatten samen met Peter en Stefan. Misschien komt Eddy ons alsnog
vervoegen. Dinsdag 21 juni Eddy’s vader is gisteravond overleden en wordt vrijdag begraven.
Eddy zal ons zondag vervoegen in Poznan. Eddy schreef: Voorbereiding. Alain boekt alle hotels via Booking.com met in acht name dat ieder
een kamer apart zal hebben en dat er een bewaakte parking voor de motoren zal
zijn. Op elke visumaanvraag dient de reden vermeld. Voor Belarus
vermeld ik vriendenbezoek en dat is niet gelogen want ik zal in Minsk onze
vrienden ontmoeten. Ik geef mijn aanvraag en paspoort binnen op 15 april,
betaal €60 en haal alles af op 22 april. Voor de Russische Federatie is het minder eenvoudig. Reeds op 23
december 2015 heb ik via de dienst I-Visa in St.Petersburg een uitnodiging
verkregen mits betaling van €7,50. Op 26 april begeef ik mij naar VHS, een
speciaal bureau van het Russisch consulaat aan de Vlaamse Kaai te Antwerpen,
om mijn aanvraag in te dienen. Wat blijkt echter, ik heb een verkeerd
aanvraagformulier van het internet geplukt (ik heb het formulier voor een
aanvraag in Nederland en niet dat voor een aanvraag in België). Het juiste
formulier is te vinden op de site van VHS. Bovendien is mijn uitnodiging niet
geldig want de 2 inreisdata moeten expliciet apart vermeld staan en het
programma dient vermeld omdat ik langer dan 14 dagen in Rusland zal zijn. Dus terug naar huis en contact opnemen met I-Visa voor een
nieuwe uitnodiging. Dat gaat gelukkig eenvoudig per mail en zonder extra
kosten. Op 12 mei heb ik terug een afspraak bij VHS. Mijn nieuwe uitnodiging
is in orde wat betreft de inreisdata maar het programma ontbreekt alhoewel
per dag vermeld is in welke stad en in welk hotel ik zal verblijven. Ik
betaal €65 maar volgens de bediende kan de consul mijn visum weigeren wegens
het ontbreken van het programma dat per dag een summier opsomming van de activiteiten
moet geven. Thuis mail ik terug naar I-Visa en krijg per kerende een
programma (datum X transit naar stad Y en verblijf in hotel Z of datum X
ontbijt en bezoek aan stad Y) dat ik onmiddellijk doorstuur aan VHS. Op 20
mei haal ik mijn paspoort af voorzien van een visum met foto voor twee
binnenkomsten. De bediende wenst me een goede reis. Op 25 juni zullen we vertrekken vanuit onze respectievelijke
woonplaats en mekaar ontmoeten in Magdeburg. Maar het noodlot slaat toe. Mijn
vader is ondertussen doodziek en overlijdt op 20 juni, met de uitvaart op 24.
Ik besluit om alsnog te vertrekken op 26 om even een dag tot rust te komen na
de emotionele mallemolen. PROGRAMMA: Dag -1 (vrijdag 24 juni 2016): Mijn mooi vooraf secuur geplande laatste werkdag wordt danig in
de war gestuurd door een dringende oproep, die mij uiteindelijk uren tijd
kost doordat ik aansluitend nog zelf de bloedstalen naar het labo moet
brengen. Al het werk raakt uiteindelijk wel gedaan, maar niet zo rustig als
ik verhoopt had. Bij Martine aangekomen plaats ik het Alpje onder het afdak van
het terras, en het wordt al keuvelend snel middernacht voor we doodmoe onder
zeil gaan. Dag 1 (zaterdag 25 juni 2016): Lommel > Magdeburg DE 545km Ik ben zeer vroeg wakker, en besluit dan even voor zes om toch
op te staan. Uit ervaring weet ik dat het wel drie dagen kan duren eer ik de
stress echt van mijn schouders afgeworpen heb, en kan overschakelen op het
‘normale’ levensritme. Martine heeft mij de krakende trap horen afdalen en
staat even later ook beneden. We ontbijten en babbelen nog wat terwijl ik mij
klaar maak om te vertrekken. Het is acht uur en mooi weer, maar zwaar
bewolkt. Ik start de motor en verlaat alras en al pruttelend Lommel. Martine
legt mijn vertrek vast op de gevoelige plaat. Even voorbij Venlo loopt het al mis. Het begint hard te regenen.
Ik verlaat de autostrade, hou halt onder een brug, en trek mijn regenpak aan.
Dan terug de autostrade op door de kletsende regen. De doortocht door het
Ruhrgebied is er dus één om snel te vergeten. In rustiger vaarwater gekomen
hou ik even halt in een wegrestaurant. Ik kies een stevig soepje uit en vraag
aan de bevallige kassierster of het broodje inbegrepen is. ‘Ja !’. Ik heb
echter voor de ‘grote’ soep gekozen en vraag of daar dan een tweede broodje
bij kan. Ze kijkt mij even aan, ik meen in haar ogen te lezen dat dat in
feite niet zo is, maar ze antwoordt met een ondeugende lach dat dat wel mag.
Misschien had ze wel medelijden met hetgeen ik de uren voordien meegemaakt
had, hetgeen duidelijk zichtbaar afdroop van mijn motokledij. Gesterkt door de soep keer ik terug naar de moto. Een groepje
dames op leeftijd (…MIJN leeftijd…)
komt op mij af. Een bevallige rijzige vrouw met kort grijs haar
spreekt mij al twijfelend aan: “Sprechen Sie Deutsch?”. Ik rits snel mijn
reistasje open, haal al even gezwind mijn mooiste Duits naar boven, en
antwoord vlot: “Ja”. Dan volgt een heel gesprek over de regenellende in het
Ruhrgebied. De dames blijken vrouwen te zijn van een groep motards die een
weekendje gepland hebben doorheen de Harz. Zij (de vrouwen) zijn echter
vanwege de regen naar de Harz vertrokken met de auto, in plaats van achterop
de moto, en zijn enigszins bezorgd over hun mannen, van wie nog geen spoor te
bekennen is, en die mogelijk ergens onder een viaduct staan te schuilen. Ik
moet vertellen om hoe laat ik vertrokken ben en hoe lang ik er over gedaan
heb. Mijn verhaal stelt hen enigszins gerust, en ze nemen dan al gauw
vriendelijk afscheid van mij. In de buurt van Paderborn verlaat ik dan de autobahn en rij
langs kleine dorpjes en donkere geurende wouden doorheen het mooie
Weserbergland waar de Weser zich al kronkelend de afgelopen miljoenen jaren
een weg door gegraven heeft. Het regent steeds minder en op de duur nog
nauwelijks, maar de wegen liggen er nat bij. Ik passeer ook langs
Bodenwerder, bekend als de geboorteplaats van de Baron von Münchhausen, de
leugenbaron, die dienst nam in het Russische leger en ging vechten tegen de
Turken, waarover hij later fantastische verhalen kon vertellen. In gedachten
volg ik zijn spoor, geef volle gas en neem met mijn Transalp een aanloop op
een grote springschans die eindigt net voor de snelstromende rivier. Ik heb
echter ruim voldoende snelheid en zweef even later dertig meter boven de
grond door de ijle lucht. Ik heb hier vanuit de hoogte een prachtig uitzicht
over berg, dal, rivier en stad. Ik zie de mensen gapen en wijzen naar die
motor die daar door de lucht zweeft. Even later kom ik netjes weer met beide
wielen op de weg aan de overkant van de rivier. De vering van de Transalp is
hier ruimschoots op voorzien en geeft geen krimp. Ik zet mijn weg weer verder,
een unieke ervaring rijker. Meer noordwaarts kom ik terug op de autobahn van Hannover
naar Berlijn. De Transalp gedraagt
zich voorbeeldig aan hogere snelheid. Dat is te danken aan het sleutelwerk
van Ad (Waffie van de Transalpclub), die vorig jaar het balhoofdlager van
mijn Transalp verving door een nieuw exemplaar. De Tranzwalp is nu een echte
Transalp geworden. De raststätte van Mariënborn is gelegen aan de voormalige
grensovergang van West- naar Oost-Duitsland. De oude douanegebouwen in
‘Container Art’-stijl staan er nog steeds en vormen nu een permanente
openluchttentoonstelling met binnenin een museum over controle van in en
uitgaand grensverkeer, evenals van de wijze waarop ontsnappingen uit de
voormalige DDR werden voorkomen en afgestraft. Er is zelfs nog een strook
oude betonnen autosnelweg waarboven vanuit een brug met uitkijkpost het
verkeer nauwlettend in het oog werd gehouden. Ik kom even later aan in Hotel Ottersleben in de Magdeburger
Strasse in Ottersleben, een voorstad van Magdeburg. Het is omstreeks 17u30.
Stefan und Peter sind hier schoon een half uurtje. Het is zonnig en zwoel. Na
uitladen en opfrissen trekken we met de bus en vervolgens met de tram naar
het centrum. We stappen af aan de Breiter Weg, rechtover een voormalig DDR
Shopping Center. Het enorme gebouw heeft geen ramen, en is een typisch
voorbeeld van socialistische architectuur. We wandelen eerst door het
centrum, en dan langs de Elbe. Een kindje van grofweg geschat 17 maanden en
drie dagen loopt in de richting van het water, en botst pardoes met zijn
hoofdje tegen de ijzeren reling; een geluk met een ongeluk, want gelukkig
niet verdronken. Het zet een luide keel op. De mama realiseert zich plots dat
ze een kind heeft. Het voorval krijgt verder weinig aandacht want er loopt
weinig volk. Dat was vorig jaar wel anders. Een groot leeg riviercruiseschip
draait zich op de snelstromende rivier in een mum van tijd, gebruik makend
van de snelheid en de kracht van de machtige Elbe. Het heeft duidelijk veel
geregend de laatste weken. Op de promenade bevindt zich een Italiaans restaurant met
terras. Dat lijkt wel wat. We bestellen er een schotel voor drie met wel zes
soorten deegwaren. Mmm…Lekkuggg… De terugkeer naar het hotel gaat opnieuw met tram en bus. We
hebben wat moeite om in het donker de juiste afstapplaats te vinden, en zijn
er zonder onze weet voorbij. Dan maar te voet een eindje terug. Het is
zachtjes beginnen regenen. De zandman slaat vlug en genadig toe. Ik word niet één keer
wakker. Dag 2 (zondag 26 juni 2016): Magdeburg DE > Poznan PL 390km Jullie kunnen het al raden: het verslag moet geschreven worden,
anders raak ik hopeloos achter. De zon schijnt, de vogeltjes schuifelen,
blabla blabla….Ik maak een koffietje klaar met oploskoffie welke dringend op
moet, want aan elkaar geklit tijdens een vorige natte reis. Toch nog te
drinken, gelukkig, want vóór het ontbijt moet ik eerst nog twee uur tekst uit
mijn duim zuigen zonder weer in slaap te vallen. Mooi weer hier, maar onweer in Poznan tegen de middag. We moeten
daar dus toch niet al te vroeg aankomen. Ik zet de TV op om de eenzaamheid wat te verdrijven. Het gaat
over nijlpaarden en krokodillen; je mag raden welke van de twee de grootste
mensendoder is. Mensen hebben inderdaad vaak een verkeerde perceptie van wat
echt gevaarlijk is, en minimaliseren hun eigen risico’s. Zo ook wij: Ik slurp
wat van mijn dodelijke koffie en plan een mooi veilig tripje doorheen de
Ostdeutsche Gelände. Acht uur. Stefan und Peter heb ik het afgelopen half uur al
buiten horen rommelen aan de moto’s. Stefan rijdt met een mooie witte BMW
800GS, opgetut met allerlei Touratech-spulletjes. Peter rijdt op een gele
1200GS van 2005, net dezelfde als de mijne, die thuis op stal staat, maar bij
hem duidelijk een Gs, terwijl eerder een gS bij mij. Beide rijden op noppenbanden. Dat is voor
de échte Gelände. Maar daar doe ík niet aan mee. Het bruine spoor achter mijn
moto zou niet door de banden getrokken worden… Ja, acht uur. Stefan und Peter
zitten reeds aan de ontbijttafel. Het ontbijt smaakt, maar is niet bijzonder.
Ik overdrijf dan ook niet. We keuvelen. Stefan is getrouwd. Peter heeft een
vriendin. Ze zijn 48 jaar en hebben geen van beide kinderen. Ze aten bij hun
terugkeer uit Gent in Luxemburg nog in een restaurantje met Russische kok, en
hadden bijna twintig cm sneeuw bij hun aankomst thuis. En de rest ben ik al
even vergeten… Ik heb dringend een zwarte doos nodig. Maar niet getreurd;
misschien vind ik vandaag of morgen nog wel enkele brokstukken van ons
gesprek terug. Nu moto’s laden, opkrassen, de Breiter Weg op doorheen het
centrum en dan over de Elbe de Ostdeutsche Gelände in. Mooie dorpjes wisselen
elkaar af. Ze zijn allen verschillend. Kerkjes in alle vormen en formaten.
Groene, gele en blauwe velden. Lekker geurende dennenwouden. En geleidelijk
steeds meer motards op de weg. Eentje scheurt ons zelfs voorbij aan 180 per
uur. In een klein dorpje staat de ene steenbakkerij naast de andere. Het dorp
kleurt rood van de bakstenen huizen. Zelfs de trottoirs laten zien waarmee de
mensen hier hun boterham verdienen. Wat verderop een mooi Klein Kasteeltje,
met daar achter kloef in de tuin aan de ene kant een Aldi, en aan de andere
kant een Lidl. ’s Middags stoppen we aan een paling en forelrokerij. Er is een
winkeltje en een restaurant. Het winkeltje heeft broodjes met vis ten besten.
We bestellen alle drie een broodje met een maatje opgelegd in olie. Beeskow an der Spree is een mondaine vakantieplaatsje. Ik
passeerde hier drie jaar terug met Frank en Liliane op de Tsarentrip. In Frankfurt an der Oder nemen we even de autosnelweg om de
grens over te steken, en zetten vervolgens onze weg verder over normale
Poolse wegen, doorheen bossen, dorpen en velden. Ook vrachtwagens volgen ons
voorbeeld. Is het om de tolweg te vermijden, of is het omwille van de schaars
geklede dames die langs de beboste wegen hier en daar plots zwaaiend vanuit
het niets opduiken? Om 17 uur aankomst in Poznan, in het Traffic Hotel. De
vriendelijke receptionist lijkt mij van Joodse afkomst, maar ik vergeet het
hem te vragen. Hij herinnert mij aan Chaim uit Tblisi, maar dan jonger. Het
hotel is duidelijk een voormalig communistisch staatshotel. Op elk verdiep
een ruime receptie met groot bureau, maar nu wel verlaten. De kamer is klein,
maar mooi gerenoveerd, en bloedheet. Er is geen airco. Eddy komt even later om 18u aan. Hij heeft er een zware
autobahn-trip op zitten van bijna 1000 km en is duidelijk moe. Zijn 1150RT is
daar gelukkig voor ontworpen. Toch heeft hij nog zin om mee met ons de stad
te gaan bezoeken. Dan op stap naar het mooie stadscentrum, tien minuutjes te voet.
De oude markt is zeer mooi gerestaureerd. Veel volk, veel kraampjes. Het is
te laat om nog ergens binnen te gaan voor een bezoek, maar er is voldoende te
zien al wandelend. De leukste restaurantjes vind je vaak in één der
zijstraatjes. Zo ook hier. We gaan binnen in een restaurantje waar typisch
Poolse gerechten geserveerd worden. Echte couleur locale, maar geen geluk, ze
gaan net sluiten. Het is dan ook zondagavond. Net om de hoek, net iets
dichter bij de oude markt vinden we toch onze gading, vergelijkbaar van
aanbod, maar wel dubbel zo duur, wat nog steeds niet duur is naar Belgische
normen. Dan weer even op stap om het eten te laten zakken terwijl we het
drukke Poolse avondleven als dessert via onze ogen opzuigen. v Voldaan zetten we de weg zachtjes weer in richting hotel en tot
slot bezoeken we de enorme oude brouwerij net naast het hotel. Het is
omgevormd tot evenementenpaleis met cinema, shops en eettentjes. Bij de terugkeer naar het hotel komen we de receptionist tegen.
Zijn shift zit er blijkbaar op. Onze shift ook, hoewel…, ik heb nog werk voor
de boeg: het verslag aanvullen. Pas om halfeen kruip ik onder de wol. Ik weet
niet precies hoe lang ik nog wakker gelegen heb, maar het was zeker niet
langer dan 15 seconden. De zandman zal van mij niet rijk worden. Eddy schreef: 72428 km - zondag 26 juni:
naar Poznan (PL) Om 7 uur vertrek ik maar de temperatuur is wel laag; slechts
13°. Ik doe mijn merino-ondergoed aan omdat ik besloten heb om met mijn
zomerpakje te reizen gezien de te verwachten hoge temperaturen in Rusland. Ik
schiet goed want er is weinig verkeer maar ter hoogte van Duisburg hou ik het
niet meer. Ik moet stoppen om mijn trainingsvest aan te trekken onder mijn
motorvest. Ik blijf nu kou hebben tot de zon echt doorbreekt. Het is nu 12u30
en mijn trainingsvest kan terug uit. Ik stop onderweg tweemaal om te tanken
en meermaals om wat te rusten; ik ben ontzettend moe van de gebeurtenissen
van voorbije week. Na elke stop voel ik me terug wat beter! Na 1008 km kom ik
om 17u30 aan op de parking van het hotel waar Stefan en Peter hun motor
afladen. Na verfrissing brengen we een bezoek aan de stad. Het is er erg druk
want op het stadsplein is er jaarmarkt. Deze oude Hanzestad heeft nog Duitse
sporen op sommige gevels. Dag 3 (maandag 27 juni 2016): Poznan PL > Lodz PL 220km De lucht is zwaar bewolkt, maar ik laat dit niet aan mijn hart komen. Er is goed weer voorspeld voor
de ganse route: veel zon en 25 graden. Ik ga naar beneden om te ontbijten, en verneem daar dat het
ontbijt geserveerd wordt om het bovenste verdiep, waar ook mijn kamer is. De
ontbijtzaal is zonnig en gezellig gelegen op een soort dakterras met uitzicht.
Ver moeten we niet rijden vandaag. We blijven lang aan de ontbijttafel
zitten. Het ontbijt is heel wat uitgebreider dan gisteren. Stefan installeert
enkele reisroutes op de GPS van Eddy. Bij het verlaten van de parking van het hotel raken we elkaar
kwijt. Eddy en Stefan zijn ribbedebie, en Peter en ik zetten noodgedwongen de
weg naar Lodz verder met ons tweeën. Eerst een half uurtje vervelende
autoweg, en dan duiken we het platteland in. Peter houdt van off-road, en neemt mij hier en daar mee op een
bospaadje. De losse zanderige ondergrond is te lastig voor zijn zware GS, en
hij geeft het telkens al gauw op. Ik geef er ook niet om… We bezoeken de tuin en het parkbos van een mooi paleisje en
rijden een hele eind om langs een groot stuwmeer. De tijd gaat snel voorbij. Onderweg laat ik in een garage een kleine herstelling uitvoeren
aan de ophanging van mijn zijkoffer: Peter had opgemerkt dat het metaal een
barstje vertoont en verder zou kunnen uitscheuren. Losmaken, lassen, en weer
monteren. Een kwartiertje werk. Door het ommetje langs het stuwmeer is het toch al relatief laat
als we in het hotel aankomen: voorbij 16 uur. Het hotel is ruim en
comfortabel, maar binnenin wel wat gedateerd. Mijn kamer bevindt zich op de
tiende verdieping. Dan op zoek naar
Eddy en Stefan, die net op een terrasje iets gegeten hebben. De levensader van Lodz, Piotrokovska, is een lange wandelstraat
waar de rijweg voorbehouden is voor fietsers. Je kunt er je zelfs laten
vervoeren door fietstaxi’s, meestal aangedreven door mannen op leeftijd. Het
fietsverkeer gaat snel, en je kan dus niet zomaar oversteken. Zebrapad
gebruiken, en rood/groene lichten voor de voetgangers. Overtreders worden
snel beboet. Hier en daar hangen verlopen alcoholiekers en daklozen rond. Ze
zijn niet zo jong meer, en dat geeft wel hoop voor de toekomst. In een
zijstraat treffen we dan een hele hoop jonge mensen, veelal toeristen aan. Ze
zijn druk bezig selfies te nemen door middel van de spiegelscherven waarmee
de gevels van gans het straatje bekleed zijn. Een groot voormalig fabrieksgebouw is door projectontwikkelaars
omgevormd tot ‘the place to be’. Zoiets zoals Dok Noord bij ons in Gent, maar
dan een stuk groter en indrukwekkender. Het is het grootste renovatieproject
in Polen sedert de reconstructie van de oude binnenstad in Warshau in de
jaren 50. Het museum is spijtig genoeg gesloten op maandag. Net daarnaast een sterk vervallen woonkazerne, gebouwd in 1908,
en sedertdien letterlijk en figuurlijk niet meer opgefrist. Er wonen hier nog
veel mensen en zelfs gezinnen met jonge kinderen. Ze zullen binnenkort wel
plaats moeten maken voor een transformatie naar dure lofts… Nu op zoek naar een ‘typisch Pools’ restaurant. Na wat omzwervingen net buiten de Piotroskaja vinden we
‘Anatevka’, een Pools-Joods restaurant. (Jullie kennen allemaal wel Anatevka,
maar dan onder zijn Engelse benaming: ‘Fiddler on the roof’.) Je kunt Polen
dus niet bezoeken zonder dagelijks geconfronteerd te worden met het verleden
van Polen waar Joden niet uit weg te toveren zijn hoe goed ook Hitler, en
anderen na hem, hun best gedaan hebben. Terug aan tafel dan maar: ik bestel een ganzenborsch met ei, en
doe mij vervolgens nog eens tegoed aan een halve geroosterde eend, gevuld met
stukjes appel en gedroogde pruimen. Een dessertje kon er nog wel van af, maar
kan er echt niet meer bij, dus een volgende keer dan maar. Op mijn hotelkamer gekomen laat ik het goed gezouten eendje nog
voor een laatste keer dobberen in ruim een liter water. Eddy schreef: 73436 km - maandag 27
juni: naar Lodz (PL) Vandaag zou mijn vader 82 geworden zijn! Rond 09u30 rijd ik samen
met Stefan van de parking. Volgens de GPS moeten we naar links maar dat is
verboden. We gaan dus rechtsom en wachten dik 10 minuten op de grote baan.
Alain en Peter dagen evenwel niet op. Blijkt achteraf dat zij een andere
route volgen. Samen met Stefan volg ik mooie kronkelwegen tot we aan een
grindweg komen. Ik maak een omweg en zie Stefan een eind verder in de diepte
naast een brug aan een rivier. Ik stop ook voor wat foto’s. Een eind verder
kom ik weer aan onverharde weg. Blijkt dat mijn GPS de routes van Stefan
volgt tot aan onverharde weg alhoewel ik die als te mijden opgaf maar de
waypoints van Stefan sturen alles in de war. In Lodz komen Alain en Peter 2
uur na ons toe. Onderweg moest er wat laswerk gebeuren aan de oude Transalp.
Door het centrum loopt er een echte fietsboulevard met even verder een
hypermodern shopping- en ontspanningspark. Aan de overkant van een drukke
baan op minder 100 m van dit alles een onderkomen woonkazerne waar marginalen
samenhokken. We eten in een Pools-Joods restaurant Anatevka. Ik zeg dat de
specialiteit hier Treblinka-salade is maar hij verstaat de grap niet. Dag 4 (dinsdag 28 juni 2016): Lodz PL > Brest BL 340km Opnieuw een zwaar bewolkt lucht en zelfs 27 graden voorspeld! Vandaag moet ik eerder stoppen met het schrijven aan mijn
verslag, want Peter en Stefan waren al telkens eerder dan ik beneden aan het
ontbijt. Ik doe mijn best, maar vandaag is het toch niet anders. Stefan is
een goede eter en heeft ’s morgens wellicht een te grote honger. We maken betere afspraken vandaag voor als we elkaar verliezen
Stefan en Peter blijven bij elkaar, en Eddy en ik. En elkeen heeft een GPS en
een telefoon. Eerste reisdoel is Nieborow, gelegen vlakbij de gloednieuwe
autoweg. Vlakbij is algauw en tiental kilometer, en op de koop toe is het
paleisje niet toegankelijk vóór 10 uur. We stellen ons tevreden met een glimp
en een foto door heen de grote hekken en zetten onze weg verder naar
Warschau. Op de autostrade zet Stefan de gas open en weg is hij, samen met
Peter. Eddy en ik houden het beschaafd, en na een groot half uur bereiken wij
Warschau. We houden halt aan het voormalig getto van Warschau. Ik las hier
vroeger heel wat boeken over, en zag menig film. Het is dan ook even
schrikken dat van dat ganse getto niets, maar dan ook niets is overgebleven.
Eerst de Duitsers, en dan de Polen hebben letterlijk alles met de grond
gelijk gemaakt en vervolgens al het puin geruimd om hier tientallen
appartementsblokken neer te poten in Sovjetstijl. Er is wel een monument
geplaatst ter nagedachtenis, welk continu bezocht wordt door mensen die aan
en afgevoerd worden per taxi. Opnieuw een gelegenheid om eens na te denken
over wat mensen elkander aandoen, of het nu is in een werelddeel, een land,
een gezin. Maar er is wel verschil in proportie. Toch een momentje om even in
het eigen hart te kijken… Dan wieder Stefan und Peter achterna. Een enorme monument is
wat verder neergepoot ter nagedachtenis van de inval door de Sovjets in Polen
net voor de tweede wereldoorlog in 1939, het resultaat van een onderonsje
tussen Hitler en Stalin. Het stelt een treinwagon voor, volgeladen met wel
honderd grafkruisen, en zelfs een Joodse en Mohammedaanse grafsteen, ter
illustratie dat die inval ook de andere voormalige Sovjetrepublieken betrof. Het stadscentrum en oude markt van Warschau bereiken we via een
verschrikkelijk hobbelende kasseiweg. Mooi ! Hier moet ik met Christien eens
komen. De afstand tussen stadscentrum en getto, en al die nieuwe
hoogbouwwijken ertussen geven mij een idee van hoe enorm groot Warschau reeds
ten tijde van Hitler moet geweest zijn, en welke vernielingen er moeten
aangericht zijn eerst door de Duitsers, maar vervolgens misschien ook door de
Russen. Dan weer verder langs de skyline van het ‘Manhattan’ in
Warschau. Een donkere Jaguar scheurt ons voorbij. Het is hier misschien het
moment om vertellen dat ook in Polen rijke mensen leven, en dat al dan niet
rijke Polen ook wel houden van dure snelle auto’s. Die rijden dan ook
iedereen van de sokken, snelheids- en voorrangsregels aan hun laars lappend.
Noblesse oblige. Eddy ziet tot tweemaal toe de radarcontrole niet (blijkt
achteraf). Noch de vaste camera-paal, noch de speedgun in de handen van de
politiecontrole aan de rand van de weg. Ook had hij de knippersignalen van de
tegenliggers niet gezien. Ik wel. Maar toch niet aangehouden of beboet.
Blijkbaar reden we dan toch net niet te snel. Uiteindelijk bereiken we Terespol en komen in de rij van de
Poolse douanecontrole. Het eerste kwartier gebeurt niets, maar dan ook niets.
Geen douanier te bespeuren. Wel vijf lange rijen wachtende auto’s in de hete
zon. Dan: Action ! Silence ! On tourne ! Een man in militaire outfit,
blijkbaar opgeleid door een Amerikaanse drilsergeant uit the movies, geeft
met korte rukjes van hand en vinger aan de eerste auto het bevel om 5 meter
voorwaarts te rijden. Hij blaft dan iets en de chauffeur toont papieren en
opent de koffer. Volgende ! WafWaf ! Rukje met de hand en wijsvinger. Zo doe
ik het ook met de hond van mijn vader. En dan komen ook wij aan de beurt.
Papieren. WafWaf. Koffer openen. WafWaf. Ik volg als laatste van de vier.
‘Van Hevele’ WafWaf. Even pauze…Ik zie hem denken… Hij klaart op en zegt
plots: ‘Van Heylen…? Belgija…?’ en begint te lachen. Ik mag onmiddellijk
door, en hij blaft al naar de volgende. Kende hij nu Martin Heylen? Is hij
een fan van de rockband Van Halen? Of dacht hij aan een wilde nacht met de
boerendochter van Ivan Heylen? Ik zal het nooit weten. Dan weer een half uur aanschuiven aan de Wit Russische douane.
Een lange file, maar uiteindelijk schuiven wij ook doorheen de
administratieve maalstroom. Hier in Wit Rusland gaat alles er heel
vriendelijk, en zelfs behulpzaam aan toe. De douanierster spreekt Duits, en
heeft zichtbaar plezier om te oefenen wat ze in de hogeschool leerde. Eddy en
ik doen ons best in het Russisch. Het doet al snel de ronde dat wij op de
moto naar Kazan gaan. ‘Op een moto van 22 jaar ?’ Ongeloof en plezier.
Vervolgens geld wisselen in het administratief gebouw. Wij zijn voor drie
dagen even miljonair. Terug naar de moto’s. Stefan heeft een papiertje
teveel. Oei. Hoe dat op te lossen? De hoofddouanier zal het zelf wel naar de
collega’s van de vorige controle brengen want Stefan mag absoluut geen
vijftig meter terug gaan. Zo gaat de tijd voorbij en mogen we uiteindelijk
onze reis verder zetten. Probleem ! Ik ben de sleutels van mijn moto kwijt. Ik had ze er
af gehaald om naar het administratiegebouw te gaan. Al mijn zakken afgezocht,
douaniers bezorgd rondom mij. Oef, ze zitten al op het contactslot. Geen
totale ramp indien ik ze verloren zou hebben, want ik heb steeds een
volledige reserve set bij in gezelschap van mijn geheime passagier. En zo belanden we na een kwartiertje aan de receptie van Hotel
Stroitel, waar een stuurse dame, helemaal niet bevallig, ons inschrijft en de
kamer wijst. De kamer is OK en de andere hotelgangers vriendelijk en behulpzaam. Het hotel bevindt zich in
een soort sportcentrum, en heel wat hotelgasten zijn blijkbaar sporters.
Misschien komen ze hier een stage lopen? Nu eerst een werk van barmhartigheid: de hongerigen spijzen. De
norse receptioniste geeft ons met een vaag armgebaar aan waar we kunnen gaan
eten. We speuren de omgeving van het hotel af, en ontdekken dan plots onder
het hotel, op het gelijkvloers, Restaurant Amfora. Anders dan de naam doet
vermoeden is de inrichting wel Grieks aandoend, maar spreken de jonge
uitbaters enkel Russisch en serveren ze geen wijn uit amforen in sierlijke
glazen, maar bier van het vat in grote pinten. Ze zijn heel vriendelijk,
redelijk geklappig, en algauw worden we ondergedompeld in de Russische taal,
terwijl we voor weinig geld een lekkere maaltijd voorgeschoteld krijgen. Dag 4 nog maar, en reeds zoveel gezien en beleefd. Maar nu ga ik slapen want morgen staat ons een enorm programma
te wachten, met bezoek aan Wit-Russen ’s middags én ’s avonds. Eddy schreef: 73668 km - dinsdag 28
juni: naar Brest (Belrus) Vanuit Lodz erg druk verkeer naar de autostrade richting
Warschau. Stefan en Peter vlammen door en we zien hen pas terug aan het
gedenkteken van het ghetto. Dit gedenkteken is tamelijk bescheiden in
overweging genomen de feiten waaraan het herinnert. Iets verder is er een
meer indrukwekkend gedenkteken voor de inval van de Sovjet-Unie in Polen in
1939 als gevolg aan het Stahlpact (spoorwagon vol met kruisen en enkele
zespuntige sterren). Dan rijden we verder naar het oude stadscentrum en over
de marktplaats met veel restauratiewerk. En dan verder naar de grensovergang
in Terespol waar we om 15u toekomen. Pas om 15u40 kunnen de naar de overkant
wegens een hautaine Poolse grensbeambte. Hij laat ons langdurig wachten
vooraleer tot controle van onze documenten over te gaan. Bovendien geeft hij
ons bevelen in het Duits: ‘PAPIERN’ en ‘AUFMACHEN’. Hij zou beter een zwart
uniform met swastika aantrekken. Aan de overzijde een en al behulpzaamheid en
vriendelijkheid. Zo wordt er geholpen bij het invullen van de
registratiekaart voor personen alsook voor de administratie voor de invoering
van de voertuigen. Tot slot wordt ons nog een ‘tot ziens’ en ‘een goede reis’
gewenst. Wat een verschil met de boeren van onze eigen E.U. Ik wissel geld
aan de grens: voor €50 krijg ik BYR 1082000. Vanaf 1 juli wordt er nieuw geld
uitgegeven en vallen er 4 nullen weg. Aan ons hotelletje, erg Spartaans maar
slechts €13,41 (zonder ontbijt) en proper, eten we erg lekker in restaurant
Amfora voor €10 p.p. (voor- en hoofdgerecht, dessert en drank). Dag 5 (woensdag 29 juni 2016): Brest BL > Minsk BL 350km Het is al warm van ’s morgens vroeg. We vertrekken om 8 uur
zonder ontbijt want het hotel heeft geen restaurant of ontbijtzaal. We slaan
onderweg een broodje en een koffie in onze kas, en zetten de weg verder naar
vrienden van Stefan, Raïssa en Sergeï, die ons verwachten voor het
middagmaal. We hadden gepland om onderweg het Ruzhany Sapienov paleis in Ruzhany te bezoeken,
maar de GPS faalt om er ons heen te brengen. We komen rond de middag aan bij Raïssa en Sergeï. Het zijn
charmante mensen van mijn leeftijd, beide gepensioneerde leraars, zij gaf
Duits, de tweede taal in Wit-Rusland, en hij biologie en aardrijkskunde. Hij
spreekt Engels en een woordje Frans, zij enkel Duits. We worden onthaald met
een rijkelijk gevulde tafel. Ik doe mijn best overal eens van te proeven
terwijl Sergeï vertelt over zijn hobby’s en het verlangen om toch ook eens op
reis te gaan naar onze contreien, wat niet evident is vanuit zijn land. Hij
maakt graag wandelingen en fietstochten doorheen de vele en prachtige
natuurparken welke zijn land rijk is en fotografeert graag kunstige zaken
waarin de mens toch zijn meerdere moet erkennen in moedertje natuur. Hij
toont met enige trots zijn fotoalbum. Nu en dan tracht hij iets in het Frans
te vertellen, en vindt het prachtig als ik hem help om zijn uitspraak te
verbeteren. Ondertussen praten Raïssa, Stefan en Peter honderduit met elkaar
in het Duits. Nadien bezoeken we toch nog het Ruzhany Sapienov paleis in
Ruzhany, of tenminste wat er van overblijft. Eddy meende een glimp ervan te hebben
opgevangen tijden de doortocht door Ruzhany. Dit paleis overleefde de tweede
wereldoorlog niet, maar de overgebleven ruïne geeft toch een heel mooi beeld
van dit indrukwekkende bouwwerk. Een klein deel is gerestaureerd met beperkte
middelen. Bij aankomst worden we uitgenodigd om te figureren in een
video-opname welke gefilmd wordt door een drone. Hetgeen vorig jaar niet lukte, lukt dit jaar wel, zij het nipt:
het bezoek aan het Nesvizh-paleis, in het gelijknamig stadje. Het is een
prachtig gerestaureerd kasteel, omgeven door een wal en verdedigingswerken,
ook een soort kremlin dus, gelegen aan een klein meertje in een oase van
groen aan de rand van het stadje. Op dit late uur baadt het in de warme gloed
van de dalende zon. Dit is één van de mooiste parels aan de kroon van Wit
Rusland. Ik mag nog binnen in het museum, doorloop de prachtig gerestaureerde
kamers en zalen, maar wordt kwart voor zeven door een vrouwelijke zaalwachter
toch vriendelijk aangespoord met “Bistro” (Snel!), maar dan lachend wanneer
ik doorstap “Neen, niet te vlug ! Eerst de slaapkamer van de prinses nog gaan
bekijken!” Het is uiteindelijk halfnegen wanneer ik mijn hotelkamer
betreed. Ik kleed mij om, neem een douche, en ga er op uit om eten te zoeken.
Het wordt een snelle sobere hap in een restaurantje dicht bij het hotel.
Terwijl ik aan het eten ben hoor ik een paar luide knallen buiten. Ik kijk
rond mij, maar iedereen eet rustig verder. Ik eet verder en wanneer ik buiten
kom is alles rustig op straat. Terug in het hotel het verslag bijwerken. Kwart voor twaalf vind
ik het uiteindelijk welletjes geweest en zoek mijn bedsponde op. Ik word niet
gestoord door een telefoontje dat mij vraagt of ik nog gezelschap nodig heb
voor deze nacht… Eddy schreef: 74038 km - woensdag 29
juni: naar Minsk Vandaag dienen we met zijn allen te gaan eten bij kennissen van
Peter en Stefan die op dik 100 km voor Minsk wonen met daarbij in de buurt
nog de ruïne van een immens kasteel. Wanneer we Ruzhan doorrijden zie ik
rechts van ons de immense ruïnes. Ik ben blijkbaar de enige want vele
kilometers verder wordt er gestopt en blijken de andere 3 te zoeken naar de
ruïne. Er wordt dan maar verder gereden naar de kennissen. Maar dit loopt
niet van een leien dakje. Stefan en Peter gaan over onverhard terrein waar ik
niet door kan met mijn RT. Uiteindelijk blijkt er een omweg te zijn over
mooie geasfalteerde weg die we dan ook volgen tot bij de gepensioneerde
leraars Engels en Duits die ons hartelijk verwelkomen. Zij beheren blijkbaar
ook de goederen voorzien voor de nieuw te bouwen kerk. Na lekker eten ga ik
er met Alain vandoor en brengen alsnog een bezoek aan het Ruzhany Sapienov
paleis. Hierna spoor ik naar ons hotel in Minsk waar ik normaal mijn vrienden
zal ontmoeten. Dat gaat evenwel niet door wegens slechte afspraken gemaakt
door mijn echtgenote. Ze zullen dan ook pas de volgende ochtend langskomen.
Ik hoor vanuit mijn hotelkamer nog enkele geweldige knallen. Autoalarmen
springen aan. Is er een aanslag gebeurd? Buiten wandelt iedereen rustig
verder. Dag 6 (donderdag 30 juni 2016): Minsk BL > Vitebsk BL 300km Om vier uur wakker. Dat is nog te vroeg ! Ik draai mij om en
droom verder. Om halfzes sta ik dan toch op. Rommelen en voorbereiden van de
dag die komen zal. Ontbijt om 7 uur. De ontbijtzaal is nog dicht.
Uiteindelijk mogen we binnen terwijl ze alles nog aan het aanvoeren zijn. Er
is veel keus, behalve in brood. De koffie is niet echt lekker. Stefan en Peter willen onmiddellijk de weg aanvangen. Eddy en ik
blijven nog even in en om Minsk hangen. Het museum van de grote patriottische oorlog is verhuisd naar een
nieuwe locatie en totaal nieuw opgezet. We passeren langs de nieuwe residentie van de president.
Indrukwekkend, redelijk sober. Spijtig genoeg is het enkel aan de buitenkant
te bezichtigen. In Zaslajtse zijn er de ruïnes van een versterkt dorp uit de 10e
eeuw, met daarin een gerestaureerde kerk van de 15e eeuw. Heel bijzonder is
de goede staat van de omwalling die lijkt op een dijk zoals bij ons, en
vooral de ligging op de top van een heuveltje naast de rivier. Het museum van de Stalin-linie ligt slechts enkele kilometers
verder. We loen er een half uurtje rond. We vervelen ns geen moment, want
alles is heel aanschouwelijk voorgesteld. Het is warm en een ijskreempje gaat
er goed in. Terwijl we het langzaam binnenwerken komt een lokale schone van
een kraampje verder en babbeltje slaan. Zij doet haar best in het Duits, wij
in het Russisch. Op weg naar Vitsebsk dan weer. Vandaag omschakeling van Wit Russische munt: Er vallen vier nullen
af van de bankbiljetten. Heel wat bankautomaten vallen uit. Net wanneer ik
die nodig heb, is er geen benzine meer te verkrijgen. We passeren een aantal
auto’s die heel langzaam rijdend tot aan een volgend benzinestation proberen
te geraken. Wat verder valt ook mijn motor al pruttelend stil. Ik schud
echter nog een troefkaart uit mijn mouw: ik leg de motor helemaal schuin op
de linker kant en er loopt nog wat benzine in de linker tankhelft, waar de
benzinekraan zit. Ik rij weer verder, maar val na 10 kilometer weer stil. Heb
ik nóg een troefkaart? Linker koffer er af en nu helemaal plat leggen. Weer
kan ik rijden, en deze keer val ik net net net niet zonder nafte, en bereik dolgelukkig een benzinestation waar
alles nog normaal werkt. Aankomst in Vitebsk. Ik fris mij op en ga naar de lobby, en
begin mijn verslag te schrijven in afwachting dat Eddy hier is. Met ons vieren gaan we te voet naar het centrum. Vitebsk is een
stad met brede straten en een enorm centraal plein waar vandaag heel wat
activiteit heerst. Boven de rivier uit torent een soort driepuntige obelisk
uit ter nagedachtenis aan de gesneuvelden van de grote vaderlandse oorlog.
Wat verder is een soort openluchtmuseum met voer en wapentuig uit de vorige
eeuw waar jonge kinderen zich uitleven onder het goedkeurend oog van hun
moeders. Plots zien we jonge mensen in groep paraderen, en even later volgen
er nog andere. Het doet ons onmiddellijk denken aan Kursk vorig jaar. Het
stopt niet; de muziek begint te schallen over het plein en andere groepen
verschijnen in uniform. Wij houden het nog even in de gaten, maar worden dan
toch door de honger overmand en zoeken met de hulp van een vriendelijk
koppeltje inboorlingen een groot restaurant op met uitzicht over het grote
plein. Het begint al te schemeren wanneer we het hotel verlaten, en
nemen de weg terug naar het hotel. Dit was mijn laatste avond in Wit-Rusland,
een rustig keurig land met een vriendelijke en betrokken bevolking. Kom ik
hier nog ooit terug? Eddy schreef: 74511 km - donderdag 30juni: naar Vitebsk Igor, Ira en hun zoon Tolek zijn om 8 u in het hotel. Onze
begroeting is hartelijk zoals altijd. Ik verneem van Igor dat hij niet wist
wat, waar en wanneer want er was hun enkel gezegd dat ik ‘na 27’ in Minsk zou
zijn. Bovendien waren ze de avond voordien in de tuin bezig. De knallen de
avond voordien hielden verband met de repetitie voor de parade bij de
herdenking van de bevrijding de volgende zondag. Mijn vrienden wuiven ons
uit. Alain en ik houden een eerste stop aan het gigantische nieuwe
presidentiële paleis. Dan verder over perfecte wegen met een stop aan een
klein, oud kremlin zijnde een kerkje met een omwalling verborgen in alle
rust. Dan de Stalina Linea; een gedenkplaats met enkele bunkers en een
terrein waar tijdens weekends kleine veldslagen tussen Duitse en sovjet
soldaten worden nagespeeld. Op het enorme oppervlakte staat ook allerlei
afgeschreven wapentuig maar herkenbaar uit films. Aan een souvenirkraampje
worden we te woord gestaan door een spontane, jonge vrouw die blijkbaar al
wat afreisde in West-Europa. Dan maar verder naar Vitebsk. Maar Alain valt
zonder benzine. We moeten zijn motor tot tweemaal kantelen zodat er nog wat
brandstof naar de kant van het kraantje stroomt. Mijn gele lichtje gaat ook
branden en het laatste blokje van de benzinemeter verdwijnt op 1 km van een
benzinestation. Zo leeg reed ik mijn RT nog nooit. In de stad is er een
repetitie voor de viering van de bevrijding aan de gang op de grote
herdenkingsplaats met eeuwige vlam. Dag 7 (vrijdag 1 juli 2016): Vitebsk BL > Moskva RU 540km Ontbijt om 7 uur. Uitgebreid, verzorgd, Het weer belooft weer warm te worden. Reeds bij het vertrek is
het broeierig. Eerst de resterende Witte Roebeltjes gaan optanken en dan op
naar Rusland. Ik koop een grote fles water om de eerste dorst reeds te
lessen, maar het blijkt een Wit Russische soort Vichy Catalan. Gelukkig vindt
Eddy dit lekker, anders … Na een veertigtal kilometer ‘couleur locale’ komen we aan de
grens met Rusland. Geen gevaarlijke honden te bespeuren. En daarbij, de kluif
zit nu goed beschermd in zware ‘Adventure’ boots. Een douanier vraagt onze
pas, gaat die binnen controleren, en geeft ze ons terug. We mogen weer verder.
Toch opvallend dat Russische en Wit Russische douaniers allemaal zo correct
en zelfs vriendelijk zijn. Smolensk laten we rechts liggen. Moskou is dan nog meer dan 400
km verder. Rijden, even halt houden, Stefan zien voorbijrijden, staande op
zijn motor, rijden, eten, rijden. De kaarsrechte weg is eentonig, maar
gelukkig in zeer goede staat. De eentonigheid wordt wel iets doorbroken door
het glooiende landschap. Dan naderen we de afslag voor Borodino. We moeten hiervoor links
afslaan, maar het licht staat nog op rood. De tegenliggers krijgen nu oranje;
een zware terreinwagen en een kleinere auto kunnen nog stoppen aan de rode
lichten, de zware camion achter hen niet, en beukt op de kleine wagen in. Die
wordt naar voor geprojecteerd in mijn richting. Ik zie de bestuurster met
opgeheven armen schreeuwen, en Beertje Brom (een bruine) vliegt door het raam
van de auto naar buiten. Ik zie de wagen op mij afkomen, geef gazze en rij
net op tijd enkele meters naar links. Ook Eddy doet hetzelfde. Even denk ik
er aan om te stoppen, maar maak mij dan toch snel uit de voeten, want er
waren buiten Beertje Brom geen gewonden, en daar kon toch maar enkel miserie
en tijdverlies van komen. Borodino, dat is andere koek dan een vrouw in shock, een wagen
in schroot, en Beertje Brom levenloos op de tarmac. Hier brachten de Russen aan Napoleon de genadeslag toe in 1812.
Napoleon won deze veldslag, maar zijn leger was te verzwakt om de campagne echt
succesvol af te werken. Van de meer dan zeshonderdduizend soldaten die
Napoleon (onderweg naar Rusland) meenam voor de verovering van Rusland
keerden slechts twintigduizend terug. Op deze plaats werd dan ook een gedenkteken opgericht ter
nagedachtenis van de vele gesneuvelden die Moskou en Rusland behoed hebben
voor Napoleon. Op de weide naast dit monument zijn er jeugdkampen aan de gang.
De jongens worden hier al spelenderwijs de twijfelachtige appetijt
aangebracht om held te worden in een oorlog waar altijd bijna uitsluitend
verliezers zijn. Weer de motor en de hort op. De zwaarste brok moet nu nog komen:
van west naar oost doorheen gans Moskou op de vrijdagavondspits. We rijden langsheen de Westers geïnspireerde triomfboog en
geraken wonderwel heel vlot tot op de binnenring in Moskou. Logisch, de
mensen rijden naar huis, of naar hun datscha (weekendverblijf) buiten Moskou. Net over de Moskwa passeren we de skyline van Moskou. Op de
binnen ring zijn vijf rijstroken in elke richting, met daartussen een smalle
strook voor de hulpdiensten. Het verkeer gaat hier bij wijlen heel traag, en
wij schuiven dan voorzichtig mee met de stroom auto’s. Nu en dan rijdt een
politieauto met loeiende sirene op de hulpstrook. En dan loopt het weer mis. Een grote zwarte Mercedes met blauw
zwaailicht rijdt over de hulpstrook in onze richting. Hij voegt in op de
vijfde rijstrook en blijft naast mij rijden; ik rij braaf aan ongeveer
40km/u op de vierde strook. Plots komt
op de hulpstrook uit tegenovergestelde richting een zwarte zware terreinwagen
van de politie met zwaailicht en loeiende sirene. Net als hij op onze hoogte
is remt hij uit alle macht, gaat in de slip, en raakt hij een viertal andere
auto’s opzij van hem. Net een carambole op een biljartlaken. Veel kan ik er
echter niet van zien, want tegelijkertijd wijkt de zwarte Mercedes met
zwaailicht links van mij uit naar rechts op mijn rijstrook. Ik kan nog net
voldoende afremmen en uitwijken, anders was dit een dubbel accident met twee
politiewagens geweest. Hoe het afloopt met dat ander accident kan ik verder
niet meer zien, want ik moet met de automassa mee schuiven. In mijn spiegel
zie ik nog enkel een enorme zwarte rookpluim, vermoedelijk van verbrande
rubber. Toch even onder de indruk, rij ik heel voorzichtig verder een
veilige afstand van die zwarte cowboy met zwaailicht vóór mij. Sightseeing is
er voorlopig niet bij. Spijtig genoeg stond mijn helmcamera net niet aan. We bereiken een half uurtje later vlot ons hotel. Daar proberen
we nog even vruchteloos om slechts één parkeerplaats te moeten betalen voor
twee moto’s. We checken in, en zien Stefan und Peter die daar ook net
aangekomen zijn. Dan opfrissen en gaan eten in een restaurantje in de buurt. Een bewogen rit naar en doorheen Moskou. Om nooit te vergeten.
We blijven hier 3 nachten. Eddy schreef: 74874 km - vrijdag 1
juli: naar Moskou (Russische
Federatie) Ik rijd met Alain via Borodino, plaats waar een veldslag tegen
het Franse leger van Napoleon plaats vond en waar ook een slag plaats had
tussen het Duitse en het sovjet leger tijdens W.O.II. Peter en Stefan rijden
rechtstreeks naar Moskou en hopen met de motor op het Rode Plein te geraken.
Gezien er een douane-unie is tussen Belarus, de Russische Federatie en
Kazachstan houdt de eigenlijke grenscontrole niet veel in. Wij dienen even te
stoppen, ons paspoort te overhandigen waarmee de politieman in zijn bureeltje
verdwijnt en na een drietal minuten kunnen we verder zonder problemen. Er
komen nu stapelwolken opzetten terwijl het de dagen in Belarus echte zomer
was. Het wordt een monotone rit onderbroken door een stop voor een kop
koffie. En dat is een misrekening want ik heb enkel 350 Roebel in mijn bezit
en de rekening is 365 Roebel. De serveerster maakt er geen probleem van. Uit
erkentelijkheid breng ik nadien onze tassen vanop het terras terug naar
binnen wat dan weer gewaardeerd wordt, en zo is iedereen tevreden. We
passeren een wegwijzer naar ‘INTERNAT’; zouden de inwoners hier ‘nArds’ zijn.
We steken ook de ‘DNJEPR’ over; hier niets van de machtige stroom die ze
vormt voor Kiev maar eerder de Kleine Nete. Wanneer we op de M1 aan de afslag
naar Borodino staan te wachten tot het verkeerslicht verspringt, zitten we
plots in een ‘you tube film’! Wij staan in het vak voor linksaf terwijl het
verkeer rechtdoor groen heeft. De klok in het verkeerslicht tikt en van de
andere kant komt een kleine, rode personenwagen, verder een terreinwagen, een
grotere personenwagen en een vrachtwagen (trekker met oplegger). De klok tikt
: 15, 14, 13, … De kleine, rode wagen vertraagt. De andere 3 naderen erg
snel. Ik ben zeker dat ze het niet zullen halen. De kleine wagen stopt op het
ogenblik dat de klok van de groene 1 naar oranje springt. De terreinwagen
rijdt het kruispunt over wanneer oranje rood wordt. Op dat ogenblik komt de
tweede personenwagen aan het licht toe en stopt, maar verandert nog van de
eerste naar de tweede rijstrook. Maar dan is er ook de vrachtwagen aan hoge
snelheid. Hij ontwijkt de kleine, rode personenwagen in de eerste rijstrook
en gaat naar de tweede rijstrook. Maar daar is de andere personenwagen tot
stilstand gekomen. De mastodont vlamt er achter in. De auto wordt over het
kruispunt gekatapulteerd. Stukken van de cabine van de trekker vliegen weg.
Door de verbrijzelde achterruit van de auto vliegt een pluchen beertje naar
buiten en belandt midden op het kruispunt. De bestuurder, een vrouw, zit met
de handen ter hoogte van haar door schrik verwrongen gelaat. De wagen komt
onze richting uit! Wij scheuren weg, linksaf. Wanneer we bij Borodino
aankomen blijkt mijn GPS tilt te slaan. Ik rijd constant naast de weg en de
stem herhaalt telkens opnieuw ‘herberekenen’. De Streetmaps gaan blijkbaar
niet samen met Garmin als je geen vooraf uitgestippelde routes gebruikt. We
zetten onze weg verder naar Moskou en in de verte doemt boven de bomen een
van de Stalintorens op, waarvan er in totaal 7 zijn neergepoot. Het verkeer
wordt nu echt chaotisch. Op de grote boulevard van de Staraja Smolenskaja
Varota (de oude Smolensk poort) naar het oorlogsmuseum zijn er in beide
richtingen 4 rijstroken gescheiden door een strook voor prioritaire
voertuigen. En daar komen we opnieuw terecht in een ‘you tube film’. Wij
rijden in de vierde rijstrook en vanuit onze richting komt een zwarte
Mercedes met zwaailicht en sirene. Vanuit de andere richting komt een
terreinwagen van de politie eveneens met toeters en bellen. Dit moet
mislopen! Op het laatste ogenblik kapt de Mercedes af naar rechts juist voor
Alain. De terreinwagen remt ondertussen uit alle kracht zodat geweldige
rookpluimen uit de banden komen. Maar de wagen gaat aan het slippen en begint
trager rijdende wagens, in dezelfde richting in de vierde rijstrook, te
rammen. Minstens 4 wagens aangereden en carrosserieonderdelen vliegen in het
rond. Gelukkig kunnen wij onze weg veilig verder zetten. Maar het is wel
ontzettend vermoeiend om zonder kleerscheuren door deze heksenketel te geraken
want in elke gelaten opening wordt door automobilisten ingedoken. Ons hotel
zit vol Chinezen die allemaal wel een of andere gids met vlaggetje volgen. Ze
zullen de volgende dagen meermaals voor onze voeten lopen. Dag 8 (zaterdag 2 juli 2016): Moskva verblijf. Opnieuw mooi weer. Hat zal wel weer dertig graden worden.
Ontbijt stipt om 7 uur, want we moeten op tijd aan het Kremlin zijn. Het
buffet is zeer uitgebreid, vooral de taartjes. Spijtig (of gelukkig?) dat ik
daar ’s morgens nooit zin in heb. We nemen de metro tot aan het Rode Plein. Het is nog te vroeg om
naar het Kremlin te gaan en gaan nog even binnen in de Kerk van de Moeder
Gods van Kazan, die bijna continu in gebruik is. Dit is mooi geïllustreerd door het monotoon gemurmel van de
priester, in een hoek gebogen over een dik boek, door de zwaar beladen
wierrookdampen, waar doorheen de zonnestralen langs de glasramen met moeite
doorheen priemen, en door de vele mensen, vooral vrouwen, die hier, met
bedekt hoofd, hun devotie komen betuigen, al buigend, kussend, en vooral vele
kruistekens slaand. Dan toch maar op naar de kassa van het Kremlin, om onze op
voorhand gekochte vouchers in te wisselen voor tickets. We zijn dan ook bij
de eerste om de Wapenkamer en het
Diamantfonds te gaan bezoeken. We moeten hiervoor wel eerst het ganse
enorme terrein van het Kremlin oversteken, wat enkele mooie fotootjes
oplevert in de ochtendzon, op een moment dat de site nog niet is overspoeld
door een massa toeristen. We passeren het immens kanon waarmee de baron van Munchhausen
zo beroemd werd. Het Diamantfonds en de Wapenkamer herbergen de schatten van
Rusland, zorgvuldig verzameld door alle heersers van de laatste 500 jaar,
Sovjetleiders inclusief. Dat er zich hiertussen ook heel wat geroofd
materiaal bevindt staat buiten kijf, nog onafgezien van de onmetelijk vele
tranen die deze rijkdommen op één of andere manier gekost hebben. Maar het is
allemaal mooi,….. indrukwekkend mooi. Van alle kerken binnen in het Kremlin vermeld ik er maar één: de
kathedraal van de aartsengel Michaël, waar vele Moskouse grootvorsten en de
eerste tsaren begraven werden, tot Sint-Petersburg hoofdstad werd van
Rusland. Het GUM is een luxe warenhuis waar we eventjes doorheen kuieren,
maar dan snel weer verlaten, op zoek naar een betaalbare eetgelegenheid
ergens op de Nikolskaya, een verkeersvrije straat waar heel wat
straatanimatie voor ambiance zorgt. Moskou staat bekend als één der duurste
steden ter wereld, maar dat moet je met een korrel zout nemen. Er zijn
inderdaad héél dure winkels en héél dure hotels, maar er zijn genoeg
etablissementen waar de modale Rus met een bescheiden gevulde portemonnee
toch met grote tevredenheid zijn maag of zijn boodschappentas kan vullen. We vinden een leuke gelegenheid: Varenitsnaja Nr1, waar typisch
Russische gerechten geserveerd worden in een retro Russisch kader van de
jaren vijftig en zestig, en heel betaalbaar. Zeer lekker, en voor herhaling
vatbaar, want ze hebben een uitgebreide menukaart, en nog gelijkaardige
vestigingen op andere populaire locaties van de hoofdstad. Dan weer verder met de metro naar het Novodevichi kerkhof, een
prestigieuze begraafplaats waar een hoop bekenden zijn begraven: Tolstoï,
Lebed, Tupolev, Jeltsin,…en ook de in ongenade gevallen Chroestjov. Dit kerkhof was tijdens de Sovjetperiode als begraafplaats qua
status alleen ondergeschikt aan de Kremlinmuur. Kortom de Père-Lachaise van
Moskou. Vervolgens keren we terug naar het centrum, ditmaal Arbatstraat,
een populaire winkelstraat, waar veel toeristen langskomen. Hier zijn heel
wat eetgelegenheden en straatanimatie allerhande. Onderweg worden we aangesproken door een jonge vrouw, die ons
uitnodigt om in haar etablissement te komen eten. Stefan papt even met haar
aan en ontfutselt haar haar voornaam: Julia. Het is echter nog vroeg, en we
zetten lachend onze weg verder. We lopen wat souvenirshops binnen, bekijken
wat mooie oldtimers in een zijstraat en bereiken uiteindelijk het einde van
de lange winkelstraat, waarna we terugkeren in omgekeerde richting. We
passeren weer voorbij Julia en zien dat het restaurantje van dezelfde keten
is als dat van deze middag. We gaan dan ook binnen. Julia verliest volledig
haar interesse in ons en gaat nieuwe klanten ronselen. Het avondeten is zeer
lekker. Om 8 uur ’s avonds keren we terug naar het hotel. Per ongeluk
stappen we een halte te ver af, te midden van het groene Ismaëlovpark. Daar
zien we groepen oudere mensen muziek maken en dansen. Wij zijn echter
doodmoe, bekijken het wel even, maar keren dan terug naar het hotel. Peter is
de enige die hier nog wat wil blijven rondhangen. Eddy schreef: 75428 km - zaterdag 2 juli: verblijf in Moskou Dag 9 (zondag 3 juli 2016): Moskva verblijf Peter is nog tot 1 uur ’s nachts blijven rondhangen in het park.
Om 7 uur stond hij aan de ontbijttafel. Wij (de anderen) doen het rustiger
aan, en gaan pas ontbijten om 8u30. Zodoende wordt de zondag toch nog een
beetje een rustdag. We nemen op het gemak de metro, en kunnen nu in de ochtendrust
nog genieten van de mooie versieringen in de metrostations. Maar niet voor
lang, want vandaag bezoeken we BUNKER 42, een ondergrondse controlekamer
(enorm groot), ergens in het centrum, waar destijds op een rode knop kon
geduwd worden om ergens vanuit een verborgen locatie kernbommen te lanceren. De bunker bevindt zich in een schijnbaar gewoon woonhuis, en is
vermoedelijk tot hier uitgegraven vanuit een zijtunnel van de metro. Deze
bunker is in gebruik geweest tot de jaren tachtig, toen de
SALT-ontwapeningsverdragen en modernere technologie deze overbodig maakte. De
bunker diende niet als atoomschuilkelder, maar bevat wel de nodige
faciliteiten om het legerpersoneel dat op dat moment van wacht was gedurende
een maand te laten overleven. We dalen te voet zo een zestig meter af langs
een trap van ongeveer twintig verdiepingen. We bezoeken de leefruimten, de controlekamers, krijgen heel wat
uitleg, en ook nog een film over de kernbomdreiging tijdens de koude oorlog. Nu die twintig verdiepingen weer naar boven. Zonder hijgen en
vlotter dan de meisjes van 16 jaar. Niet slecht voor mijn leeftijd. Ook Eddy
gaat vlot naar boven. Hij is er bijna 63. Buiten gekomen biedt Stefan zich aan voor een fotoshoot van de
klas tieners incluis de begeleidsters. Plots herinneren we ons dat we in de bunker kunnen middagmalen.
We gaan weer binnen en mogen ditmaal, begeleid door een zeer bevallige dame,
de lift terug helemaal naar beneden nemen, en nemen nu een andere gang naar
een trendy en flashy restaurant. Hier worden voorzeker veel zakendiners en zakendeals gehouden,
want het geheel doet een beetje aan als een gigantisch caberdouschke, met
donkere hoekjes en flitsende lichtjes, zodat losse handjes onopvallend hun
weg kunnen vinden naar zachte en ronde plekjes, vooraleer uiteindelijk een
krullende handtekening te plaatsen onder getallen met veel cijfers vóór de
komma. Het eten is lekker en we verlaten voldaan de faciliteit, opnieuw
vergezeld van de bevallige jonge dame, naar boven ditmaal Na de middag verlaat ik de groep, die in gedunde slagorde het
oorlogsmuseum gaat bezoeken. Even maak ik nog een ommetje langs het Gorki
Park, waar vooral gezinnen met kinderen rondwandelen, en daarna breng ik de
namiddag door in de Tretyakov Galerie. Dit is één van de parels van Moskou,
en zelfs van Rusland. Het gebouw zelf is niks, en dat is licht uitgedrukt,
want de inhoud verdient wel wat beter. Hier bevindt zich ’s werelds mooiste
collectie van Russische (schilder)kunst van de laatste 150 jaar. De collectie kan mij grotendeels boeien omdat ze tegelijkertijd
een heel mooie kijk geeft op het dagelijks leven, de woelige geschiedenis, en
de cultuur van Rusland tijdens de twee laatste eeuwen. Vervolgens te voet over de Moskva rivier en dan met de metro
naar Arbat Ulitsa. Ik zoek een ander filiaal op van de restaurantketen waar
we al twee maal verwend werden, ditmaal in Novij Arbat Ulitsa, en bestel er golubtsi: opgerolde
koolbladeren met binnenin een vulling van vlees en rijst, gestoofd in een
soepje in de oven. Alles in het Russisch (met haar op) besteld en afgerekend.
Voldaan en op het gemak keer ik via de metro terug naar het hotel. Eddy schreef: 75428 km - zondag 3 juli: verblijf in Moskou Dag 10 (maandag 4 juli 2016): Moskva RU > Ryazan RU 200km Vandaag is een heuglijke dag, waar mijn eerste gedachten gaan
naar mijn moeder, die mij, met vooraf een klein beetje hulp van mijn vader,
in de oude Bijloke van Gent ter wereld zette. Ik heb geen herinnering aan de
zware emotie die ik zelf hierbij voorzeker meegemaakt heb, maar ik kan mij
wel deze van mijn ouders voorstellen, gezien ik zelf driemaal zulk een grote
vreugde mocht ondervinden telkens mijn vrouw mij één van mijn drie dochters
schonk. Verleden, heden, en toekomst, vol momenten van intens genot, als je
er maar voor open staat. We zijn vandaag niet gehaast. Er staan ons slechts een grote
tweehonderd kilometer te wachten. Halfweg onze eindbestemming ligt Kolomna. Eddy heeft niet veel
zin om hier voet aan wal te zetten en rijdt alvast door. Peter en Stefan
waren al wat sneller ribbedebie. Ik geef er niet om, want kan nu aan eigen
tempo en goesting een en ander bezoeken. In de stad bevindt zich het Kremlin
van Kolomna, een van de grootste kremlins binnen de oblast Moskou. Het is ook
gebouwd met rode baksteen waardoor het lijkt op het alom bekende Kremlin van
Moskou. Dit fort was onderdeel van de Grote Abatislinie, een serie van
verdedigingswerken, die Moskovië moest beschermen tegen de aanvallen van de
Mongoolse Tataren. Het kremlin ligt op een heuvel, is nog deels omgeven door
een aarden wal en een muur en heeft
uitzicht op het weidse platteland eromheen. Ik trot het ganse Kremlin af, en loop ook eens een klooster
binnen. In de kloosterkerk heerst een drukte van jewelste. Een aantal vooral
bejaarde vrouwen kuisen het kerkje op. ‘Uit de weg!’ roept er mij één
onvriendelijk toe. Ik hoor haar zeggen tegen de andere vrouwen dat ik een
Duitser ben. Hoe denkt ze dat nu te kunnen weten? Ik heb niets gezegd, en ik
zie er zeker niet uit als een Duitser. Ik spreek haar vriendelijk aan en zeg
dat ik geen Duitser ben, maar uit België komt. Ze klaart op, lacht, en roept
naar al haar vriendinnen dat ik uit België kom. Een heel verhaal volgt,
waarvan ik niets begrijp, maar wat blijkbaar toch plezant moet zijn, want ze
lachen en giechelen er op los. Ik neem afscheid van hen, en zet mijn weg
verder. Dan nog wat fotootjes in het stadje zelf, dat niet groter lijkt
dan Eeklo, en dan weer de grote weg op, richting Ryazan. Net voor het
buitenrijden van de stad passeer ik het Museum van de Glorie van de Oorlog. Onderweg heb ik weer benzinebevoorradingsproblemen: de computer
van het eerste benzinestation ligt uit. Niets werkt nog, ook niet de
cash-kassa, zelfs niet voor een koffietje of een crèmke (ja…alsof je daar een
kassa voor nodig hebt.) Terwijl ik sta te wachten neem ik een fotootje van mijn eenzaam
geduldig wachtend Transalpje. Bij het volgende benzinestation werkt het
(Visa)kaartsysteem ook niet. Dan maar tanken met de beperkte cash die ik bij
me heb, maar liever gebruik in échte nood. In Ryazan stuurt mijn GPS mij de stadsrimboe in. Hier kan toch
geen hotel zijn? Ik verlaat de achterbuurt en ga het even verder vragen.
Niemand van de buurtbewoners kent dit hotel. Ik besluit toch nog even het
bewuste huizenblokje rond te rijden, en ja, ik vind langs achter een ingang
van een parking en daar dan ook de receptie van het hotel. De motoren van
mijn drie kompanen staan er reeds. Het begint net te onweren, en ik sta
dampend met mijn bagage in de receptie. De ontvangst is vlot en vriendelijk. Om vijf uur trekken we met zijn vier de stad in naar een
restaurantje dat aanbevolen werd door de receptioniste. Lekker eten en lekker
bier (voor de anderen). Ikzelf heb achteraf ook nog veel dorst, maar ben ruim
voorzien van water in mijn rugzak. Ryazan is een heel grote stad, wel vergelijkbaar met Gent, en
overvol bezienswaardigheden. Het oudste deel van Rjazan is het kremlin, maar
dat bevindt zich buiten het centrum. De stad zelf is duidelijk het resultaat
van twee eeuwen machtswissels die elk hun typische sporen nagelaten hebben.
De 19e eeuw onder de laatste Romanovs, de sovjetperiode met tientallen jaren
schijnbare welvaart, maar dan toch geleidelijk het zichtbare verval. Achter een lichtblauwe belabberde gevel schuilt een heus
zwembad. Sedert twintig jaar kabbelt daar zachtjes de overgang naar de
moderne wereld zoals wij die kennen, maar dan wel met dat typisch Russisch
sausje. Om 8 uur vinden de anderen het wel welletjes. Ik wijs hen de weg
die ze moeten lopen om in het hotel te geraken, en ga zelf nog een uurtje
verder: ik ga proberen het oude circus en het Kremlin te bereiken. Er is voortdurend dreigend onweer, maar er valt geen druppel
regen. Het is 35 graden en verschrikkelijk doef. Het oude circus wordt
gerenoveerd en is niet toegankelijk. Het kremlin echter is een meevaller. Ik kom er terecht in een oase van rust. Vele koppeltjes kuieren
hier rustig rond, vaak met de paraplu in de aanslag. De mijne zit in de
rugzak. Het kremlin is zeer groot, omgeven door een muur, en dan nog eens
door een hoge aarden wal, te vergelijken met een dijk van bij ons, maar dan
dubbel zo hoog. Terug bij het hotel valt de schemering zachtjes in. Het is negen
uur. Op mijn nachttafeltje staat een flesje wijn en een blinkend pakje
(dure?) fondant chocolade. Ze hebben mijn geboortedatum dus opgemerkt. Spijtig genoeg
verdraag ik geen rode wijn en lust ik geen fondant. Dus dat wordt iets om uit
te delen. Nu echter hoog tijd om aan mijn verslag te beginnen.
Tokkel-tokkel, schrijf-schrijf. Gedaan. Dat ging snel. Het is nog maar tien
uur. Tijd voor een tripje van zes of misschien zelfs zeven uur. Ik hoop dat ze
vannacht mijn moto niet stelen of hem uit elkaar halen, alhoewel, dan toch
liever in mijn dromen dan in het echt. Eddy schreef: 75428 km - maandag 4 juli: naar Ryazan Dag 11 (dinsdag 5 juli 2016): Ryazan RU > Saransk RU 330km Deze morgen ontspannen ontbijt om 7 uur. Peter is laatste om de
ontbijttafel te verlaten, maar hij en Stefan zijn reeds weg op de motor
wanneer ik aan de moto kom. Dus vertrek ik op het gemakje met Eddy. We
stoppen nog even aan het kremlin voor een laatste kiekje in de morgenzon,
zetten aan,… en we zijn elkaar kwijt. Ik keer terug naar het laatste punt
waar we elkaar zagen, en jawel, Eddy passeert,…maar komt niet meer terug. Ik
wacht nog een kwartier, maar hij daagt niet meer op. Dan maar noodgedwongen
alleen naar Saransk, gelukkig gewapend met TomTom, en met de oude Nokia. Ik
hoop Eddy wel ergens tegen te komen, want er is maar één weg, … denk ik… Het is een mooie route, niet te druk, ontspannen, en hier en
daar wat bedrijvigheid te zien. Het is heel wat frisser dan gisteren,
aanvankelijk aangenaam zelfs, maar geleidelijk wordt het toch iets te fris,
en kleed ik mij iets warmer. Ik ga tanken. De uitbaters zijn niet
vriendelijk, maar wel correct en vlot. Er volgt een lange rit zonder omwegen,
behalve hier en daar een dorpje waar ik even doorheen ga rijden. Net voor Saransk moet ik opnieuw tanken. Moeder en dochter aan
de kassa. Weer een ganse complicatie, maar ditmaal heel ontspannen en
vriendelijk, Visakaart of baar geld, hoeveel liter, en een heel verhaal waar
ik niets van begrijp. Ik vertel dat ik van België kom en naar Kazan rij.
‘Daarop? Op dat ding?’ Ze lachen er op los en vragen alle twee voortdurend
opnieuw wat ik wil tanken. We komen er uit. Ik bestel met mijn kaart voor 500
roebel en mag gaan tanken. De jongste vrouw komt nadien nog naar buiten om te
vragen of alles OK is. (Pas achteraf heb ik begrepen dat ze kwam kijken of al
de nafte wel in de tank geraakt is.) We nemen afscheid en ik rij verder. Aan de mooie landschappen komt een eind, en ik bereik omstreeks
vier uur het hotel. Ik krijg een hele Russische vragenlijst voorgeschoteld.
Naam, adres, beroep, enz. Mijn bezoek aan Turkije vorig jaar wekt wat beroering
en de receptioniste begint te telefoneren, en te telefoneren. Ze weet niet
wat doen, maar uiteindelijk geeft ze het op en laat me afrekenen. Eddy is
inmiddels ook aangekomen; hij was verkeerd gereden omdat zijn GPS het niet
doet, en heeft heel wat omgereden. We gaan eten in het hotel zelf, en spreken
nogmaals af wat te doen als we elkaar kwijt raken. Stefan und Peter zijn nog steeds niet aangekomen, hebben ook
geen bericht gestuurd, dus duiken we getweeën de stad in. Een aangename
wandeling. Het is hier helemaal niet meer koud. Saransk is de hoofdstad van
de autonome republiek Mordovië. De stad heeft zeker niet voor niets reeds
vier maal de prijs gewonnen van meest aangename stad van Rusland (Russische
Federatie). In het straatbeeld treffen we opnieuw de restanten aan van
Tsaristische én Sovjet-heerschappij. De Russen hebben geen moeite met hun verleden en vereren al het
mooie dat achtergelaten werd. Zelfs de oorlogen en al het mensenleed worden in glorieuze
termen verheerlijkt. Om acht uur werpen we de handdoek in de ring en keren terug naar
het hotel. Stefan und Peter zijn er nog steeds niet, maar komen een half
uurtje later dan toch ineens aanzetten. Ze hebben een ommetje gemaakt buiten
de gebaande wegen, hebben vastgezeten in de toendra, en zijn nu definitief
verlost van hun voornemen om ooit een motorreis doorheen Siberië te maken. Ze
hebben van de ganse dag nog niet gegeten, en ik vergezel hen naar het
restaurant. Na het eten duiken ze doodvermoeid onmiddellijk de koffer in. Ik ga mijn verslag aanvullen. Eddy schreef: 75644 km - dinsdag 5 juli: naar Saransk Dag 12 (woensdag 6 juli 2016): Saransk RU > Kazan RU 370km Om vier uur plaatselijke tijd wakker. Het is buiten reeds
klaarlichte dag. Na wat draaien en soezen sta ik toch op en maak mij een
koffie. Ik zet de foto’s over op mijn pc zodat ik toch een kopie heb van
alles. Dan begin van het dagelijks verslag. Het wordt een mooie zonnige niet
te warme dag. Seffens ga ik eerst de motor eens checken, en zo nodig in orde
stellen. De motor is nagezien. Wat olie bijgevuld. En nu gaan eten. Het
ontbijt stelt niet veel voor. Er is bijna geen brood. Er ontbreekt van alles.
De koffie is niet lekker. Positief is wel het personeel dat onmiddellijk
klaarstaat om eitjes en pannenkoekjes te gaan bakken. Eddy voelt zich niet
heel lekker. We zetten aan even na 9 uur. We passeren door mooie glooiende
landschappen. Hier en daar kan de natuur zijn gang gaan, maar het is hier
toch overwegend een landbouwstreek, klaarblijkelijk vruchtbaar want er wordt
heel veel graan verbouwd, diverse soorten. Waar de weg aanvankelijk zeer goed
is gaat die geleidelijk toch over naar zeer slecht. Voor de Transalp is dan
niet echt een probleem, maar het rijden vergt alle aandacht. We stoppen aan een benzinestation om even te rusten. Ik ben moe,
en Eddy voelt zich belabberd. Vermoedelijk een virusje opgelopen. Een
geblondeerde vrouw van onze leeftijd komt buiten en begint een gesprek. Ook
haar man komt buiten en komt er in tussen. Het zijn de uitbaters. We gaan
naar binnen en bestellen een klein ijsje. De vrouw kan wat Duits en probeert
af te rekenen in het Duits. Vervolgens ontspint zich een gans gesprek over
reizen en mooie landen, over reizen door gans Europa. Die twee zitten
blijkbaar wel op onze golflengte. Na een tijdje besluiten we op te krassen,
want we zouden hier anders nog uren kunnen blijven hangen. Daar waar Mordovia mooie wegen had, is dit dus in Tatarije of
Tatarstan heel andere koek. Maar allé, ze doen er toch wat aan, en we komen
voortdurend in wegenwerken terecht, wat voor de nodige vertraging zorgt. We
stoppen nog even voor een korte bezichtiging van een vliegtuigkerkhof alias
-museum. Slechte wegen blijven zich afwisselen met totaal nieuwe. Wat later
moet ik echt tanken. Twee mannen in verschillend uniform, waarvan één
gewapend met een pistool, komen op mij af. Ze zijn erg geïnteresseerd in de
Transalp en vragen maar door. Ze kunnen niet geloven dat ie zo oud is en
slechts 60000km op de teller heeft. Dat we daarmee zulk een reis ondernemen
vinden ze al helemaal het einde. Ze moesten eens weten dat deze motor
betrouwbaar genoeg is om probleemloos tot Wladivostok en terug te rijden.
Zoals zo vaak zie ik ook deze mensen dromen van reizen, de wereld verkennen,
vastberaden eigen grenzen verleggen. Dit dan in schril contrast met sommige
anderen, die daar geen begrip kunnen voor opbrengen, maar dan ook niet
beseffen dat met hún ingesteldheid de wereld er heel anders zou uitgezien
hebben: jawel, geen stinkende auto’s, geen betonnen dozen overal, geen
gemaaide gazonnekes, geen nachtlawaai, geen depressies, burnouts en
doodsverlangens, en overal gelukkige mensen levend van wat bladeren, de pluk
van lekkere bessen, en doodgelukkig met de vondst van een stinkend kadaver,
waarvan het rottend vlees en de krioelende maden de nodige proteïnen
opleveren. Gelukkig dat er mensen van soorten zijn. En gelukkig dat die twee
soorten elkaar opzoeken, elkaar wel kunnen appreciëren, en elkaar vinden.
Sommigen hebben genoeg aan het verhaal van iemand anders belevenissen, hoe
weinig dat ook is, als het maar exotisch is. Dat zorgt dan voor de nodige
diversiteit. Antropologie is ook een interessante studie. Naarmate we Kazan naderen worden de wegen beter. Een kilometers
lange brug leidt ons over de Wolga. Het uitzicht is prachtig. Heel wat
eilandjes of schiereilandjes, bebouwd en bewoond, worden gevormd in het
overstromingsgebied. Wat later steken we nog een zijrivier van de Wolga over.
Van hieruit hebben een prachtig uitzicht op het ultieme doel van deze reis:
het Kremlin van Kazan. Alleen al dit beeld maakt de ganse reis de moeite
waard. Het is dit beeld dat ik op een foto zag aan de wand van een Kazaans
restaurantje in Sint-Petersburg, en dat bij mij het idee, de droom deed
rijpen van deze reis. En zijn dromen uiteindelijk niet beter dan pillen of
een te korte koord? Terwijl ik mijn ene droom nog niet gerealiseerd heb droom
ik reeds van een volgende. Er bestaan toch rare mensen, hé? Stefan und Peter zijn nog niet aangekomen. Na een moeizame
inschrijving in het hotel kunnen we ons gaan verfrissen in de kamer. Op het
moment dat wij van plan zijn de stad in te trekken komen Stefan und Peter
toe. We besluiten niet nog een uur op hen te wachten en duiken de stad in.
Vijf minuten later struinen we de langste verkeersvrije straat af die Kazan
rijk is. Hier is de commerce nog geen heer en meester: heel wat mooie grote
huizen die op de benedenverdieping nog niet ingenomen zijn door winkels of
horeca. Straathandel is alom tegenwoordig. Ook is er hier en daar straatanimatie, zij het vaak eerder
schuchter. We installeren ons op een sjiek terras, grotendeels ingenomen door
jonge bevallige dames, hier en daar vergezeld van een heer. Naast het
bedienend personeel lopen ook twee glimlachende slanke poezen met lange benen
en korte kleedjes rond die de mensen een plaats toewijzen en de menukaarten
uitdelen. Het eten is lekker en zeer verzorgd. Na de maaltijd lopen we de ganse straat nog eens af in beide
richtingen. Ondertussen zijn Stefan und Peter ook opgedaagd, op zoek naar
iets eetbaars. We wijzen hen de weg naar het terras, zetten onze weg verder
tot het donker wordt en gaan dan terug naar het hotel. Niet ver van het hotel
passeren we langs een verkeersader waar jonge kortgerokte straatmadeliefjes
wachten om geplukt te worden door een geïnteresseerde automobilist. Even verder is het hotel. We gaan binnen en gaan onmiddellijk
slapen. Eddy schreef: 76217 km woensdag 6
juli naar Kazan Dag 13 (donderdag 7 juli 2016): Kazan verblijf Zes uur. Zonnig en lawaaierig buiten. Mijn computer wacht gretig
om mijn belevenissen van de vorige dag de wereld in te sturen. Ook de vrouwen
van Stefan und Peter volgen dagelijks het verslag, zo goed en zo kwaad als
mogelijk is, want in het Nederlands en zeker niet altijd eenvoudig opgesteld. Het ontbijt is om acht uur. Geen buffet ditmaal. In pure
Sovjetstijl krijg ik een keuzelijst met 6 ontbijtmenuutjes voorgeschoteld.
Het een met thee, het ander met koffie, pannenkoekjes met of zonder
confituur, omelet of spiegelei, en altijd een klein broodje. Van deze keuze zijn er dus zes combinaties mogelijk
en ik kies voor nummer 2. De niet meer zo jonge dame in sovjet keuken-outfit
is nochtans vriendelijk en zorgt voor een vlotte bediening. Ik vraag mij af
hoeveel verwarring en beroering het zou teweeggebracht hebben indien ik
nummer twee gevraagd had met thee in plaats van koffie… Dertig jaar geleden
zou hiervoor zeker de chef van het restaurant van achter zijn groot leeg
bureau vandaan gehaald zijn voor dringend overleg, gevolgd door strenge
terechtwijzing van de lastige klant. Het kleine ontbijt is snel verorberd. Kazan wacht op ons. Even na 9 uur staan we met ons vieren op straat en begeven ons
naar de halteplaats van de rode hop-on hop-off tweedeksbussen. Uiteindelijk
blijkt dit geen goed idee, want de mooie plaatsen boven op het balkon zijn
reeds ingenomen, en de bus vertrekt pas veel later dan aangegeven in de
brochure, en er rijdt er slecht 1 elk uur, zodat we riskeren vele uren door
te brengen wachtend op een volgende. Te voet dan maar. Een echt mooie stad! Ik verwijs voor een
verslag hierover naar talrijke publicaties die je kunt vinden op het
internet. Het is omstreeks middag wanneer we het Kremlin bereiken. Aan de
ingang is er een commercieel evenement aan de gang ter promotie van
minibusreisjes doorheen gans de Russische federatie. Enkele groepjes
traditionele dansers worden afgewisseld met Russische cheerleaders. Daar zijn
we snel op uitgekeken en stappen het Kremlin binnen. Een indrukwekkende
Qol-Sarif moskee, een scheve klokkentoren, een 500 jaar oude kathedraal, en
het paleis van de president van Tatarstan. Rond drie uur in de namiddag
verlaat Stefan ons. Hij heeft net als vorig jaar een deugddoende massage
geboekt. Een paar uurtjes later haakt ook Eddy af, maar we spreken met hem af
om zes uur aan het terrasje waar we gisteren gegeten hebben. Naast de Kathedraal van de Erectie van het Kruis is een
winkeltje van de paterkes. Daar drinken we een gekoelde Kvas, een populaire
Russische frisdrank gemaakt op basis van brood. Dat doet deugd, maar zoals
bij elke frisdrank heb je nadien toch nog dorst. Het kerkje ernaast, waar ooit het bekende icoon van Onze Maagd
Maria van Kazan vroeger bewaard werd is gesloten. Dit icoon is eeuwenlang
zowat het meest waardevolle icoon van de Russisch-orthodoxe kerk geweest,
maar werd gestolen in 1904, en werd nooit teruggevonden. Peter en ik gaan dan terug op stap naar de plaats waar een
zijrivier zich in de machtige Volga werpt. We nemen wat foto’s van het
Kremlin in de avondzon vanop de brug, en gaan dan naar het strandje eens
kijken of het de hengelaars lukt om iets te vangen. Eén ervan is redelijk
geklappig en toont ons zijn vangst: een baarsachtige vis van wel 40
centimeter. Even later vangt hij met zijne ‘lancée’ een ‘sander’ van 20 cm,
maar die vindt hij te klein en werpt die terug. Ik vraag hem hoe groot die
‘sanders’ wel kunnen zijn en hij maakt een gebaar van zo een 70 cm. Even
later heeft hij weer prijs, maar het is slechts een riviermossel, die hij ook
terugwerpt. Hijzelf vindt die niet lekker, maar sommige mensen eten die wel. (videoreportage) Terug dwars doorheen het Kremlin naar het stadscentrum, en dan
wat later gaan eten samen met Eddy en Peter. We eten in een traditioneel
restaurant. We zien er geen buitenlanders, en het personeel is in historische
klederdracht. Plots zien we dat de tafel naast ons leeg is, de borden nog
vol, maar dat handtassen en portefeuille nog open en bloot op tafel en stoel
liggen. We verwittigen de ober. Geen erg. Die mensen zijn even buiten een
kankerstokje gaan oproken. En ja, even later zijn ze terug en zetten de
maaltijd verder. Terug naar het hotel. De straatmadeliefjes die we gisteren
tegenkwamen op weg naar het hotel blijken reeds allemaal geplukt te zijn. Vermoeid het bed in. Eddy schreef: 76686 km - donderdag 7 juli: verblijf in Kazan Vandaag rust voor de motoren. Ontbijt om 8 u. Keuze uit 5
menu’s. Daarna naar de halte van de ‘hop-on/hop-off’-bus. Maar daar komen we
te vroeg aan. Dan maar eerst een wandeling maken langs o.a. de basketarena en
het standbeeldje van de duivel. Terug aan de bushalte blijkt dat de uren op
de folder niet juist zijn. We gaan te voet naar het kremlin. Aan de
hoogstgelegen ingang is er een happening bezig van Red Bull voor de fietsteams
die van Moskou naar Vladivostok onderweg zijn. Lokale cheer girls en een
folkloristische groep tonen hun beste danspasjes. Binnen bezoeken we o.a. de
immense Kul Sharif moskee waar je vanop een terras speciaal voor toeristen de
gebedsruimte kan overschouwen en de gebedsdienst kan volgen. Verder zijn er
nog een kathedraal en verschillende torens naast mekaar in vreedzame
samenleving. Hierna verlaten we het kremlin en steken de brede rijweg over om
een kijkje te nemen aan het stadion van Roebin Kazan. Dan maar terug de stad
in on te voet de weg te volgen van de ‘hop-on/hop-off’-bus. Je ziet dat Kazan
en bij uitbreiding Tatarstan veel geld heeft; vele moderne gebouwen en de
bouwval wordt grondig gerestaureerd. Zelfs de plaatselijke FSB is modern
gehuisvest. Dag14 (vrijdag 8 juli 2016): Kazan RU
> Nizhny Novgorod RU 370km Vermoeid opgestaan.
Wat prutsen, verslag bijwerken en dan
naar beneden voor ontbijt nummer 5,
dus met thee; en durf het aan
om te vragen ‘zonder citroen’. De dienster
heeft er onverwacht plezier in dat ik
iets vraag dat niet voorzien is op
de ontbijtlijst. Ze voelt er zich misschien
door bevrijd van het Sovjet-dirigisme, en
van de planeconomie, welke ze waarschijnlijk
als jonge vrouw nog bewust meegemaakt
heeft. Er is goed
weer voorspeld, maar onderweg hebben de
weergoden anders beslist. We doorspartelen
probleemloos, maar wel nat, een paar
hevige regenzones. Er zijn ook weer een
aantal wegenherstellingswerken, die natuurlijk elke
zomer moeten uitgevoerd worden vanwege de
grote schade die elke winter aanricht,
en ook worden een aantal stukken elk
jaar omgetoverd tot een nieuw glad stuk
zwart biljartlaken. Niet ver
voor onze eindbestemming veroorzaakt een verkeersongeluk
een enorme file, gelukkig in tegengestelde
richting, maar wel tot in de stad. Goed aangekomen
in Hotel ‘Y Domika Petra’. Het bevindt
zich in een kleine, eerder wat aftandse
villa. De ontvangst
is vriendelijk, en we mogen de moto’s
plaatsen achter een zwaar hek. Ook de
vensters van het hotel zijn gebarricadeerd
door tralies. Dat zal vroeger wel de
woning geweest zijn van een ‘hebber’
in het land van de ‘niet-hebbers’. Rechtover
het hotel is een oud gebouw waar
ooit Peter de Grote zou gelogeerd hebben
gedurende drie dagen, vandaar vermoedelijk
de naam van dit hotel: ‘In het
huisje van Peter’. Stefan und
Peter laten weten dat ze slechts later
zullen aankomen, dus gaan wij reeds
op stap. In de ganse stad lijkt
de tijd lang te hebben stilgestaan.
Deze stad heeft toch nog niet echt
kunnen meegroeien met de welvaart die
we wel aangetroffen hebben in bijvoorbeeld
Kazan en Saransk. Maar des te meer
charme en nostalgie straalt de binnenstad
wel uit. Het gaat te voet op
en neer. De hoogteverschillen zijn zeer
uitgesproken. Het grote
kremlin is nog steeds volledig ommuurd
en torent hoog uit boven de Volga,
reden ook waarom deze locatie werd gekozen. In de zeer
lange verkeersvrije straat
doorheen het centrum zijn hier wel bijna
alle gelijkvloerse panden ingenomen door winkeltjes
en horeca, meestal met opzichtige reclame.
KFC en Burger King ontbreken hier ook
niet. Dit illustreert nog eens de paradox
van dit land, dat zo zijn best
doet om een land na te apen,
waarmee het opnieuw op koude voet van
oorlog leeft, maar waar het toch zo
naar op ziet. ’s Avonds eten we een lekkere
varkensmedaillon met bosbessensaus, een geroosterde aardappel, en een
ovengestoofde appel. Als je een echt stuk vlees wenst moet je een medaillon
of een filet vragen, anders is het toch maar gehakt of kipkap waar ze een en
ander door gemengd hebben. Terug in het hotel krijgen we nog een thee
geserveerd door de nachtreceptioniste. Ze doet een heel verhaal over haar
leven, onder andere een verblijf van een jaar in Miami, waarvan ze nu spijt
heeft dat ze daar niet gebleven is. Mensen die zich beklagen dat ze vroeger
de verkeerde keuze gemaakt hebben, je vindt ze overal in grote getale. ‘Stop
met zagen ! Doe verder of kies voor wat anders, maar gá er voor !’ Toch
vertelt ze even later voorzichtig, maar toch moedig, over haar grote passie:
ze schrijft poëzie. Eddy blijft nog even luisteren, maar ik ben moe en ga
slapen. Eddy schreef: 76686 km - vrijdag 8 juli:
naar Nizny Novgorod Op een traject van ongeveer
10 km staan in tegenovergestelde richting 3 aftandse auto’s, zoals er nog wel
rondrijden, met erachter verstopt een flitsbak! Vandaag krijgen we onze
eerste regenbui over ons. Gelukkig is die niet van erg lange duur maar na een
korte pauze begint het toch fel te regenen. De temperatuur daalt ook
aanzienlijk. Ik wil versnellen maar voel mijn achterwiel doorslippen op
wegmarkeringen. Even verder walst men verse asfalt en de regen zorgt dan ook
voor een enorme dampwolk; Ik wacht even bij Alain wanneer zijn bril beslaat.
Op 50 km voor Nizny Novgorod is een aanrijding gebeurd tussen een terrein- en
een vrachtwagen. De politie is reeds ter plaatse. Het resultaat is een file
in de andere richting van een 15 km met stilstaand en stapvoets verkeer. Op
30 km van ons doel passeren we op afstand een enorm industriecomplex. De
stank die er veroorzaakt wordt moet enorm zijn want wat ik ruik vanop enkele
kilometer is zelfs erger dan de geur van de meeste drekputten. Ook Nizny
Novgorod heeft een knap kremlin waarvan de wallen de heuvel op en aflopen. Dag 15 (zaterdag 9 juli 2016): Nizhny
Novgorod RU > Ivanovo RU 250km Vandaag
slechts een beperkte afstand te overbruggen.
Dus alles op het gemak. Om acht
uur gaan we het ontbijt verorberen dat
we de avond ervoor moesten bestellen
door middel van een meerkeuzelijst. Op
de tafeltjes staat het nummer van de
kamer en voor elkeen is een ontbijt
volgens wens voorzien. Op mijn zitplaats
is reeds koffie voorzien terwijl ik
thee besteld had. Ik krijg kasha (porridge)
welke ik zeker niet besteld heb. Maar
aangezien ik toch zo gemakkelijk ben,
mor ik niet en zal ik alles opeten,
zij het met ietwat lange tanden. Ik
heb ondertussen die kasha eens geproefd.
Geef mij maar een lekkere rijstpap met
bruine suiker. De
mevrouw die ons bedient is vriendelijk.
Maar dan komen Stefan und Peter er
aan. Ook bij hen klopt het geleverde
niet met de bestelling. Nochtans moet
dit geen probleem zijn, want zowel koffie
als thee komt uit een zakje, en
er zijn zakskes genoeg. De dienster
loopt echter naar de receptie en vergezeld
van de receptioniste komt ze terug naar
de ontbijtzaal. De receptioniste lacht naar
ons en zegt dat het helemaal geen
probleem is om te wisselen, en stelt
ons gerust terwijl we de dienster horen
grommelen en briesen in de keuken. Maar
allé, het eitje is wel niet zachtgekookt
maar toch lekker, evenals de smeerkaas
en het minuscule broodje. Ik verlaat
pas de ontbijttafel wanneer de kasha,
die ik wijselijk gehouden heb voor op
het einde, de rest van mijn honger
volledig heeft gestild (of beter: weggenomen). De
weg verloopt voorspoedig; het is fris,
maar daarvoor bestaat een trui. Aan de kant
van de weg zien we een restant van lang vervlogen tijden: een ingangsbord van
de kolchoze ‘Rode Vuurtoren’. We
passeren langsheen een groot stuwmeer op de Volga. De einder van het meer is
niet te zien: het strekt zich tot honderd kilometer noordwaarts uit. Ook
moeten we een steile helling op, overheen een enorme sluis. Die is nodig,
aangezien grote schepen de Volga afvaren, vermoedelijk tot de Kaspische
Zee. Een indrukwekkende constructie,
zij het dat alles wel tekenen van aftakeling vertoont en continu wel hier of
daar in de steigers staat. We vervolgen dan nog onze weg over de dam, met aan
de rechter kant het water, en aan de linker kant in de diepte een dorp. . Als
de dam doorbreekt wordt dit dorp gewoon weggespoeld. We zien twee heel jonge
vrouwen en enkele kleuters of peuters de steile dam afdalen tot het water.
Wat ze daar zoeken weet ik niet, maar
als één van hen uitglijdt is het een drama, want de gladde steile wand is bekleed
met algen en dus spekglad, en door de strakke wind werpt het hoog klotsende
water haar grijpgrage golven hoog in de lucht,
reikend naar de nietsvermoedende kinderen. Wat
later begint het toch wat te regenen,
maar dat valt uiteindelijk toch mee.
We gaan wat eten: borsch en daarna
een kotelet, patatjes en champignons. In
Ivanovo gaan we op zoek naar het
geboekte hotel. We zoeken, maar vinden
het hotel niet. Nog verder zoeken, vragen,
rondrijden. Stefan und Peter zijn er
ondertussen ook. Uiteindelijk vinden we het
zogenaamde hotel, dat niet meer dan
een roestig ijzeren uithangbord blijkt te
zijn, en daaronder de ingang van een
kelder onderaan een gore appartementenblok
waarvan de deur open staat. Ik ga
er voorzichtig binnen, maar zie enkel
een rommelig kot met een rode zetel,
ik ga direct weer buiten. Dat kan
onmogelijk het hotel zijn. Maar dan
komt een vriendelijke vrouw uit de kelder
naar buiten en zegt dat het hotel
toch hier is, en ze de ‘administrator’
zal bellen. Vijf minuten later staat
daar dan een wat oudere man voor
ons. ‘Waar is het hotel’ vraag ik
en hij zwaait met zijn arm in
de richting van een andere appartementenblok.
Vermoedelijk hier en daar wat kamers
verspreid. Op de vraag waar de privé
parking voor de moto’s is wuift hij
weer naar ‘ergens’ met zijn arm. Hij
is blijkbaar van onze komst op de
hoogte gebracht door Booking.com, maar heeft
slechts drie kamers. Wij tonen echter
onze reservaties voor vier kamers. Na
wat over en weer gediscussieer stappen
wij op om een ander hotel te
zoeken. Ik zal ons geld trachten te
recupereren bij Booking.com. We
vinden met de hulp van TomTom al
gauw een goed hotel met propere kamers,
maar de moto’s kunnen niet veilig geplaatst
worden. Dan nog maar eens op zoek,
maar nu hebben we prijs: Hotel Onegin
verborgen achter wat groen in een prachtig
gerenoveerd historisch pand, evenwel dubbel
zo duur als het vorige. (Achteraf heeft
Booking.com ons deze kosten terugbetaald.) De
ontvangst is hartelijk. De motoren worden op de afgesloten parking onder een
partytent geplaatst. Het personeel poseert zelfs even op de motoren. En
wij achter de balie… |