Alain blogt op de motor

Powered by Honda and BMW

 

 

 

 

Scandinavië en Balticum 2024

 

Wat voorafging

Ik bezocht Scandinavië op de motor in 1993. Dat was een heel bijzondere ervaring, gezien ik helemaal alleen reed, jong en onvermoeibaar, of beter gezegd, de vermoeidheid niet voelde door de afwezigheid van duisternis. Ik verkeerde in een roes, een staat van langdurige jetlag, met vele momenten van eindeloze eenzaamheid, welke onmiddellijk verdween wanneer ik terug de motor op stapte. Ik reed meer dan 12 uur per dag, en mijn reis duurde dan ook slechts ongeveer tien dagen, in plaats van 16. Volledigheidshalve moet ik er ook bij vertellen dat een driedaags zijdelings tripje vanuit Helsinki naar Sint-Peterburg niet lukte, wat de reis dus ook al enigszins inkortte. Dat gemist bezoek aan Rusland heb ik de jaren daarop ruim ingehaald…

Scandinavië ga ik dus nogmaals onder handen nemen, maar ditmaal in gezelschap van een select groepje motorrijders, allen aangetrokken door de avontuurlijke reisformule aangeboden door Ride-on Motortours. Toen Udo hoorde van mijn plannen, schreef hij zich ook onmiddellijk in.

 

De aanloop

25 mei 2024

Ik bevind mij in Kleve, in een uiterst Westelijk deel van Duitsland, net voorbij Nijmegen.

Straks vindt een bijeenkomst plaats in Zeddam bij Rob en Dafne van Ride-on Motortours. De deelnemers aan de reis naar Scandinavië komen er samen om met elkaar kennis te maken, om gebriefd te worden, en om praktische schikkingen te treffen.

 

Ik ben al een paar dagen onderweg met mijn onverwoestbare Transalpje. Om de verplaatsing naar Zeddam wat meer de moeite waard te maken heb ik er een reisje van gemaakt. Ik had met Frits al lang afgesproken een rondje Zeeland te rijden, en ondertussen eens bij te praten. Frits en ik hebben vijf jaar geleden een maandenlange reis ondernomen doorheen Eurazië met als verste punt Ulan Baatar, Mongolië, en Ulan Ude, Boeriatië, Russische Federatie.

We troffen elkaar eergisteren om 9u30 in Brielle, en bezochten vervolgens enkele historische vestingsteden in Westelijk Zeeland, om dan ´s avonds ons hoofd ter ruste te leggen in een gezellige B&B in Dirksland.

Gisterochtend bleek dat het die dag toch niet helemaal droog zou blijven, en we beperkten ons tot een bezoekje aan het mooie Dordrecht. Om 13u keerde Frits huiswaarts, en slaagde erin de plensbuien te snel af te zijn, terwijl ikzelf oostwaarts reed, recht de regen in. Gelukkig hield het regenen op net voor Nijmegen, en kon ik nog een half uurtje grotendeels opdrogen vooraleer het hotel te bereiken in Kleve.

 

Nu is het dus zaterdagmorgen, en ik heb nog een ganse voormiddag zinvol te besteden. Na het ontbijt zet ik mij aan het werk om mijn eigen voorbereidingen van de reis op de PC aan te vullen. Ik start de blog op, download route en wandelkaarten, en werk aan een roadbook, met de bijzonderheden en bezienswaardigheden onderweg. Dat laatste is hard nodig, want naast de mooie natuur is er niet zo veel merkwaardigs te bezichtigen, en dat ene wil je dan niet missen. Wanneer je in groep reist, besteed je veel tijd onder elkaar, wat minder tijd overlaat om nog ter plaatse alles uit te zoeken wat je ’s anderendaags kan en wil doen.

 

Zaterdagnamiddag is het dan zover. Ik zit bij Dafne in Zeddam, omringd door mijn toekomstige reisgenoten: Hans, met wie ik van Alaska naar Vuurland reisde 7 jaar geleden, de twee meisjes, Ella en Marielle, elk op een eigen motor, Peter, Willem, Matti, Damy, grote Henk en kleine Henk. Udo en William konden er niet bij zijn.

Dafne overloopt de ganse reisroute, geeft tips en instructies, en beantwoordt vragen. De namiddag is al gauw verlopen, en even vóór zessen keer ik huiswaarts.

 

---

 

Een paar weken verder is het zover: de reis kan beginnen.

 

Dag 0 - Do 20 juni 2024

Watervliet > Werne DE 360km

Ik ben niet haastig, ga nog even langs bij mijn moeder, neem afscheid van Christien, en vertrek om 8u15 oostwaarts. De grote ochtenddrukte is reeds voorbij, en ik  bereik vlot mijn eerste tussenstopje, niet in Lommel ditmaal, maar in Valkenswaard, in het huis van Noortje, waar mijn zus Martine en haar man Tjeerd op de kleine Tibbe passen. Het is nog een heel gedoe om de koffiemachine aan de praat te krijgen, maar met de telefonische hulp van Marijn lukt het uiteindelijk toch.

Dan nog een videoclipje opnemen om mijn kozijn Jan te feliciteren. Jan neemt een bijzondere plaats in in mijn hart: hij is mijn oudste kozijn, en besmette mij met het virus van het motorrijden. Hijzelf is er al lang mee gestopt, maar bij mij zorgde het virus voor een chronisch actieve infectie, gelukkig tot nog toe zonder ernstige complicaties.

 

Dan weer de hort op, en enkele uren later sta ik in Werne, waar Udo mij al opwacht in het deurgat. Ik laad mijn spullen af, kleed mij om, en even later zijn we op stap naar het stadscentrum, een paar kilometer verderop. Het wandelen doet deugd na dat lange zitten op het harde motorzadel. Werne is een stadje van dertigduizend inwoners in de buurt van Dortmund. Veel geschiedenis heeft het niet, maar er staan toch enkele mooie gebouwen in het kleine centrum.

 

Udo krijgt een telefoontje. Lisa is al thuis, en verwacht ons. Ze liet enkele jaren terug haar job in Munster schieten, en werkt nu ter plaatse in Werne bij een apotheek. Ze doet op de fiets leveringen van medicatie bij de mensen thuis. Er wonen veel bejaarden in Werne, en het stadje ontvolkt geleidelijk omdat jongeren in de grote stad blijven hangen.

We wandelen terug naar de woning van Udo, in een wijk temidden bossen aan de rand van Werne. Lisa begint onmiddellijk een lekkere maaltijd klaar te maken, terwijl we allen samen keuvelen over wat was, en wat komen zal.

De vegetarische schotel met rijst smaakt heel erg lekker, en wordt dan nog gevolgd door een aardbeientoetje.

De avond gaat snel voorbij. Tijd om te slapen.

 

 

Dag 1 - Vr 21 juni 2024

(Werne DE > Heiligenhafen DE 440km)

Ik beloofde aan Christien om het wat trager aan te doen. Ik ben op een leeftijd dat we tijd hebben voor ‘slow cooking’.

Dat is leuker, én veiliger.

Het ontbijt bij Udo is alweer ‘Super’.

 

https://polarsteps.s3.amazonaws.com/user_images/steps/large_thumb/u_1585146/dc6d6667-4b88-451d-98f6-ad5f19551d19_0ee06c35-1827-452f-8fe2-0aadb285b394.jpg

 

Er wordt wisselvallig weer voorspeld, maar de appjes op de smartphone zullen hun best doen om ons tussen de buien heen te loodsen.

Er is zelfs nog even wat oponthoud doordat ik eerst iets niet vind, maar uiteindelijk blijkt dat ik het op de verkeerde plaats had gestoken. Ik merk daardoor dat zich nog een reisgenoot heeft aangemeld. Zijn voornaam begint met de zelfde twee letters als de mijne, en hij is van het kleverige type, dat zich niet zomaar laat afschudden. Ik neem mij voor om mij niet al te snel door díe reisgezel te laten domineren!

 

En dan zijn we ineens vertrokken!

Het wordt een hele rit, lastig door de zwoele drukkende lucht en de vrijdagnamiddagdrukte. Hamburg en Bremen pakken we aan langs hun ringwegen. Daar zijn natuurlijk óók files, maar de smartphone duidt mooi aan hoe lang ze zijn, en wat de alternatieven zijn. In de files blijven we mooi de auto’s volgen. Andere moto’s steken ons voorbij, tussen de auto’s door, wat in Duitsland verboden is, en wat een fikse boete kan opleveren, of, voor de Duitsers, een strafpunt op hun rijbewijs. Zo zien we Willem en William voorbij schuiven, vermoedelijk van geen kwaad bewust. (’s Avonds horen we van grote Henk dat hij zo is tegengehouden door de politie, en er gelukkig van af kwam met enkel een strenge berisping.)

 

Vanaf Lübeck wordt het wat frisser, letterlijk én figuurlijk een hele verademing, daar ik toch iets te warm aangekleed was voor dit warme weer. Nog even tanken, want in Denemarken is de benzine een hele pak duurder, en zo komen we ruim toe tot in Zweden.

 

We bereiken als laatsten Heiligenhafen, een bruisend vissersdorpje, enigszins vergelijkbaar met Breskens, maar dan een stuk groter.

ik deel met Udo een soort appartementje met twee slaapkamers en een kitchenette op de derde verdieping. Ik breng alles boven, trek andere kleren aan, en ga op stap. Het begint wat te miezeren, maar daarvoor dienen regenjas en paraplu. Wel wat onhandig om een fotootje te maken. Heiligenhafen was destijds geen kleine haven. Getuige daarvan de vele kleine lange straatjes met pittoreske vissershuisjes.

 

 

Veel ruimte hadden die mensen niet nodig; de man was vaak en lang op zee, en de zonen traden al gauw in de voetstappen van hun vaders. Sommige straatjes zijn nog geplaveid met kasseien, maar nu zodanig aangelegd dat het verkeer wat afgeremd wordt. Ik loop langs de haven, die nu vooral zeilbootjes ‘herbergt’, waarvan de masten een quasi ondoorzichtig bos vormen.

 

 

Vanuit de haven heb ik zicht op het stadje. Een hoog gebouw, het lijkt wel een pakhuis, torent uit boven de rest.

 

 

Ik loop er heen, en stel vast dat het een evangelische kerk is, blijkbaar in een unieke lokale stijl. Ik ga nog even een telefoonlader kopen voor Udo, nu het supermarktje nog open is, en loop dan via het marktplein en het Rathaus terug naar het hotel, waarbij ik Udo tegenkom, die net zelf nog op zoek wou naar een oplader.

Om 8u worden we verwacht aan tafel. Het was me nog niet eerder opgevallen, maar Hans ontbreekt. Dafne vertelt dat hij deze morgen van huis vertrokken is, maar algauw weer naar huis gereden is omdat hij gevoelsstoornissen kreeg in de handen, en de reis niet durfde aan te vatten vooraleer dit onderzocht was. Hans is 76, en daarmee de oudste van de groep Noordkaapgangers. We zullen hem toch missen.

Het hotel wordt uitgebaat door Grieken, evenals het restaurant, zodat we ons moeten worstelen doorheen een keuze van Griekse gerechten, gelukkig opgesteld in Romeins schrift.

 

 

Ik kies spinazie in bladerdeeg, en vervolgens een ‘bifteki’ met koolsla. Als aperitief worden als presentje van de zaak kleine glaasjes Ouzo uitgedeeld, welke in een vloeiende beweging in menig keelgat verdwijnen, en bij vele anderen onaangeroerd op tafel blijven staan. Terwijl we op het eten wachten geeft Dafne wat uitleg over de veerboot naar Denemarken, en deelt de tickets uit. De bediening gaat vlot, en er blijft nog tijd genoeg voor wandelingetje tot aan de haven. Het regenen is ondertussen gestopt.

 

Toch alweer meer dan tienduizend stappen gezet vandaag.

Ik val onmiddellijk in slaap.

 

 

Dag 2 – Za 22 juni 2024

Heiligenhafen DE > Varberg SE > 430 km

Na een deugddoende nacht zet ik mij ’s morgens aan het werk om de gebeurtenissen van gisteren vast te leggen. Ik probeer zo stil mogelijk te zijn, want Udo slaapt graag zo lang mogelijk.

We zitten nu al heel wat noordelijker, en het is buiten al licht, hoewel beperkt door de zwaar bewolkte hemel. Het is duidelijk dat dit geen mooie zonnige dag wordt.

Om halfzeven ga ik mij douchen, zodat de badkamer om zeven uur vrij is voor Udo.

Het ontbijt is flink in orde, en maar goed, want uitgebreid tafelen onderweg is voor mij geen optie, daar ik na een lunch steevast ga knikkebollen.

Dan alle bagage bijeenschrapen, op de motor laden, en vertrekken. De veerhaven van Putgarden ligt ongeveer een half uurtje verderop, op een eilandje verbonden door een hoge brug met het vasteland.

We zijn met de motoren de eersten die de veerboot naar Denemarken op mogen. De motoren worden vastgesjord met een speciale riem, waarna we het bovendek op gaan om een frisse neus te halen, en te genieten van het uitzicht. Er staat heel wat wind, en vele haren gaan aan het wapperen, bij sommigen tenminste. Je kunt hier op de boot ook nog een mooi ontbijt krijgen, tenminste als de prijs geen bezwaar is, en je snel genoeg kunt eten.

 

Om halfelf bereiken we Rodby, in Denemarken. We verlaten onmiddellijk de haven, en stevenen af op Maribo, een mooi stadje waar er net markt is.

 

20240622_105119

 

Even de benen strekken, en dan weer langs rustige wegen verder naar Nykobing Falster. De tijd gaat snel voorbij, en we hebben nog een hele afstand af te leggen naar onze eindbestemming.

Tot nu toe bleef het droog, maar geleidelijk komt er toch wat gemiezer. In Vordingborg houden we een koffiestopje in de mooie Konditoriet Othello.

 

Dan weer de hort op, letterlijk en figuurlijk, want er zijn vele wegenwerken en onduidelijke omleiding. Reken daarbij de lastige passages door agglomeraties, en we bouwen al gauw een achterstand op op ons reisschema.

Denemarken blijkt enigszins rommelig en chaotisch, zoals België, maar dan toch eerder met Hollandse aanblik.

Er is geen tijd voor echt bezoek, maar we hebben alvast een leuke kennismaking met het land. Kortom, zeker geen motorreisbestemming voor mij.

Roskilde is een statige stad, heeft allure, en wanneer we de stad noordwaarts verlaten tonen de mooie villa’s aan het water dat er hier nog steeds heel wat gegoede mensen wonen, binnen redelijke afstand van Kopenhagen.

De volgende etappe gaat naar Hillerod, waar het Frederiksborg Slot prachtig uittorent boven het Slotssoen, een meertje omgeven door weidse plantsoenen.

 

20240622_150949b

 

Mits enige moeite slaag ik er toch nog in om snel, en doorheen een waas van lichte miezer, een glimp op te vangen van het unieke bouwwerk aan de andere kant van het water.

 

Een kwartiertje later nemen we in Helsingor de veerboot naar Helsingborg, Zweden, nauwelijks vijf kilometer verder. We gaan tanken, en nemen dan de snelweg naar Varberg. De regen en de beperkte zichtbaarheid ontnemen ons een groot deel van de pret.

Varberg valt dan weer erg mee: een klein rustig stadje, waar we verblijven in Hotel Gästis.

 

 

Het hotelgebouw lijkt oud, groot, en plomp, maar is binnenin uniek aangekleed met oude meubeltjes, vele oude prenten aan de muren, en voorál, tientallen boekenkasten, die het geheel de aanblik geven van een oude bibliotheek. Het hotel personeel is vriendelijk en gedienstig.

 

20240622_220740

 

Ik betrek een heel klein kamertje, maar alweer aangekleed zoals de rest van het hotel. Een bijzondere ervaring!

 

We parkeren de motoren aan de overzijde van het hotel, op een binnenkoertje, tussen de tafels en stoelen van een caféterras, dat toch gesloten is vanwege de regen.

 

Na ons wat te verfrissen en om te kleden gaan we dineren in een mooie pub, even verderop. De keuze is beperkt, eerder een aanbod voor ‘Hairy Bikers’, maar gelukkig is er ook een ‘fiskgrataing’, heel lekker. Het Zweeds is onverstaanbaar, maar hier en daar enigszins leesbaar.

 

20240622_201426

 

Daarna maak ik een grote wandeling, samen met Udo, Dafne, en Damy. Het regenen is ondertussen gelukkig opgehouden. Varberg is een kuuroord, getuige waarvan de grote statige gebouwen, evenals een enorm fort, en een paar badhuizen: een warm en een koud.

 

20240622_214226b

 

Het koude badhuis staat op palen in de zee, verbonden door een pier met het vasteland. Een koud bad hoef je hier echt niet ver te zoeken.

We wandelen nog wat verder, slaan hier en daar de strapatsen gade van de lokale jeugd, die uitbundig op zaterdagavond het einde van het schooljaar, evenals de zonnewende vieren, maar zoeken dan toch weer het hotel op, want hoewel het lang licht blijft, is het toch wat te fris om lang buiten rond te hangen.

 

Op mijn kamer moet ik een filmpje in elkaar klutsen voor kozijn Jan, en ik kan even na twaalven het licht uitknippen, eerst bóven, en luttele seconden later ín mijn hoofd.

 

 

Dag 3 – Zo 23 juni 2024

Varberg SE > Kongsberg NO > 475 km

Halfzes. Ik word wakker, enigszins door de warmte onder dit dikke dekbed. Ik heb goed geslapen, maar heb toch wat tijd nodig om tot mijn positieven te komen. Buiten is de hemel gans bewolkt maar niet te grijs en dreigend. Er wordt vandaag geen regen verwacht, en in de namiddag zelfs wat zon voorspeld. Dat mag wel, want er staan alweer bijna 500 kilometer op het programma, zonder veerboot weliswaar. Zo’n overtocht is altijd een leuke afwisseling, maar knaagt wel duchtig aan de tijd, zoals we gisteren mochten ondervinden.

Tokkel tokkel. Schrijf schrijf. Het is al gauw zeven uur, en ik moet mij klaarmaken en beginnen opruimen. Ik wil dit laatste rustig doen, zodat alles de juiste plaats krijgt en ik hier niets achterlaat. Gelukkig voel ik mij alweer top! Ik overloop even het verslag. Het is onvolledig, maar leesbaar, en alvast beter dan niets. Zoef. Het staat online.

 

Dan volgt een mooi ontbijt, waarvoor ik later nog wat meer tijd moet nemen om er over naar huis te schrijven.

 

 

Udo en ik zijn alweer bij de laatsten om te vertrekken, zoeken dan een uitweg uit de stille, nog slapende stad, en rijden wat verder de snelweg op naar het Noorden. Geleidelijk wordt het drukker. Een deel van het snelwegtraject voorbij Göteborg is onderbroken, wat ons verplicht om in ganzenpas door het platteland te rijden. Het gaat heel wat trager, maar is een mooie en aangename afwisseling. We gaan vervolgens tanken. Door het tijdsverlies slaan we de stop in Udevalla over, en blijven in de plaats daarvan na het tanken even hangen in een reststop naast de snelweg. Het gaat er heel wat rustiger en gezelliger en rustiger aan toe dan in onze contreien. We observeren er even de va-et-vient van zondagsreizigers, en hervatten dan de snelwegrit doorheen het mooie groene Zweedse landschap. Grote donkere rotspartijen liggen bezaaid door het landschap. Het lijken wel reusachtige trollendrollen.

Volgende stop is Fjälbakka, een druk gezellig kustdorpje, met vele kleine cottages en vele dure auto’s en mooie plezierbootjes.

 

 

Het is er warm en zonnig, en we maken een grote wandeling.

We vervolgen dan de weg langs de kust. Het volgende dorpje is wat meer democratisch, met een grote camping een echte vissershaven.

Dan weer de snelweg op, en voor we het beseffen rijden we plots de grens voorbij, en zijn we reeds in Noorwegen.

 

Dan de snelweg weer af, naar Halden, een havenstadje aan een fjord, waar boven op een rots het Frederiksenfort al vele honderden jaren de stad en het land bewaakt.

 

20240623_145440

 

We maken een lastige wandeling over de oude kasseien doorheen het fort, genieten even van het grandioze uitzicht, en dalen dan weer af tot de haven, waar een terrasje bij de Italiaan ons opwacht met een koffie. Udo is geen grote ontbijter, heeft honger, en neemt er een mooie scampisalade bij.

 

20240623_145912

 

We blijven wat langer hangen in Halden dan voorzien, zijn dus wat achter op schema, en vervolgen de weg. Haast is er niet bij, want er zijn hier lange dagen en er is mooi weer.

Het is druk op de weg, want we naderen Oslo. Zover komt het voor ons niet. We slaan westwaarts af, en duiken een reeks tunnels na elkaar in. De grootste gaat diep onder de Oslofjord door. Een hele beleving, want de tunnel loop erg steil naar beneden, en het is er erg vochtig en fris.

 

Een uur later bereiken we onze eindbestemming, Hotel Vandrerhjem, een soort jeugdherberg, in Kongsberg. Blijkbaar erg populair bij motards, want de parking staat vol met motoren, vooral met Zweedse nummerplaten. Het is kwart voor zeven, en we zijn alweer de laatsten om hier aan te komen.

 

https://polarsteps.s3.amazonaws.com/user_images/steps/large_thumb/u_1585146/a0e9a182-8bc4-4511-b1b8-699feaa7a144_9f60d02a-9f21-48e2-b31f-869749bf6279.jpg

 

Op stap, op zoek naar restaurantje. We treffen de ganse groep in een pizzeria. Het is zondagavond, vele restaurants zijn dicht, en we maken van de nood een deugd. Ik bestel een kleine pizza en een slaatje. Eten is hier relatief duur, en drank nog duurder. Voor mij valt dat wel mee, want water bij de maaltijd is altijd gratis.

Dan nog wandelen, eerst naar de rivier met de stroomversnellingen.

 

 

En dan naar de mooie oude stad, hier ‘hogstad’ genaamd, vanwege de ligging boven op een heuvel.

 

 

Een zacht matrasje wacht me op in mijn slaapkamer, en slokt mij al gauw helemaal op.

 

 

Dag 4 – Ma 24 juni 2024

Kongsberg NO > Vikoyri NO > ca. 385 km

Er is geen wolkje aan de hemel, en we verwachten dat dit de ganse dag zo zal blijven. Ik werk een uurtje aan de blog, en ga dan ontbijten. Hoewel dit slechts een jeugdherberg is, wordt ons hier een prachtig ontbijtbuffet aangeboden, inclusief lekkere omelet met aardappel en spek. Als dat op deze elke dag zo zal zijn, is het onbegonnen werk om het telkens te beschrijven.

Het  beddengoed moeten we zelf afhalen, en naar beneden brengen.

 

Wanneer we ’s morgens vertrekken, zijn alle motoren reeds verdwenen, behalve de onze. De dag is nog lang, en morgen is er ruim gelegenheid om even uit te rusten.

 

 

Het eerste uur rijden we langsheen de Numedalslagen, één van Noorwegen’s langste rivieren. Aan een klein houten kerkje zien we onze kameraden staan, en houden ook halt. Het blijken echter andere Nederlanders te zijn. Twee van hen, een koppel, zijn toevallig vrienden van kleine Henk. Ze maken een rondrit van slechts een week. Ze vragen ons om Henk de groeten te doen van Hans en Rietje.

 

 

Even voor Rodberg verlaten we de vallei, en slaan westwaarts af, langs het dorpje Rodberg, waarna we een zijrivier volgen, de Uvdalsae.

 

 

Dan weer wat naar boven kronkelen tot op een hoogvlakte, noordwaarts nu, waar we een aantal meertjes passeren, en dan uiteindelijk weer belanden in de vallei van de Numedalslagen, in het mondaine skistadje Geilo.

 

Het is al ruim na de middag, en dringend tijd voor een lekker koffietje met een wafel op een zonovergoten terrasje, waar ik voor het eerst de zonnecrème uit mijn tas tover. Vanop het hoger gelegen terras aanschouwen we rustig het aan en afkomen van auto´s, mobilhomes, bussen, en natuurlijk motoren.

 

We hernemen dan zelf weer de reis, eerst even oostwaarts, maar vervolgens weer noordwaarts, over een hoogvlakte doorheen het Hallingskarvet Nasjionalpark.

 

 

Hier is nog veel sneeuw te zien. We bevinden ons dan ook rond de 1000 meter boven de zeespiegel. Het zal wel duren tot eind juli voor de meeste sneeuw gesmolten is. Op dit traject moeten we herhaaldelijk doorheen tunnels. De eerste is al snel 7 kilometer lang, en erg koud. Sommige zijn erg slecht verlicht, sommige hebben een slecht onderhouden wegdek. Andere zijn smal, of boren zich al kronkelend door de rotsen heen, en dienen slechts om een steile verplaatsing naar beneden te maken. Eén is zo smal dat er met verkeerslichten afwisselend verkeer in de ene of andere richting doorgelaten wordt. Nog een andere realiseert dit door een volgwagen voorop te laten rijden.

 

Dan bereiken we de fjorden. De eerste is de Aurlandsfjord. Helemaal beneden, in Aurlandsvangen, rijden we nog even weer naar boven via een uiterst smal baantje tot aan het Stegastein uitzicht punt.

 

 

Vanop een soort springplank, uitstekend uit de bergflank, hebben we een prachtig zicht over de Aurlandsfjord.

 

              

Weer beneden, in Bakeri Marianne, installeren we ons nog weer op een zacht zeteltje in de zon voor een laatste koffie, vooraleer de laatste etappe aan te vatten naar het hotel.

 

 

In Flam, aan het uiteinde van de Aurlandsfjord, ligt een enorm cruiseschip van P&O aangemeerd. Even later rijden we de Gudvangatunnel in, elf kilometer lang, maar gelukkig goed verlicht, en met mooi wegdek. Deze maakt deel uit van de grote weg tussen Oslo en Bergen, en is druk bereden. Het is een snelweg, maar heeft hier slechts één rijsrook per rijrichting.

Die drukte kunnen we gelukkig achterwege laten door vervolgens noordwaarts af te slaan naar het Myrkdal, steeds hoger tot een vlekkerig besneeuwde hoogvlakte met veel toeristische verblijven, en vervolgens weer zachtjes afdalend tot aan de Viksoyri (Vik), aan de Sognefjord, waar we twee nachten zullen verblijven.

Blix Hotel bevindt zich op een steenworp van de haven, en ziet er blits uit, hoewel niet echt nieuw. De kamers zijn achteraan gelegen, rustig ver weg van de drukke hoofdweg.

 

Ditmaal zijn we niet de laatsten om hier aan te komen. Damy ontbreekt nog. De keuken van het restaurant is nog open tot 8u, dus hebben we nog even tijd om de motoren onder handen te nemen: olie checken, en ketting smeren.

Damy komt ook aanzetten. Hij maakte nog een extra toer langs de Hardangerfjord.

 

 

Het is niet veel, maar het smaakt erg lekker.

 

Na het diner gaan Udo en ik nog even naar de haven. De lage zon geeft nog een warme gloed af. Dat is een moment waarop je soms de mooiste foto’s kunt nemen.

 

https://polarsteps.s3.amazonaws.com/user_images/steps/large_thumb/u_1585146/8cdf4ee8-88a1-4472-be63-bc23c03685bd_a766c1a2-b709-49f5-8c53-9efb95df0242.jpg

 

Om 11u ga ik slapen.

 

 

Dag 5 – Di 25 juni 2024

Rustdag

Vandaag blijft de motor staan. We kunnen best wat rust gebruiken na 5 lastige dagen: grote afstanden, druk verkeer, en nu en dan kou en regen. De hemel is nog mooi blauw, maar er verschijnen toch al wat wolkjes.

Ik blijf lang in bed, en ga eten om 8u. Ook de anderen doen het rustig aan. Alweer een mooi ontbijtbuffet. Hiermee kom ik wel doorheen het grootste deel van de dag. We blijven tafelen met Peter tot halfelf, en gaan dan op stap. Er is al heel wat meer bewolking. Toch blijft het warm. Er wordt slechts wat regen voorspeld gedurende volgende nacht.

 

Hier in Vik zijn 3 mooie kerkjes. We gaan op stap, eerst naar de witte kerk van Vik zelf.

 

 

Kun je je een vrediger plaats indenken om de rest van je dagen door te brengen?

Vervolgens de ‘stavkirke’ van Hopperstad, amper een half uurtje verderop.

 

 

Dat laatste kerkje is wel bijzonder: volledig uit hout opgetrokken, vele eeuwen oud, en nog in goede staat, mede door een dikke bescherming van zwarte teer. Naast de kerk een enorme rode beuk, nog net wat groter dan deze die vroeger voor ons huis stond.

 

 

Het interieur moet nu onderdoen voor de buitenkant.

We zetten de wandeling voort doorheen de woonwijken. Oude huisjes worden vaak perfect onderhoouden.

 

20240625_114542

 

De namiddag gebruik ik om het reisverslag bij te werken, en om contact op te nemen met het thuisfront.

Ik heb met Udo afgesproken om 18u te gaan eten.

 

 

We gaan eten in een Thaïs restaurantje aan de kade. Heel wat horeca is, net zoals bij ons, in handen van migranten. De job is hard, en de verdiensten heel erg wisselend, al zeker hier in dit land, waar het  toeristisch seizoen erg kort is. Ik neem een rijstschotel, Udo waagt zich aan de noedels, die redelijk pikant blijken. We zullen geen honger lijden vannacht.

 

 

Dan nog een uurtje wandelen, en we houden het wel voor bekeken. Terug aan het hotel blijven we nog even hangen op het terras.

 

 

Dag 6 – Wo 26 juni 2024

Vikoyri NO > Eidsdal NO > ca. 300 km

Vannacht heeft het inderdaad geregend, en rond de bergen hangt een lichte nevel. Toen ik vannacht even wakker werd zag ik dat het buiten toch redelijk donker was, mogelijk door de bewolking.

 

 

We gaan ontbijten met Matti en grote Henk, en vertrekken dan omstreeks halfnegen. Wij zijn de snelle jongens vandaag, want we slagen er als enige in om nog de veerboot te halen van 8u45.

 

 

Op de boot ontmoeten we een vriendelijke Noorse motard op een Yamaha FJR die er ook een weekje tussenuit knijpt, helemaal op zijn eentje. Hij geeft ons een paar tips om Andalsnes te bezoeken.

De man schiet er na aankomst in Vangnes snel vandoor, maar we zien zijn motor nog een paar maal terug, aan een kraampje of een winkeltje. Gezien zijn postuur is dit niet verwonderlijk, maar mogelijk nam hij deze morgen nog geen ontbijt.

We volgen een tijdje de noordelijk oever van de Sognefjord, en in Sognedal duiken we de bergen in, en wat later weer naar beneden tot de Fjaerlandsfjord.

Dan weer de bergen in, doorheen het Jostedalsbreen Nasjionalpark. Een prachtige gletsjer torent hoog boven ons uit. De gletsjer slaagt er in het licht van de blauwe hemel op te vangen, wat al weer eens wat anders is dan een dikke laag hagelwitte sneeuw. We stappen af en maken een wandelingetje tot aan het gletsjermeertje. Het water is er slechts enkele graden boven nul.

 

 

Even verder komen we aan in Skei, waar een bakkerijtje ook koffie serveert op een prachtig terrasje met uitzicht over een groot langgerekt meer.

 

 

En nu, je raadt het, alweer de bergen in.

 

 

Er volgt een lange afwisselende weg over bergplateaus, door gletsjervalleien, tunnels, en langs oevers van eindeloze meren.

De kers op de taart wordt de Nibbeweg op top van Dalsnibba, de hoogste weg van Noorwegen met bovenaanzicht op besneeuwde bergen van het park waar we net vandaan kwamen. De Nibbeweg is Unesco werelderfgoed.

 

 

Aan de andere kant uitzicht op de Trollstigen pas en de Geiranger Fjord.

 

 

In de diepte zie je de enorme cruiseschepen in de Geiranger Fjord.

Dan rijden we helemaal naar beneden tot de fjord, ook Unesco werelderfgoed, amper enkele kilometers verder, waar een enorm cruiseschip aangemeerd ligt.

 

 

Op een piepklein terrasje nemen we nog een koffie, en slaan de mooie oldtimers gade, die hier blijkbaar net vandaag een internationale meeting hebben, en vóór onze neus paraderen.

 

 

Rond 17u komen we aan in Eisdal, in Hotel Rest House. Het hotel heeft nog maar pas een serieuze facelift gekregen, en mijn kamertje is dan ook erg net en naar mijn zin. De zaak wordt uitgebaat door Turken uit Antalya, vriendelijk en gedienstig. Wat wil je meer? Tot nog toe loopt de reis als een trein.

 

https://polarsteps.s3.amazonaws.com/user_images/steps/large_thumb/u_1585146/1af9cb09-9fcb-40e6-8bee-309a5154f0cc_7a48bf36-a688-45eb-8cd1-16b9d903f404.jpg

 

Ik ga aan de slag, laad mijn spullen af de motor, en installeer mij aan een tafeltje om het reisverslag bij te werken.

Dan genieten we nog een uurtje van de zon op het terras, tot die achter de bergwand verdwijnt, en gaan dan eten. Het restaurant biedt niet veel meer dan pizza en kebab, maar het is best eetbaar, én, het vult. Intussen kijken een aantal kompanen televisie. België voetbalt tegen Oekraïne.

 

En dan weer op stap, naar beneden, naar het dorp, een kilometer verderop, aan de oever van de Norddalsfjord.

 

 

Onderweg roept een jongen van amper 10 ons iets toe, en toont een grote vis die hij vandaag gevangen heeft.

We lopen het supermarktje binnen. Ik koop een trosje bananen, nog net op tijd, want de zaak sluit over enkele minuten. In de iets grotere dorpen en steden zijn de supermarktjes ’s zomers meestal open tot 22 of 23u.

 

In de haven staat de veerboot op het punt te vertrekken. Enkele auto’s en een motor haasten zich om er nog bij te kunnen. Hier moeten wij morgenvroeg ook aanschuiven.

 

 

We slaan even de overtocht gade, en lopen dan wat verder naar de kleine jachthaven. Er liggen een twintigtal kleine hobby-vissersboten, geen enkele zeilboot. Op een kleine pier staan enkele hengelaars.

 

 

We keren terug naar het hotel, bespreken nog even de route van morgen, waarna ik nog even de blog bijwerk, om dan zelf ook onder zeil te gaan. De gordijnen in mijn kamer sluiten wel, maar verduisteren niet. Ik hoop er niet teveel last van te hebben, Gelukkig slaap ik aan de westkant.

 

 

Dag 7 – Do 27 juni 2024

Geiranger Fjord NO > Dombas NO > ca. 182 km

Alweer prachtig weer. Het kan niet op. Het is alleen nog wat vroeg. Het is drie uur in de ochtend. De zon is zonet reeds opgekomen, en de bergen tegenover mijn kamer baden in het licht.

 

 

Ik blijf evenwel in bed, slaap weer in, maar wordt wel elk half uur weer wakker, tot ik om zes uur toch opsta, en langzaam de dag weer omarm.

Eel zieltogend hotel, dat opgekocht, krakkemikkelig gerenoveerd, en vervolgens uitgebaat wordt door jonge ondernemende Turken, je kunt er een boek over schrijven. Maar ze zijn vriendelijk, en alles is nog brolnieuw.

 

Het ontbijt is redelijk te noemen. Een vrouwelijke hulp, zo van het genre ‘Grand Chef’, is in gans het hotel niet te bespeuren, maar zou zeker een meerwaarde zijn. Met een legertje ‘petits chefs’ alleen kom je niet ver.

 

Op het programma staat evenwel heel wat meer dan een ontbijt. We hadden gepland de Trollstiger pas te berijden, maar deze is voor onbepaalde tijd afgesloten wegens vallende stenen. Een avontuurlijke reis beschikt voor elke dag over een plan B, en dat is vandaag niet anders. We rijden dan niet over de berg, maar er rond.

 

In Eidsdal zelf nemen we allen samen de veerboot naar de overkant van de Norddalsfjord.

 

 

Ik beschik nu over ePass24, een systeem om via nummerplaatherkenning mijn veerbootpassages automatisch te laten verrekenen. Gisteren werkte dit perfect, hoewel het bij Udo niet lukte, en hij manueel moeste betalen. Vandaag lukt het bij mij ook niet. Dat is raar! Ik zeg de veerman dat het gisteren wel lukte, waarna hij het opnieuw probeert. Ik zie echter dat hij manueel mijn nummerplaat moet intikken, waardoor natuurlijk de fout ontstaan is, en het de volgende maal ineens wel lukt. En ook bij Udo lukt het nu, omdat ik de veerman er op attent maak dat hij het koppelteken niet mag vergeten. Wat een primitief gedoe, die ePass24. Het systeem staat nog in de kinderschoenen, en moet nog geautomatiseerd worden.

 

Eerst tanken, en vervolgens de kust westwaarts volgen in plaats van oostwaarts. We bereiken Andalsnes rond 11u, en nemen onmiddellijk de kabellift naar boven, naar de top van de grote rots die beven de stad uittorent.

 

 

 Wat een uitzicht alweer!

 

 

We blijven hier bijna twee uur hangen, weliswaar met wat moeizaam geklauter om de wijde omgeving vanuit diverse hoeken te kunnen aanschouwen.

 

 

De hoge rots is een mooi vertrekpunt voor paragliders, hoewel er wel wat meer wind en thermiek mocht zijn. Het is ook erg warm en drukkend, ondanks we hier 700 meter boven de zeespiegel zitten.

 

 

Om 13u zetten we de rit verder, nu weer zuidwaarts. Even rijden we toch nog tot de voet van de Trolstieger pas, die afgesloten is, ook voor wandelaars en fietsers. De steile wand krijgen we niet echt te zien, want die bevindt zich dieper in het valleitje vóór ons.

 

 

De grote weg naar Dombas is niet zo aangenaam. Veel zwaar en druk verkeer, en bijna geen mogelijkheid te ontsnappen aan het file rijden. Enkele mooie watervallen en stroomversnellingen van een rivier vormen een welkome afwisseling.

 

 

Even na vieren bereiken we het Hotel Toftemo Turiststasjon in Dovre, net voorbij Dombas. Het oude gebouw bevindt zich te midden van een groot mooi kampeerterrein.

 

 

De kamers in het hotel zijn prachtig, groot, en verzorgd. Ik probeer even te bekomen van die lastige rit van daarstraks, en ga rond vijf uur met Udo op stap in het bos aan de overzijde van de rivier. MapsMe is onze gids.

 

 

Het restaurant bevindt zich in een ander gebouw. Ik kies voor rendierkarbonaden, met gekookte aardappelen en groenten. Ik vraag nog uitdrukkelijk wat die karbonaden precies inhouden: ‘plain meat or processed meat’? Ze verzekert mij dat het een mooi stuk echt vlees is. Even later krijg ik echter twee vette zoute platte gehaktballen geserveerd, waarop ik vraag of dit wel de rendierkarbonaden zijn die ik besteld had. De bazin komt er bij er verzekert dat dit zuiver vlees is, met enkel, ei, kruiden, wat toevoegsels… Ik geef het op, en werk het ‘vlees’ naar binnen. Gelukkig zijn de aardappelen en groenten van topkwaliteit en perfect bereid, en is buurman Henk geen groenten en patatteneter.

De volgende maal wordt het wel weer een hamburger. Die van gisteren was lekkerder dan dit, en helemaal niet zout.

 

Op mijn kamer gekomen prepareer ik mij onmiddellijk nog een theetje, want dat zout moet doorgespoeld worden.

Terwijl ik dit schrijf voel ik al dat ik geen moeite zal moeten doen de slaap snel te vinden.

 

.

Dag 8 – Vr 28 juni 2024

Dombas NO > Ostersund SE > 475 km

Ik heb goed geslapen tot 6 uur.

Het is zwaar bewolkt, en het is nog droog, maar er wordt regen verwacht. Ik ga even naar de motor om mijn waterdichte sokken te halen, en voel hoe krachtig de wind reeds waait. Gelukkig zullen we die straks in de rug hebben.

 

Dan werk ik nog even aan het reisverslag. Ik breng foto’s en video’s over naar mijn laptopje, zodat ik deze avond kan starten met het illustreren van het verslag. Plots merk ik dat het verslag van gisteren nog niet online staat. Dat zet ik even recht, en sluit dan af voor deze morgen.

 

De inkt van mijn verslag is nog niet droog, en daar begint het al te regenen. Ik loop door de miezer naar het restaurant van het hotel, vijftig meter verderop, en schuif bij de groep aan voor het ontbijt.

 

 

De verschillende route mogelijkheden worden besproken. Voor mij en Udo maakt het niet veel uit; de onze ligt reeds vast. Bijna 500 km, grotendeels door de regen, en misschien hier en daar een grindweg.

 

We rijden zachtjes oostwaarts de bergen in. Het drukke verkeer blijft langzaam achterwege. Het landschap is uniek. Bleekgroene mossen bedekken de schaars begroeide bodem en rotsen.

Wat verder rijden we langs een brede rivier, waar hier en daar kleine eilandjes te zien zijn. Aan de oevers stekken hier en daar velden sprietstengeltjes uit het water.

 

Roros. Onze laatste stop in Noorwegen voor vandaag. In het hart van het stadje loopt de oude smalle hoofdstraat, afgeboord met houten huizen uit 17e en 18e eeuw. Het stadje is Unesco werelderfgoed. We blijven er wel een uur rondwandelen.

 

 

We passeren de Zweedse grens bijna onopgemerkt. Buiten enkele camera’s en wat borden is er bijna niets te zien wat deze twee landen van elkaar scheidt. Dat was dertig jaar terug ook reeds zo.

 

Plots merken we een aantal rendieren grazend langs de weg, en even verder lopen kleine kuddes op de weg zelf. Ze zijn toch eerder schichtig, en proberen voor ons uit te vluchten.

 

 

In Funasdalen houden we halt voor een koffie en een wafeltje. Stel je niet al te veel voor van die wafeltjes hier in het Noorden. Ze zijn nérgens zo lekker als bij ons. Het is hier druk. Het lijkt hier wel feestdag, of minstens een bijzondere vakantiebestemming.

 

Nu eerst tanken, en dan weer de hort op. De landschappen zijn mooi en afwisselend, maar niet spectaculair zoals de vorige dagen.

Heel mooi is een grote kolonne oldtimer vrachtwagens, toch vooral uit de jaren 60 en 70.

 

Het blijft zwaar bewolkt en het regent, af en toe onderbroken door droge periodes. Koud is het niet, het is bijna 20 graden.

Rond 16u houden we even halt, en zien heel wat van ons kompanen passeren. Wij dachten dat die vóór ons waren.

Een deel van de groep heeft een ander traject gevolgd dan wij, waaronder vele tientallen kilometers over een stevige smurrie, die toch enigszins aan de motoren bleef kleven, en heel wat poetswerk zal vergen om het er af te krijgen.

 

Tot slot nog een stopje in Svenstavik om de benen te strekken, en een halve banaan te eten, en dat is ons geluk, want hiermee vermijden we om nog een uur rijden in een zware regenbui.

Omstreeks 18u bereiken we Ostersund, en nemen intrek in het comfortabele Hotel Jämteborg.

 

 

De motoren krijgen nog een beurtje, en worden dan gestald onder een afdak op de parking van het hotel. Een half uurtje later stappen we de voordeur uit van het hotel, en bevinden ons ineens pal in het centrum van de stad. We gaan eten, en daarna nog wat wandelen.

 

 

De dag zit er op.

We zijn nu al meer dan een week onderweg, en al aardig noordwaarts opgeschoven.

 

 

 

Dag 9 – Za 29 juni 2024

Östersund SE > Marsfjall SE > 360 km

Het is buiten winderig, licht bewolkt en droog. Het weer zal hopelijk wel meevallen vandaag, en we spraken af om pas om 8u te gaan ontbijten.

Ik denk dat velen hetzelfde gedacht hebben als ik, want aan de ontbijttafel merk ik geen al te vroege vogels, en niemand lijkt gehaast.

Toch vallen enkele druppeltjes terwijl ik de laatste bagagestukken op de motor laad. Verschijnen daar al niet wat meer donkere wolken.

We vertrekken dus nietsvermoedend, maar een kwartiertje later valt de regen met bakken uit de lucht. Het wordt ook kouder, nauwelijks 10 graden. Zo erg hebben we het op deze reis nog niet gehad.

Het Zweedse landschap is mooi, steeds schaarser bewoond, en je treft dus steeds minder voorzieningen aan. We hebben gepland te tanken aan de laatste pomp vóór de Noorse grens. Het begint zowaar te bliksemen, dus de hoogste tijd om beschutting te zoeken en gelijk wat te pauzeren. De benzinepomp is door de bliksem uitgevallen. Zo ver op de buiten is er slechts één nerinkje, café, superette, en benzinestation te samen. De café lijkt meer op een keukenhoek in een doorsnee burgerwoning, en je kunt jezelf bedienen. Afrekenen doe je daarna maar aan de kassa.

 

 

Matti en Grote Henk zijn er ondertussen ook bij gekomen, en we installeren ons op de enige 4 stoelen aan de grote tafel voorzien van een glimmende toile cirée. Huiselijker kan niet. We hebben van hieruit goed zicht op de benzinepomp, en zien vanop afstand de ene na de andere vruchteloze pogingen ondernemen om te tanken. Bij een Pool op een oude Transalp lijkt het wel te lukken, en Udo en ik grabbelen onze spullen bij elkaar, betalen, en gaan tanken. Oei! De Pool staat er nog steeds, en hij heeft nog geen benzine. Gelukkig voor ons blijkt het enkel zijn bankkaart te zijn die kuren vertoont, maar dan lukt het hen ineens toch, waarna hij opgelucht zijn weg verderzet richting Noorwegen. Ook wij zijn al gauw voorzien van benzine, en hervatten de tocht.

 

We rijden hooguit een uurtje door Noorwegen, slaan dan links af en rijden weer Zweden binnen. Net over de grens, in Gäddede, moeten we ons toch weer even gaan opwarmen.

 

 

Ditmaal nemen we een wafel bij de koffie, en dat blijkt geen slechte keuze, want de bazin heeft hare stiel mogelijk wel bij ons geleerd. Ze spreekt vlot Duits.

Naast ons zit een gezin. Deze spreken ook Duits. Even later komt nog een gezin binnen met twee kleuters. Ze blijken allen  geëmigreerd naar hier, en een kleine enclave te vormen in dit dorp.

 

Het regent nog wanneer we het cafeetje verlaten. Misschien hadden we nog een uurtje moeten blijven zitten? De bermen staan vol paarse en witroze lupines.

 

             

 

De laatste etappe van vandaag wordt de zwaarste. We rijden Lapland binnen, en rijden de bergen in, steeds hoger tot in een brede vallei op zo’n 800m hoogte, waar het zonet nog gesneeuwd heeft. Marsfjället is een natuurgebied dat beschermd is onder Natura 2000.

 

 

Omheen ons pieken tot boven 1500m. Op een grote parking staan een twintigtal mobilhomes. We houden even verder halt. Er waait een snijdende wind. Ik moet even zoeken om mijn motor zó te plaatsen dat die niet omwaait.

 

 

Matti en grote Henk komen er ook aan en stoppen even. Hier is het dicht tegen het vriespunt. Lastig, maar wel een fantastische ervaring. Dit hadden we nu echt niet verwacht. We rijden dan voorzichtig verder, naar beneden nu. De weg is besneeuwd, maar heeft een erg ruwe structuur, zodat mijn banden nog steeds goede grip hebben. We komen opgelucht in rustiger vaarwater, in het Zweedse merengebied, waar we straks zullen overnachten.

 

In Klimpfjäll gaan we met zijn vieren tanken. Veel benzinestations zijn er niet, dus nemen we geen risico. We rijden nog een half uurtje langsheen de zuidelijke oever van een uitgestrekt meer, en bereiken net na 17u Saxnas, een piepklein dorpje, met twee hotels en een camping. Wij zitten gehuisvest in de Marsfjall Mountain Lodge.

 

https://cf.bstatic.com/xdata/images/hotel/max1024x768/201224081.jpg?k=4e8e77a05e61af4ecbb7014d950382f5d744d05fb0c4ffa0261f1f3144ca7871&o=

 

Mijn stalen ros wordt afgeladen, en krijgt vervolgens de nodige aandacht. Matti en Henk volgen ons voorbeeld. Dan kan ik eindelijk onder een warme douche, en vervolgens op mijn zachte bed weer tot mijn positieven komen.

 

We komen rond 19u samen in het restaurant en nemen een eenvoudige maaltijd. Hamburgers of pizza naar keuze.

Tot wandelen komen we vandaag niet meer toe. Misschien morgenvroeg?

 

 

Dag 10 – Zo 30 juni 2024

Marsfjall SE > Bodo NO > 515 km

Zonnige ochtend. Om drie uur komen eerste zonnestralen langs een kier mijn kamer binnen.

Straks ontbijt om 7u30. Ik zet het verslag online, en heb nog net tijd om een half uurtje te gaan wandelen.

 

 

Het minuscuul dorpje, gelegen op een lapje grond gekneld tussen twee meren, heeft een supermarktje met benzinepomp, een klassieke combinatie in deze contreien. In tegenstelling tot Noorwegen is men hier niet zo vroeg om aan de slag te gaan.

 

 

Ik keer terug naar het hotel, en zie daar, geheel geïsoleerd, een kerkje op een hoger stukje grond.

 

 

Het ontbijt mag er wezen, hoewel minder uitgebreid dan bij vele vorige hotels.

 

Hoewel we vroeg wilden vertrekken, slagen we er pas om 8u45 in om weg te rijden. We houden enkele stops om watervallen en stroomversnellingen te bekijken.

 

 

Dan rijden we weer richting de kust van Noorwegen, langsheen de bergketentjes die deze streek zo typeren. Het is erg fris, maar gelukkig droog, want een stuk weg is onverhard. Er is geen modder, en de hard aangestampte bodem is bedekt met een dikke laag grind, opzij geduwd door auto’s, zodat wij in sporen rijden van 10 á 20cm breed, waar je beter niet van afwijkt.

 

We stoppen even aan een meertje. Twee vissers maken een sloepje klaar om te gaan vissen. Ze sukkelen wat om de motor aan de praat te krijgen, maar uiteindelijk lukt het toch.

 

 

Het blijft niet droog. Een fikse regenbui wordt nog gevolgd door andere, afgewisseld met drogere periodes. Udo en ik gaan dan tanken in Tärnaby, een half uurtje vóór de grens. Zoals meestal hier in afgelegen streken baat de pomphouder ook een supermarktje uit, en een cafeetje, én, hier zelfs nog een kledingzaak voor skiscooter berijders. Ik neus even rond in het winkeltje, en ga Udo dan vervoegen aan het tafeltje dat uitzicht heeft over het meer. Een jong koppeltje Finnen op choppers komt ook even verpozen na het tanken, en vertrekt weer samen met ons. Vermoedelijk zijn ze ook op weg naar de Lofoten.

 

 

Wat later laten we Zweden definitief achter ons. Mo I Rana, een stad in Noorwegen aan de zee, is onze volgende bestemming. Rond 13u30 komen we aan het oude stadscentrum, Moholmen, bestaande uit enkele straten met houten huisjes, volledig omgeven door havenactiviteiten, maar alles is potdicht en doods. Het is wel zondag, maar dat bleek elders geen probleem.

 

Dan maar verder naar de volgende tussenstop. Er is genoeg te zien onderweg. Het landschap is ruw. We rijden in een vallei langsheen een bulderende rivier, met hier en daar stroomversnellingen en watervallen. Dit is de enige weg naar het Noorden, en is druk bereden. Hoewel slechts één rijstrook voor elke richting, is dit een snelweg, de E6, en wordt hier tol geheven, hoewel niet voor moto’s. We gaan steeds hoger en op een hoogvlakte bereiken we de poolcirkel.

 

 

Men heeft hier een mooi gebouwtje neergepoot met een grote parking errond, waar een winkel en een restaurantje de gelegenheid bieden wat geld uit te geven, en zich wat prullaria aan te schaffen voor ongelukkige thuisblijvers.

 

Wanneer we weer willen vertrekken staat er een harde wind, en zie ik een gordijn van regen op ons af komen. Ik spoor Udo aan om voort te maken. We hebben net op tijd onze kledij dichtgeritst en de helm opgezet, en de wind zwiept de regen over ons heen. Gelukkig rijden we met de wind in de rug, en al gauw rijden we vóór de regen uit. Een paar tegenliggende vrachtwagens blazen ons bijna van onze sokken. De hoogvlakte gaat dan weer over in een langgerekte kronkelende vallei, en hier en daar vangen we al een glimp blauwe hemel op. Het klaart geleidelijk op, en bij het bereiken van Bodo rond 18u lijkt ook het slechte weer achter de rug, letterlijk en figuurlijk.

 

Hotel Skagan is alweer een mooi hotel met uitzonderlijk comfort. We worden al onmiddellijk verwend met gratis wafels en koffie in de lobby.

 

Rond 20u gaan we eten in restaurant Egon. Het restaurant hoort bij een modern recent gebouwd hotel, maar  het interieur is wel bijzonder te noemen.

 

 

Ik neem een salade, erg verzorgd. We wandelen daarna naar de pier.

 

 

Het is alweer mooi weer. Er is geen wind. We wandelen tot 22u; het schemert zelfs niet eens.

 

 

Terug in het hotel ga ik onmiddellijk voor anker.

 

 

Dag 11 – Ma 1 juli 2024

Bodo NO > Kabelsvag NO > ca. 200 km

Vandaag vertrekken we vanuit Bodo met de veerboot naar de Lofoten voor 3 dagen.

Ons ticket toont een reservatie voor de boot om 11u, maar we zullen proberen een vroegere boot te nemen. Daarvoor had ik gepland om 4u op te staan, maar om 3u word ik wakker, en even later sta ik op. Ik werk het verslag bij en maak mij klaar. Ik schraap mijn bezittingen bijeen, en begeef mij naar de receptie. Ik neem er mijn ontbijtpakketje in ontvangst, en vraag de receptionist ons pas om 8u uit te checken, want als de vroegere boot niet lukt, staan we hier vóór 8u terug, en kunnen we nog wat slapen en écht ontbijten.

 

Om halfzes vertrekken we. Het is zodanig fris dat ik toch nog even check of ik wel voldoende warme kleren wel aangetrokken heb. Toch is het prachtig weer. Dat belooft. Tenminste als we met die vroege boot mee kunnen…

 

Twintig vóór zes staan we aan de veerbootparking. Het inladen is reeds begonnen. We tonen onze reservatie voor 11u, en krijgen orders om aan de zijkant te gaan wachten. Dat is toch al geen ‘Nee’. Het laden van andere voertuigen gaat verder en er verschijnt nog een bende Finse motoren. Ook zij moeten aan de zijkant gaan wachten, áchter ons weliswaar.

Het wordt zes uur, het laden neemt een einde, en wij staan nog steeds op de kade.

Teleurgesteld, maar toch nog steeds hoopvol, zien we al zeer gauw de veerboot afvaren, zonder ons. Nu heb ik even tijd om mijn kleine ontbijtje tussen de kiezen te steken.

Lang moeten we niet wachten, want ziedaar komt de volgende veerboot aanmeren. Ondertussen zijn William, Willem en Damy er bij gekomen. Zij hebben wél een geldig ticket, voor 7u weliswaar, maar wij niet. Maar wij staan de eerste in de rij. En jawel, Udo en ik kunnen probleemloos als eersten inchecken, én al eersten opgeslokt worden door de enorme gapende mond van de oude stinkende veerboot. Het lijkt wel een walvis met rotte tanden, maar dan met de geur van stookolie.

De motoren worden vastgesjord met riemen, waarna we het dek op gaan. Ik ga onmiddellijk naar het achterdek, en de 4 andere motards van de Ride-On groep komen bijzitten aan de grote tuintafel. Van hier uit hebben we mooi zicht op de afvaart. Op het dek is het aangenaam toeven in de warme ochtendzon.

Even vóór halfacht vertrekt de boot dan, met enige vertraging. Het schip davert, gromt en kreunt. Boven ons komen aan beide zijden twee grote zwarte rookpluimen uit de zwarte schouwen. Noorwegen is dan wel bezig aan de elektrificatie van zijn wagenpark, sommige veerboten zijn stokoud, en zijn ook wel aan vernieuwing toe. Het land is rijk genoeg.

 

 

We varen voorbij veel kleine rotseilandjes, en komen dan vervolgens in open zee. Hier wordt het wat wilder. De boot wiegt langzaam over en weer. Goed dat de motoren stevig gefixeerd staan. Udo voelt zich wat misselijk worden, en gaat naar binnen om wat te proberen slapen. Er waait een frisse wind, en het begint buiten toch wat fris te worden. Ook ik ga naar binnen, en babbel wat met William. Hij werkte 30 jaar als programmamaker bij de VRT, en gaat binnenkort met pensioen.

Na een tijdje word ook hij wat moe, en zijn ogen vallen dicht.

Ik ga weer naar buiten. Het is ondertussen al 10u geworden, en aangenaam toeven op het achterdek in de zon.

 

Wee naderen de haven Moskenes op de Lofoten. Wanneer we de haven binnenvaren haast iedereen zich naar beneden. We maken de motoren los, en even later zijn we terug op vaste grond. Het is 11u, en we kunnen er aan beginnen.

 

De eilanden van de Lofoten lijken op een kaart wel een half verdronken berglandschap. De eilandjes zijn met elkaar verbonden door steile brugjes, zodat je je vlot kan verplaatsen.

 

 

Op de smalle kronkelende wegen probeert een massa toeristen zich te verplaatsen van het ene naar het andere dorpje, te voet, per fiets auto, mobilhome, en natuurlijk, op de motor. Maar als je doorheen die wriemelende massa heen kijkt zie je een stukje aardbol van onbeschrijflijke schoonheid.

 

 

Het kleine vissersdorpje A ligt uiterst westwaarts van op het eiland, en is op zichzelf al een levend vissersmuseum. De vissers zijn al lang weg, en hebben plaats gemaakt voor toeristen. We parkeren de motoren tussen tientallen mobilhomes, en gaan op stap. Er is veel vernieuwd, vooral aan de huisjes aan het water, die op palen zijn gebouwd. Het lijken nu eerder vakantiehuisjes.

In een bakkerijtje staat een student achter de toog. Hij werkt hier drie maanden, en dan zit het seizoen er wel op, en wordt het dorpje weer overgeleverd aan de meeuwen, de winter, en de lange nachten.

 

 

In het bakje koffie en de lekkere koek vinden we wat troost voor het gemiste ontbijt van deze morgen. We observeren jonge vrouwen in traditionele klederdracht die over en weer lopen. Vermoedelijk studenten die worden betaald om te figureren in dit museumdorpje.

 

https://polarsteps.s3.amazonaws.com/user_images/steps/large_thumb/u_1585146/75378d22-10e6-44ef-a9c7-69901ad570b1_99f7f45a-c15f-482b-be6c-a10d36892918.jpg

 

Ook Reine, het dorpje dat wat oostelijker ligt op een schiereilandje, kan van ver af wat bekoren, maar slaan we toch al gauw over omwille van de drukte. In Hamnoy tref je dan weer geen kat aan, en terecht, want de recente renovatie heeft alle oude charme van het lange kronkelende hoofdstraatje ontnomen.

Ramberg heeft dan toch wat te bieden: mooie hagelwitte stranden, voor de liefhebbers weliswaar.

In Flakstad houden we even halt aan een houten kerkje met ossenbloedkleurige muren.

 

 

Even verder ligt een kerkhof rondom een moderne kapel in schapenstal stijl.

 

 

In Borg bezoeken we het Vikingmuseum. Het Museum is klein, en de historische collectie nóg kleiner. De grote troef staat echter buiten: een gereconstrueerd langhuis van meer dan 80 meter lang.

 

 

Binnenin heeft men getracht enkele oude ambachten en huisvlijt weer tot leven te brengen met de hulp van vrijwilligers.

 

 

In Henningsvær rijden we even rond, en stappen dan even af aan het haventje. Mooi, interessant, alom geprezen.

 

De vissersdorpjes welke we tot hier toe zagen bevinden zich dicht bij de veerboot, staan alom geprezen in de brochures, en zijn daardoor misschien wel hun ziel kwijtgeraakt. Ik doe mijn best om me voor te stellen hoe het hier vroeger was, en kom dan telkens weer uit op hetzelfde: het zag er paradijselijk uit, maar het leven moet hier erg hard geweest zijn.

We overnachten in een jeugdherberg, proper, met minimaal comfort, en douches en toiletten op de gang. Ik vermoed dat in dit gebouw tijdens het schooljaar jongerenkampen doorgaan. Een internaat voor studenten is het alvast niet, want er is geen bureautje op de kamers.

 

We gaan op stap met Dafne, op zoek naar wat te eten. Keuze hebben we niet. De ganse groep is uiteindelijk aanbeland in een mooie herberg op het dorpsplein. Het oude pleintje is wat rommelig, heeft een kiosk, en het aller bijzonderste, een mooie kleine oude haven, zoals die ook ooit in Watervliet moet zijn geweest naast de kerk en in onze achtertuin.

 

 

Ik neem een stuk vis, maar moet niet verwachten dat die vers gevangen is. Traditionele visvangst is verleden tijd, net zoals bij ons. Toch lijkt het massatoerisme zijn weg niet gevonden te hebben tot in dit dorpje.

 

Ik ga na het eten nog wat bananen halen in het supermarktje tegenover de herberg, en keer terug naar het hotel.

 

 

Dag 12 – Di 2 juli 2024

Kabelvag NO > Evenskjaer NO > 450 km

Ik sta om 5u op, en heb alweer de nodige tijd nodig om bij mijn positieven te komen. Een banaan en een koffie helpen mij hierbij.

Alweer mooi weer. Plan A wordt geactiveerd: via Andenes naar onze eindbestemming, het noordoostelijke uiteinde van de Lofoten. Daar moeten we dan vóór 15u zien weg te rijden, want er wordt een regenzone verwacht.

 

Maar nu eerst gaan douchen, op de gang. Er is nog niemand, hoewel het bijna 7u is. Daarna werk ik het verslag bij.

Het ontbijt is uitstekend, en dat voor ‘slechts’ een jeugdherberg.

 

We zijn de eersten om Kabelvag te verlaten. Het is droog, maar een hangt een zware nevel enkele tientallen meters boven ons, wat de rit aanvankelijk minder interessant maakt. Die nevel wordt algauw verjaagd door de zon, en het is dan alweer genieten.

We rijden de Tengelfjord in, met de hoop toch een glimp op te vangen van de Trollenfjord, die door de hoge steile wanden enkel met de boot te bereiken is. Geen trollen te zien, noch boten die er ons kunnen heen brengen. Wel schapen en keutels op de weg, dus opletten.

 

In de fjord zijn meerdere grote zalmkwekerijen.

 

 

Het is een mooie rit. Er is weinig verkeer, want de weg loopt verder dood.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-03 om 16.01.37_ae29ea12

 

Stilaan komt meer bewolking, het wordt frisser, maar het blijft droog. We rijden weer verder, noordwaarts, door tunnels en over bruggen. Sommige bruggen zijn lang en zeer hoog, en herinneren ons enigszins aan deze in Amerika.

Zo ook rijden we over een hele hoge in Sortland, waar we gaan tanken in het goedkoopste tankstation van Noorwegen. Tenminste, dat beweert Google… En, als het te mooi lijkt om waar te zijn, dan is het dat ook meestal niet. Nog even overwegen we om bij de concurrentie te gaan, die enkele centen goedkoper is, maar hier staat een mooi opschrift, ‘House of Burger – Convenience store’. En wij zijn na onze mooie reis in 2022 toch al halve Amerikanen, niet?

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-03 om 11.04.49_8c0ad62b

 

Dan weer verder,… en dan nog verder. Andenes lonkt. In Dverberg zie ik ineens een mooi kerkje op een vooruitstekende klif. Ik rij er naar toe. Het achthoekig gebouw staat daar al bijna 200 jaar te pronken.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-03 om 11.08.27_fafa942e

 

Udo gromt wat, ‘alweer een kerk’…. Je moet echter niet religieus zijn om dit te appreciëren. Gewone mensen van toen hadden niet genoeg geld om daar zomaar een mooie woning te zetten. Maar samen hadden ze wel genoeg om er een kerk te zetten die hen als gemeenschap verbond, én hen een mooi plaatsje verzekerde ergens daarboven, mét koffie en rijstpap. En dat laatste is een argument dat Udo wel kan appreciëren.

 

Pas om 14u15 uur komen we aan in Andenes. Eerst eens bekomen van die lange prachtige rit. Op weg naar de vuurtoren zien we een museumpje annex café.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-02 om 22.08.04_e4eb7b44

 

Binnen treffen we William en Wim aan. We bestellen een koffie en een wafel, keuvelen nog wat, waarna de bende van Wim de terugtocht aanvat, terwijl wij nog wat wandelen nu het nog droog is. Er wordt vanuit het noordwesten regen en wind verwacht, maar wij hopen die achter de rug te houden, letterlijk dan, straks bij onze lange zuidwaartse tocht naar het hotel.

 

Nu eerst naar de vuurtoren, een reusachtig bouwwerk uit 1856, volledig gemaakt uit gelaste staalplaten, en binnenin versterkt met bakstenen. Het licht reikt meer dan 30km ver. Dit is wellicht één van de mooiste vuurtorens ter wereld. Koesteren, dat ding!

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-03 om 11.40.58_0ed1cac1

 

De kustlijn van Andenes is heel bijzonder: vele kleine eilandjes met stompe rotsblokken, witte zandstrandjes, al dan niet verborgen onder dikke lagen rottend zeewier, en aan de horizon scherpe haaientandachtige rotsen.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-03 om 11.40.22_68da5481

 

Op de terugrit naar het zuiden krijgen we even wat miezer te verwerken, maar het blijft verder droog, en de wind geeft zelfs een duwtje in de rug. We volgen nu de westkust, voor de verandering.

 

Bij het naderen van de veerbootkade zien we ineens een file auto’s uit de andere richting komen. Vijf minuten later komen we aan de kade, maar de parking is leeg, en de veerboot is reeds vertrokken. Willem en William zullen wel aan boord zijn; wij moeten hier nog een uurtje wachten op de volgende. Het wordt ondertussen kouder. De wind wakkert aan, en het regenfront zal niet lang op zich laten wachten. We trekken beiden iets warmers aan, eten een banaan, en… wachten.

De veerboot is een grote kuip, van waaruit je geen zicht hebt op de omgeving. Dus die overtocht van een half uur is wel de minst interessante die we tot nog toe meemaakten.

 

De regen heeft ons ondertussen ingehaald. Gelukkig regent het niet al te hard. Het is reeds halfacht wanneer we het hotel bereiken aan de voet van de reusachtige hangbrug in Evenskjaer. Hotel Tjelsundbrua is ruim en modern. Mijn kamer is eigenlijk bestemd voor rolstoelgebruikers. Mijn motor zou er nog met gemak bij kunnen, zelfs in de badkamer.

 

Peter heeft een probleem met zijn helm: het vizier is stuk aan de aanhechting op de helm. Gelukkig heb ik mijn instrumentensetje van de Action bij, waarmee hij de helm kan openschroeven. Morgen zal hij op zoek gaan naar de nodige spullen om een noodreparatie uit te voeren.

 

De keuken is nog open tot 21u. We kunnen ons dus nog rustig omkleden, en gaan dan eten. De kaart is beperkt. De keuken is bemand door studenten, en boezemt mij weinig vertrouwen in. Ik kies dus voor een hamburger, iets waar ze niet veel kunnen aan verprutsen. De halve kip van Udo is echter gemassacreerd. Te hard gebakken en uitgedroogd. Een lekkere halve kip is geen fastfood. Mijn hamburger krijgt van mij echter een acht. Zonder de rode ajuin was het een negen geweest.

 

’s Avonds blijf ik nog wat plakken bij de groep, geleidelijk uitdunnend tot enkel nog met Peter en grote Henk. Het gaat er heet aan toe, eerst over toxisch leiderschap, en daarna over politiek, waarbij je het al snel eens kunt zijn over wat beter kan, maar waarbij strategie en haalbaarheid nogal kunnen verschillen. En dát het beter moet, staat voor iedereen buiten kijf. Motards zijn immers meestal mensen die vooruit willen.

Om elf uur gaan we naar onze kamer. Ik kruip in bed en val onmiddellijk in slaap.

 

 

Dag 13 – Wo 3 juli 2024

Rustdag in Evenskjaer

Ik word om 5u wakker. Veel te vroeg. Weer wat slapen. Wat heerlijk om eens rustig te kunnen blijven liggen in een zacht bed. Ik verwacht de meesten niet aan het ontbijt vóór acht uur. Dan heb ik ook met Udo afgesproken.

Om kwart over zeven ga ik naar de ontbijtzaal. Die is gans leeg, op een wat ouder Duits koppel na. Ik installeer mij op een mooi plekje met zicht op de brug.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-03 om 07.28.50_b38fcaf3

 

Even later is Peter er reeds. Traag stromen de gasten het restaurant binnen, en is mijn tafeltje gauw vol.

 

We blijven hier geruime tijd aan de ontbijttafel, en merken al gauw in wat voor etablissement we aanbeland zijn: een bus restaurant annex hotel. Bussen tjokvol mensen en gezinnetjes met blèrende peuters komen af en aan, en de rust is gauw verdwenen. Toch houden we het hier uit tot na twaalf uur, en gaan dan wandelen. Maar ook dat is slechts beperkt mogelijk want rondom deze site zijn er wegenwerken én drukke verkeersaders. Eem miezerige regen vergezelt ons terug naar het hotel.

 

Dan maar weer eerst een koffie, dan wat rusten, wat kleren wassen, ook nog wat niksen, en de blog bijwerken natuurlijk.

Ondertussen heeft Peter zijn helm kunnen herstellen, en geeft hij mij opgelucht mijn instrumentensetje terug. Nu maar bidden dat de reparatie het nog drie weken uithoudt. Ikzelf heb minder succes met mijn helmcamera. Het binnengelopen water heeft al wat oxidatie veroorzaakt. Ik laat het zaakje verder drogen. De camera is elf jaar oud en versleten. Om die er nog door te halen zullen een paar weesgegroetjes niet volstaan. Gelukkig heb ik een reservecamera mee.

 

 

We gaan iets vroeger eten, om 18u. Udo neemt vandaag Kjottkakkers, vleesballen, met gekookte aardappelen en groenten. Ik neem geen risico hier, met al die studenten die in de keuken staan, en neem hetzelfde als gisteren.

We spreken met Dafne af dat ze morgen met ons meerijdt. We hebben iets bijzonders op het programma.

 

 

Dag 14 – Donderdag 4 juli 2024

Evenskjaer NO > Nordkjosbotn NO > 300 km

Ik word om 5u wakker en sta even later op. Ik ga een koffie halen aan de koffiemachine op de gang. Die machine werkt nu nóg niet naar behoren, vult een halve kop met koffie, en geeft er dan volledig de brui aan. Het is nog te vroeg, en ik ben te schaars gekleed om koffie te halen in de lobby van het hotel. Terug op de kamer steek ik mijn helmcamera weer in elkaar. Wanneer ik hem bedien gebeurt er wel iets, maar of daar nog een bruikbare videoclip uit komt, zal ik moeten afwachten.

 

Het ontbijt is alweer erg ontspannen, want het is mooi weer, en we hoeven vandaag niet erg ver te rijden. Althans, dat was het plan. Maar daar komt wat verandering in. Udo werkte hier zo’n 15 jaar terug in de buurt aan een project, en we gaan daar vandaag eens heen. Het betekent slechts een uurtje omrijden, en we vermijden daarmee een deel van de drukke weg naar de Noordkaap, evenals de flitspalen die er in overvloed opgesteld staan.

 

Rond 9u zetten we aan. In Sletbakken wou ik even stoppen om een foto te nemen van de vuurtoren, maar dát valt tegen. Die heeft wel een rode kop, maar is nogal klein geschapen, en valt nauwelijks op tussen het overwoekerende struikgewas. Wat een verschil met die sigaar van Andenes. De stop was gelukkig niet vergeefs, want het uitzicht over het water, de wolken en de bergen is fenomenaal.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-04 om 21.37.49_46c8e7a9

 

Na het tanken in Bjerkvik maken we nog een zijsprongetje naar Narvik. Behalve de grote donkere natuurstenen kerk is daar van enig historisch centrum niets terug te vinden. We nemen er een koffie, in La Dolce Vita, op een zonovergoten terras in de moderne stationsbuurt.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-04 om 21.43.26_1d5b5305

 

Narvik kan ons toch niet echt boeien. Even later zetten de weg dan verder naar het Noorden.

Het is een rustige rit. Er is weinig verkeer, en al zeker bijna geen mobilhomes, en grote trajecten zijn beperkt in snelheid vanwege lintbebouwing: Dat zie je vooral aan de oevers van de fjorden, die hier niet indrukwekkend zijn met hoge steile wanden, maar wel mooie horizonten opleveren met hoge licht besneeuwde bergruggen.

 

Er is hier wel redelijk wat agrarische activiteit, vooral in het kader van de veeteelt. Het grootste deel van het areaal is echter ingenomen door bebossing, tenminste zolang je onder de boomgrens blijft, en die boomgrens ligt hier in het Noorden niet erg hoog.

 

We blijven noordwaarts rijden, de zee volgend, met aan de overkant van het water het eiland Senja, waar zich een Nationaal Park bevindt.

In Finnfjorden rijden we langs het de ijzersmelterij van Finnfjord, waar Udo meewerkte om er een milieuvriendelijke inductieoven te installeren voor de productie van ijzersilicaat. De industriële site is niet erg groot, maar levert wel heel belangrijke grondstoffen voor gebruik in de staalindustrie wereldwijd: silicaat en ferrosilicaat.

 

 

Het is ondertussen tijd voor een terrasje, waar werkmensen in kleine bestelwagentjes aan en af komen om er een hamburger of een ijsje te kopen. De zon slaat hard toe, het is wel 20 graden, en we doen ons best ons wat te verschuilen onder het kleine parasolletje.

 

We rijden nu door een langgerekte vallei tussen de sparren, eerst naar boven, en dan weer naar benden tot in Karlstad, waar we de Malselva rivier volgen. In Olsborg komen we weer aan de grote weg. Beneden aan de rivier zien we een bijzondere constructie. de Malselv Varde, een duur kunstwerkje.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-04 om 22.33.46_ff3c4d4a

 

Het wordt ondertussen steeds frisser en minder zonnig.  We naderen Nordkjosbotn. De laatste kilometer begint het licht te regenen. Nordkjosbotn is een klein dorpje, op een kruispunt waar je ofwel naar Tromso, ofwel naar de Noordkaap afslaat.

We installeren ons in Hotel Vollan, een comfortabele pleisterplaats in blokhutstijl. Het personeel bestaat alweer hoofdzakelijk uit heel jonge mensen, vermoedelijk studenten.

 

Naast de hoofdweg staat de Trekanter kiosk, een kleine opvallende verschijning waar passanten stoppen voor een ijsje of een drankje.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-04 om 21.47.49_cde9dcfa

 

Trekant betekent vermoedelijk driehoek. Wij zeggen toch ook vierkant, waarom dan geen driekant?

We treffen er Thorbjörn, een Noor uit Tromso van onze leeftijd, op een BMW boxer uit 1939, een prachtmachientje.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-05 om 20.13.08_07c56f73

 

In de supermarkt ga ik wat proviand opslaan: Bij het buitenkomen staat Thorbjörn net op het punt terug naar huis tte vertrekken. Ik leg alles vast op video. Klikmaar op de link hieronder.

BMW 1939 schiet weg als een raket

 

We gaan terug naar het hotel, en even later schuiven we aan voor het diner. Hier in Noorwegen bestel je meestal aan de toog, en komen ze wat later je schotel brengen. Ik heb lasagne met salade besteld, en dat blijkt een goede keuze. Udo bestelde weer kjotkakkers. Hij vindt ze lekker.

 

Om alles te laten zakken gaan we wandelen. We slaan een rustige zijweg in. Onze aandacht wordt getrokken door een parmantig vogeltje, zo groot als een merel, maar dan met lange snavel en hoge pootjes. Het beestje paradeert midden op de weg , tsjilpend van jewelste. Boven op de lantaarnpaal zit een ander, iets groter, dat nu en dan antwoordt. Het vogeltje stoort zich nauwelijks aan onze aanwezigheid, en laat zich alvast niet van de wijs brengen. Na 10 minuten is niet het vogeltje nog niet moe, maar hebben wij wel gezien en stappen verder. Een rupsje steekt de tarmac over. Gelukkig is er nauwelijks verkeer.

We passeren een schooltje dat recent afbrandde. De brandgeur is nog niet verdwenen.

In een tuintje verderop staat een mooi schuurtje. De tuin wordt bewaakt door twee trollen.

 

 

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-05 om 21.18.54_db42b64a

 

We komen terug aan het hotel, dicht bij de grote weg. Er is nog steeds veel passage van motoren van en naar de Noordkaap, tot laat op de avond. Ik passeerde hier 31 jaar geleden vermoedelijk ook, maar dan vroeg in de ochtend.

 

Ik ga rond elf uur slapen. Er staan twee bedden in mijn kamer, maar beiden zijn smaller dan normaal. Ik hoop dat dat geen probleem oplevert.

 

 

Dag 15 – Vr 5 juli 2024

Nordkjosbotn NO > Olderfjord NO > 420 km

 

Het bed was inderdaad te smal. Ik heb niet zo goed geslapen, en ben vroeg wakker geworden. Dan maar wat prutsen en proberen een filmpje in elkaar te flansen. Dat lukt niet zo best op dit kleine PeeCeetje, maar de aanzet is toch gegeven.

Alweer is het mooi weer, en dat zal de ganse dag zo blijven. Vandaag staat een redelijk grote trip gepland, maar buiten eventueel wat drukker verkeer wordt niet veel oponthoud verwacht, omdat de streek weinig bewoond is.

 

Even buiten Nordkjosbotn doet een grote rots dienst als canvas voor would-be artiesten. Het herinnert mij enigszins aan Cadillac Ranch in New Mexico.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-05 om 18.01.05_641e0f23

 

We rijden langsheen fjorden en doorheen tunnels. Naarmate we noordelijker gaan, zien we steeds meer sneeuw op de bergen, die nauwelijks enkele honderden meters boven de zeespiegel uitsteken.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-05 om 18.01.33_e1034cac

 

In Olderdalen houden we even halt aan een veerpontje. Wij namen echter de tunnel om hier te raken. Steeds meer tunnels en bruggen verschijnen in het landschap. Veerboten zijn vermoedelijk te traag en te duur. De tunnels zijn vervelend en onaangenaam, meestal erg koud. De bruggen mogen er zijn. Een pontje is meestal een aangename afwisseling.

 

Hier en daar zien we kleine kuddes rendieren op de weg. De beestjes zijn schichtig, maar lijken al zeker niet agressief. Gewoon geduld hebben, en dan zachtjes doorrijden.

 

Sorkjosen rijden we voorbij, maar we houden een paar kilometer verder halt in Hansinkentta, en nemen een koffie op het kleine terras van een bakkerijtje. Het is daar erg druk. Mensen komen af en aan. Naast ons komen twee oude vrouwen van ter plaatse zitten, die op hun beurt de ene na de andere kennis aantrekken. We vervelen ons geen moment. Af en toe zien we op de oevers droogrekken voor stokvis, leeg, en meestal vervallen. Stokvis is gezouten gedroogde kabeljouw. Vermoedelijk is de productie van stokvis nu geïndustrialiseerd, sneller, hygiënischer, en constanter van kwaliteit.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-06 om 17.48.52_1ceb7341

 

Het is ondertussen 12u geworden. We zetten de weg verder. Burfjord blijkt maar een gat van niemendal te zijn, en laten we dus maar links liggen. Een groot deel van de rit verloopt langs de zee, of langs de fjorden die de zee soms diep landinwaarts brengen. Nu en dan overbrugt de weg een bergmassiefje, en komt dan enkele kilometers verder weer uit aan de kust.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-05 om 20.12.43_0df3b9ec

 

Zo bereiken we net vóór drieën het stadje Alta. We zijn net te laat voor een bezoekje aan de ’Cathedral of the Northern Lights’, die sluit om 15u. Ook God blijkt op zoek naar een gezonde balans tussen werk en leven, en te zien aan het aangeboden programma lijkt dit meer op een veredelde cinema dan een huis van devotie. Het gebouw zelf mag er wezen, en lijkt zelfs wat op een moderne Ark van Noë. Dus maken we een wandelingetje in het parkje rond het gebouw.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-05 om 20.12.42_07941ef3

 

We volgen de E6 die naar de Noordkaap loopt, eerst nog even langs de zee, maar vervolgens landinwaarts over de Stokkedalen hoogvlakte. Wel 20 kilometer op een rechte lijn door het landschap.  Deze weg is ook wel één van  de hoogtepunten van vandaag. Ze doet mij enigszins denken aan de Top of the World Highway in Canada. Heel hoog loopt de weg niet, amper 400 meter boven de zeespiegel, maar dit is hier voldoende om ruim boven de boomgrens te zitten, een landschap dat men bergtoendra noemt. In het landschap bezijden de weg staan vele cabin’s en bungalows, vermoedelijk vakantiehuisjes. Vandaag is het hier alvast helemaal niet koud, ondanks de wind: het is boven 20 graden. De weg kronkelt dan verder naar beneden, waarbij steeds meer begroeiing verschijnt, zij het dan onder de vorm van schriele kromme  berkjes.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-06 om 17.22.38_5007ff9e

 

Skaidi lijkt wel een dorp, maar is maar een gehucht op een kruispunt van wegen, en rivieren, en heeft daar ook zijn naam aan ontleend. Het loopt vermoedelijk bijna gans leeg eens het korte zomerseizoen voorbij is, omdat nog even wat op te leven tijdens het skiseizoen. We slaan oostwaarts af en rijden weer over een hoogvlakte, de Sennalandet, bestaande uit toendra. Even later bereiken we onze eindbestemming aan de zee: Olderfjord, waar we inchecken in Hotel Turistcenter. De gang is aangekleed met foto’s van bekende sterren uit een ver verleden.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-06 om 18.29.08_c173bfe7

 

De kamers zijn erg basic, , maar proper, en bezijden het alweer te smalle bed, voldoende comfortabel. We zullen hier twee nachten verblijven, waarbij we de gelegenheid hebben om morgen een uitstap te maken naar de Noordkaap zelf, of naar Hammerfest.

 

We dineren in het restaurantje naast het hotel. Udo bestelt een rendiersteak, en ik neem de ovengebakken kabeljauw.

Terwijl ik wacht op mijn visje, sorteer ik eens al mijn kasticketjes. Deze die verrekend staan in mijn bank-app gooi ik weg. Daar is ineens mijn visschotel, mooi klaargemaakt met patatjes en groenten. Erg lekker!

 

Nadien gaan we wandelen, eerst even doorheen de camping aan de overzijde van de straat tot aan de zee, en vervolgens langs enkele huisjes achter het hotel. Er zijn heel wat insecten, en ik word een paar keer gestoken. Het zijn venijnige prikjes, maar ze gaven tot nu toe verder geen ongemak.

 

In het hotel zijn vele gasten aan het kijken naar de voetbal. Mij kan dat alvast niet boeien, maar ik zit hier noodgedwongen in het gemeenschapszaaltje, omdat ik geen tafeltje heb in mijn kamer. Vier medereizigers zijn al deze avond vertrokken naar de Noordkaap, om daar de middernachtszon mee te maken.

Ikzelf hou het wel voor bekeken, ga naar mijn kamer, en val snel in slaap.

 

 

Dag 16 – Za 6 juli 2024

Rustdag in Olderfjord

Vroeg gaan slapen, vroeg opstaan. De witte nachten ‘s zomers in het Noorden verstoren toch wel het dag en nachtritme. In het Russisch en het Frans gebruikt men ook deze term. Ik weet niet waar de Fransen dit vandaan haalden, maar de uitwerking is hetzelfde. Ik sta op om 5u, en ga naar het tv-zaaltje. Willem zit daar ook al. We babbelen wat terwijl ik mijn reisverslag aanvul. Hij wil vandaag én Hammersfest, én de Noordkaap bezoeken, en vertrekt onmiddellijk na het ontbijt. Ella, Marielle, en Henk zijn deze morgen om 4u vertrokken naar de Noordkaap.

 

Udo komt er aan, en we gaan samen ontbijten. Algauw komen Peter, Willem en William er ook nog bij. Plannen voor de loop van de dag worden besproken. Matti ging deze nacht reeds naar de Noordkaap, en wil nu wel nog eens mee met ons naar Hammerfest.

Hammerfest is de belangrijkste meest noordelijk gelegen stad van Noorwegen. De haven is gans het jaar ijsvrij dank zij de warme golfstroom uit Mexico. De stad is minder iconisch dan de Noordkaap zelf, maar minder ver, en veelzijdiger. Bovendien was ik zelf reeds eens op de Noordkaap. Ik moet wel toegeven dat de anderen er, aan de foto’s te zien, een prachtige herinnering zullen aan over houden.

 

Rond 10u vertrekken we met ons drieën. Het is alweer mooi weer geworden. We rijden over de grote Kvalsundbrug naar het eiland Kvaloya. Op de brug lopen drie rendieren. Hoe zijn die hier geraakt? Aan weerskanten van de brug bevinden zich nochtans speciale roosters waar hoefdieren niet overheen geraken. Dan volgt nog een lange koude vochtige tunnel.

 

 

We rijden bijna gans het traject op het eiland langs de kust, met bijzonder mooi zicht op de bergen op de andere eilanden. Een fijne nevel hangt over bergen en zee, en lijkt wel op een gletsjer van wolken in plaats van ijs.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-07 om 06.05.05_18a8fbb0

 

We kunnen hier niet snel rijden want bijna de ganse kust vertoont lintbebouwing. Bij het naderen van Hammerfest passeren we de drukke havenactiviteiten. Boven vanop de kustweg is dit een prachtig zicht, want men gebruikt hier graag opvallende kleuren.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-07 om 06.05.03_d321d251

 

 

Historische gebouwen moeten we hier niet verwachten. Hammerfest is maar een paar honderd jaar oud, en werd tijdens wereldoorlog II door de geallieerden zwaar gebombardeerd, om dan uiteindelijk op het einde van de oorlog door de Duitsers met de grond gelijk gemaakt te worden.

 

We passeren voorbij de Hammerfest Kirke, en rijden verder tot het monument van de Geodetische Boog van Struve, waar we afstappen. Om een lang verhaal kort te maken:  de wetenschapper Struve slaagde er in om via driehoeksmeetkunde tussen Hammerfest en Turkije te berekenen wat de kromming is van de aarde. Nu gebeurt dit met satellieten. Hier is dus een Unesco Werelderfgoed site. We genieten nog wat van het uitzicht op de zee en de bergen, en gaan dan naar het stadcentrum aan de haven. Het is ondertussen al ruim twaalf uur gepasseerd. Tijd voor terrasje, koffie, en de passanten gadeslaan, evenals enige activiteit in de haven, waar ook enkele grote schepen aangemeerd liggen.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-07 om 06.05.04_bb28eb78

 

Verder in de baai ligt een grote gastanker, herkenbaar aan de oranje bolvormige gasopslagtanks.

 

 

 

 

Vervolgens weer op stap, eerst langs de kade, vervolgens het prachtige cultuurcentrum.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-07 om 06.05.04_1445410e 

 

Over de straat is er ‘The Royal and Ancient Polar Bear Society’. Daar is een klein museumpje waar de geschiedenis van Hammerfest enigszins uit de doeken gedaan wordt, vergezeld van mooie foto’s, en zelfs een levensgrote opgezette ijsbeer.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-07 om 06.05.04_5f3e7a72

 

We keren terug. De rendieren zitten nog steeds gevangen op de Kvalsundbrug. Arme beestjes. Omstreeks 15u zijn we weer terug in het hotel.

 

De souvenirwinkel en het hotel worden gerund door Mexicanen, jawel, die hier enkele maanden als seizoenarbeider komen werken, en dan terugkeren naar Mexico. Ze zijn erg vriendelijk. We slaan een praatje met hen. Noorwegen heeft geen probleem met migranten. De kou jaagt hen wel op tijd weg. De arbeidsmigranten hebben geen probleem met Noorwegen. Na het seizoen mogen ze terug naar hun warmere thuis. In vroeger tijden werden Engelse criminelen wel eens voor de keuze gesteld: hier in Noorwegen komen werken, of de galg. Velen kozen voor de galg.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-07 om 06.17.07_000a7649

 

Om zes uur gaan we eten. We nemen beiden een rendiersteak met groenten en aardappelen. Best lekker! Er is niet veel volk. Er is alweer voetbal vanavond, evenals de Ronde van Frankrijk.

Jawel, het TV-zaaltje van het hotel zit vol. Udo en ik gaan nog even wandelen. We volgen een route uitgestippeld in MapsMe, langs een gehuchtje aan de zee, en vervolgens door de bosjes over de heuvel. Een tapijt van Kleine witte bloemetjes trekt hommels aan.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-07 om 06.05.03_81867894

 

Op het wandelspoor groeit helemaal niets, tenzij dicht mos. Is dit een trekspoor van rendieren? Zoveel wandelaars passeren hier toch niet? Om terug op de weg te geraken moeten we even waden doorheen hoog onkruid. Wat een verschil in flora tussen de top en de voet van de heuvel!

 

´s Aonds komen nog twee Italianen aan op knalrode Ducati’s. Ze maken zich ergens druk om, en palaveren er op los.

 

Terug in het hotel zoek ik mij een rustig hoekje in de lobby. De voetbal is nog steeds aan de gang. Terwijl ik dit verslag schrijf, om 21u, stuikt hier een kleine groep Zuid-Koreanen binnen, zo´n 12-tal man, vriendelijk maar luidruchtig. Sommige spreken geen Engels. Ze hebben wat problemen om in te checken omdat ze te laat zijn. Receptie en restaurant sluiten om 20u. Het doet mij denken aan mijn eigen volgende trip naar Japan, waarbij wij vermoedelijk ook op deze manier zullen reizen door een totaal vreemd land, waarvan taal en gebruiken ons niet vertrouwd zijn. Gelukkig worden ze ingekwartierd in een andere gang dan de mijne, want ze zijn nogal druk en luidruchtig. Sommige groeten mij vriendelijk. Enkele minuten later is alles weer rustig.

 

Even na tienen ga ik slapen.

 

 

Dag 17 – Zo 7 juli 2024

Olderfjord NO > Kemijarvi FIN > ca. 550 km

Olderfjord vormt het keerpunt van de reis. Vandaag gaan we weer zuidwaarts. Vroeger, vóór de oorlog in Oekraïne, verliep de terugreis via Rusland, wat toch een extra cachet aan de reis gaf. Nu reizen we langs Finland, en vervolgens de Baltische staten en Polen.

Het wordt een lange rit vandaag, doorheen Lapland, het land van de Saami, over oneindig lange rechte wegen, vaak onverhard, en bij elke stop verwelkomd door zwermen bloeddorstige muggen.

Om vijf uur ga ik een koffietje klaarmaken in het keukentje naast de lobby. Een Zuid-Koreaan is aan het bellen met zijn familie aan de andere kant van de wereld. Het gaat er luidruchtig aan toe, maar duurt gelukkig niet lang. Hij groet mij en gaat naar zijn kamer.

Vóór zes uur zie ik de Koreanen reeds passeren met hun grote valiezen, en even na zeven vertrekt hun bus. Busreizen verlopen vaak volgens een strak programma.

 

Ondertussen heb ik mijn reisverslag toch wat kunnen aanvullen met foto’s. Dat is altijd een tijdrovende bezigheid. Ik heb ze niet kunnen comprimeren, zodat ze wat trager zullen laden op de smartphone.

 

We gaan om halfacht ontbijten, en ruim een uur later zijn Udo en ik de laatsten om te vertrekken. Er is niet veel gepland, er is mogelijk niet zo heel veel te zien, omdat dit een lange rit wordt, en er regen voorspeld wordt in de namiddag.

 

 

Water zal nooit veraf zijn, want we rijden eerst nog een uur langsheen de zee, waar ik alweer een groot stokvisdroogrek, helemaal leeg. Ik bedenk mij nu pas dat we misschien in het verkeerde seizoen zitten, want koude lucht droogt beter uit dan warme lucht. Hang maar eens een nat kledingstuk uit bij een schrale noordoostenwind. We noemen dat droogvriezen.

 

In Lakselv laten we de Atlantische Oceaan definitief achter ons, en trekken diep het vasteland binnen.

Rechte wegen door een golvend landschap, afgezoomd met bomen. Aanvankelijk zien we vooral schriele berken, later ook meer dennen.

Karasjok is de laatste Noorse stad vóór de grens. We bezoeken er vluchtig het Saami museum en het Saami parlement.

 

 

Er is een mini-Bokrijkje waar we even enkele huisjes binnengaan.

 

 

Het is winderig, maar droog. Zolang het maar niet regent…

We steken de Anarjohka rivier over, belanden daardoor in Finland. Direct na de grens is er Karigasniemi. We hebben nog voldoende benzine en laten het stadje links liggen. We houden halt aan een soort Happy Camp, met wel honderd oude fietsen als decoratie, bekijken het zaakje even, maar rijden dan weer verder.

In Inari gaan we tanken. Daar bevindt zich dan het Finse Saami Museum en Parlement. Alles is hier dicht en doods, waarna we maar een koffie gaan drinken op het terrasje verderop. Udo neemt er nog een grote hamburger bij, want hij heeft ondertussen al honger. Hij kan ’s morgens niet zo goed bunkeren als ik. Ik hou het meestal wel vol tot ’s avonds. Vanop het terras zien we Henkie en de meisjes aankomen, tanken, en even later weer vertrekken. Tien minuten later is Mattie er. Hij ziet ons niet zitten, en vertrekt na het tanken.

 

Lapland is een land van meren, bossen, en rendieren. Ze komen allen herhaaldelijk aan de beurt. Ik neem mij voor om een filmpje te maken, enkel van de rendieren. Ze komen vaak voor aan de graskant van de wegen, omdat daar gemaaid wordt, en dan vervolgens lekkere jonge plantjes uitschieten. Het levert soms wel gevaar op, omdat ze bij gevaar de kudde trachten te vervoegen, vaak aan de andere kant van de weg. Opvallend is ook dat oudere dieren vooral draven, terwijl jonge dieren al snel gaan galopperen.

 

Ondertussen vangen we nu en dan wat lichte regen op. De windstoten worden wat heviger, en op een brugje worden we bijna van onze sokken geblazen. Dat was schrikken.

 

Dan begint het te regenen, en is de pret er grotendeels af. Het wordt ook kouder. Nog voor 6u komen we aan in Kemijarvi, en checken in Hotel Mestarin Kievari. Mijn kamer is op het gelijkvloers, met een soort terras, en binnen zelfs een echte sauna. Het kamertje is al warm genoeg, en nog een goede douche erbij brengt mij er helemaal bovenop. Ik merk dat de muggen mij toch te pakken hebben gekregen, met ditmaal serieuze zwelling, maar gelukkig voorlopig zonder jeuk.

We blijven in het hotel eten. Ik waag het er op en kies de snoekbaarsfilet. Deze keer weer geluk. De vis is erg lekker. Het toetje laat ik aan mij voorbij gaan.

 

Na het eten gaan Udo en ik nog even wandelen. Ik smeer mij evenwel duchtig in met DEET.  Het regenen is even gestopt. Finland is een mooi verzorgd en geordend land. Er is veel ruimte, en dat vertaalt zich zelfs in de dorpen en steden, waar je dan ook soms nog met moeite een dorps- of stadskern terugvindt, of meer nog, met moeite een dorp van een kleine stad kunt onderscheiden. Hier en daar staan mooie historische huizen, en een kerk trekt onze aandacht.

 

 

Ze is niet oud, maar ernaast staat een opvallend standbeeld in wat mij eerder de Sovjetstijl lijkt: een gezinnetje met twee kinderen uitkijkend over een kerkhof met gesneuvelden van WO II. De twee kinderen symboliseren de toekomst. 50 meter verder staat dan toch een oud klokkentorengebouw uitziend over de rivier.

Het begint dan plots hard te waaien en te regenen. Onze paraplu’s houden echter stand, en houden ons grotendeels droog tot het hotel.

 

We trekken ons terug, elk in zijn eigen kamer. En nu wegwezen, naar dromenland welteverstaan.

 

 

Dag 18 – Ma 8 juli 2024

Kemijarvi FIN > Kuopio FIN > 560 km

Deze morgen weinig tijd. Ik heb mij vergist in uur. Mijn smartphone toont zowel het uur hier, als het uur thuis. Gelukkig sta ik al klaar, maar het publiceren van de blog zal voor later zijn. Trouwens, die is nog maar half bijgewerkt. Snel nog wat inkopen doen in het supermarktje naast de deur.

We ontbijten om halfacht, ik smeer nog even de ketting. Er wacht ons weer een lange rit. Gelukkig zal het vandaag droog blijven. En die willen we op het gemak uitrijden. Er wordt mooi weer voorspeld in Kuopio, onze bestemming voor vandaag.

 

Ik heb mij toch goed ingeduffeld, en goed maar, want het is fris, winderig, en nog steeds zwaar bewolkt.

Alweer rijden we de ganse dag doorheen merengebied en uitgestrekte sparrenbossen.

 

Bijna onopvallend passeren we de poolcirkel. Ik zie nog net op tijd een monumentje en neem er een foto van. De Noren zouden hier een hele kermis opgebouwd hebben.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-10 om 05.58.33_2a57f4f5

 

In Ruka valt reeds van ver de enorme skischans op. We rijden even naar het skidorpje, hart van de Alpijnse ski in deze regio, maar daar is weinig leven te bespeuren, en valt er niets interessants te rapen.

 

Aan de rand van de weg staat een groot wit gebouw. Een onopvallend bord geeft aan dat hier koffie, benzine te verkrijgen is. Udo is er natuurlijk al voorbij gereden, maar keert terug wanneer hij ziet dat ik niet volg.

 

Anna is een kleine mollige vrouw, en runt hier haar supermarktje in een voormalige school. Ze heeft niet veel te doen, en enkele bejaarde mensen uit de buurt zijn vaak haar enige klanten. Ze liep jaren terug een aangezichtsverlamming op, wat voor vele mensen eventjes afschrikt, maar ze blijkt erg vriendelijk en hulpvaardig. Ze rekent voor onze twee koffie’s met cake welgeteld 4 Euro.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-10 om 05.58.32_21e45273

 

We rijden weer verder. Meren, sparrenbossen, en onkruid, of beter gezegd, veldbloemen.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-10 om 05.58.32_29fecfb8

 

In een veldje zien we een honderdtal mensen, kleurrijk aangekleed en onbeweeglijk. Bij nader toezien zijn ze doof, stom, en nog blind op de koop toe.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-10 om 05.58.33_14a16ed3

 

De poppen zijn blikvangers, en het werkt nog op de koop toe. Het is een Field Café, een soort Happy Camp dus. De meisjes die het zaakje openhouden hebben heel wat te doen. Anna zou er nog wat van kunnen leren. Udo neemt een pannenkoek, ikzelf enkel een koffie.

 

Afbeelding van WhatsApp op 2024-07-10 om 05.58.33_6ff46d33

 

De kilometers rollen onder onze wielen door.

In Kajaani had ik een stopje aan een bakkerijtje gepland, want we hebben nog een laatste 160 km voor de boeg. Een mooie grote houten kerk trekt onze aandacht.

 

 

We gaan er binnen. Een jong meisje verkoopt er postkaartjes, en noteert wie er binnenkomt, en vanwaar die komt. De houten binneninrichting van de kerk doet mij denken aan deze die we twee jaar terug zagen in Paris, Wyoming. De koffie in het bakkerijtje zal voor een andere keer zijn.

 

 

Vanaf hier is de rit wat minder leuk. Veel verkeer, saaie wegen, en uiteindelijk een snelweg.

 

Ik ben opgelucht wanneer we Kuopio bereiken.

 

 

Ons hotel is alweer een meevaller: het Boothotel Wuoksi, waar ik helemaal in het vooronder ingekwartierd wordt in een heel net kajuitje, klein, maar met alle comfort.

 

 

Ik dump mijn spullen in de kamer, neem mijn laptopje, en begeef mij onmiddellijk naar het restaurant op het bovendek, waar ik start met het bijwerken van mijn verslag, ondersteund door een theetje en een koekje. Ik heb van hieruit zicht op de kade, waar mijn reisgenoten zich verzamelen om dan straks samen te gaan eten. Het is nog wachten op Matti, die wat vertraging heeft, maar dan eindelijk ook aankomt, en zijn motor naast de onze zet.

 

 

Peter doet teken dat ik naar beneden moet komen. Dan gaan we samen op stap. We lopen de lange kade af, tot aan een restaurant met terras op het eerste verdiep, waar we een mooi zicht hebben op het meer en de jachthaven.

 

 

Ik heb honger, en zin in iets hartig, en neem een Smash Burger met frietjes. Die smaakt, naar is wel iets te zout, zodat ik mij voorneem om een flesje water naast mijn bed te zetten. Tegenover mij zit Ella. Zij heeft hier blijkbaar meer ervaring in, en  bestelde haar frietjes zonder ‘seasoning’.

Ella heeft wat problemen met de Transalp, maar het is niet erg, en ze houdt het wel uit tot thuis.

 

We gaan dan in groep nog een foto maken aan de boot, en dan nog samen in het supermarktje een ijsje kopen. Dat was al even geleden, en smaakt dus opperbest.

Willem en William zullen ons morgenvroeg verlaten. Het Baltische deel van de reis slaan zij over omwille van familiale verplichtingen.

 

Udo en ik gaan nog wandelen. We passeren eerst een parkje aan het meer, afgeboord met bloeiende geurende linde. Even verder ligt een oude boot, waarvan de brede schouw mij herinnert aan Steamboot Willy, waarmee Mickey Mouse ineens wereldberoemd werd.

 

 

We volgen de kade, passeren een mooi park, en dan nog zelfs een strandje. Kuopio is een studentenstad. Hier vinden de studenten zeker voldoende ontspanning, zij het dat de zomers erg kort zijn.

 

 

Het meer herbergt de kleinste watervliegtuigvloot ter wereld. Op een eilandje kun je nauwelijks een windmolen opmerken.

Aan historische gebouwen geen gebrek.

 

 

Dag 19 – Di 9 juli 2024

Kuopio FIN > Porvoo FIN > 375 km

4u. goed geslapen, maar misselijk wakker geworden. Iets verkeerd gegeten? Wel neen ik ben zeeziek. Ik sta op, en ga wat wandelen op de kade. Dan ondertussen ook maar de ketting van de motor wat opspannen. Het is buiten al mooi en zonnig weer.

Ik ga terug naar mijn kajuit, rommel wat aan, en ga tenslotte weer naar boven, naar het restaurant, waar het ontbijt al voorbereid wordt.

 

 

Ik neem een Watervlietse koffie en begin het verslag bij te werken.

 

 

Ik neem afscheid van Willem en William, en zie hen wegrijden vanop mijn plaats aan het raam. Straks nemen ze de veerboot naar het noorden van Duitsland. Die overtocht duurt 29 uur, zodat ze pas morgenavond in Duitsland zullen aankomen, en daar dan zullen overnachten in een hotelletje, vooraleer de terugtocht naar huis aan te vatten.

Een uur later komt Udo er ook aan, en we ontbijten samen, om dan wat later als bijna laatste de rit aan te vangen richting Porvoo. Dit wordt een mooie interessante dag !

 

Het rijden lukt toch niet zo goed vandaag. Ik heb niet voldoende geslapen, en de weg is druk en saai. Om de haverklap snelheidsbeperkingen, waar je goed moet op letten, want vergezeld van flitspalen om de enkele kilometers.

 

Plots slaan we links af, zie ik donkere dreigende regenwolken, en doe teken aan Udo om naar het benzinestation aan de kant rijden, en te schuilen onder de overkapping van de pompen. Dat is net op tijd, want op enkele seconden tijd worden we omgeven door een onweer van jewelste, met hagel en bliksems die ons om de oren slaan. Ondertussen nog wat bijtanken, zodat we Tallinn wel halen zonder nog eens te moeten tanken in Finland.

 

Het druppelt nog wat na wanneer we de weg weer verder zetten. Er is wel wat lichte regen, maar die deert niet veel, en we bereiken onze voorziene stop op een terrasje aan het meer. Er is daar net een familiefeestje aan de gang ter ere van de oude oma in de rolstoel. Veel heeft ze er vermoedelijk niet aan, want ze kan niet spreken, en slaakt nu en dan wat onbegrijpelijke kreten van ongenoegen. Maar het kan de pret van de familie niet drukken, en zijn zichtbaar blij dat ze er nog eens bij is.

 

 

En alweer begint het plots te onweren. Wij zitten echter droog, en genieten van de mooie Finse zomer aan een idyllisch meer. De hevige wind zorgt er voor dat de muggen ver weg blijven.

 

Ondanks er nog wel regenvlagen zouden kunnen volgen, zetten we de weg verder, en we hebben geluk. Het blijft grotendeels droog.

Volgende stop is Verla, een oude industriële houtverwerking site erkend door de Unesco als Werelderfgoed.

 

 

De fabriek werd destijds gebouwd in bosrijk heuvelachtig gebied aan een kolkende rivier, want er was veel water nodig om houtpulp aan te maken voor papier en karton.

 

 

Dra werd een heel dorp gebouwd om de arbeiders onderkomen te verschaffen, evenals een riante houten villa voor de directeur. Het doet enigszins denken aan de Familistère in Guise, Noord-Frankrijk, maar dan heel wat bescheidener.

De villa is niet te bezichtigen vanwege de renovatie , die in volle gang is.

 

Van hier uit is het niet ver meer naar Villa Molnby, even buiten Porvo. Villa Molnby ligt afgelegen, midden de velden en weiden, enkel te bereiken via een onverharde landweg. Dat weggetje is perfect berijdbaar, temeer dat het hier blijkbaar niet geregend geeft, of net genoeg om het stof te blussen.

Bijna iedereen is er, behalve Matty en Damy. De villa is een soort B&B, met kamers die uitgeven op een open binnenkoer. Mijn kamer is ruim en comfortabel. Het personeel is erg vriendelijk en hulpvaardig.

 

De meerderheid van de groep heeft samen een taxi besteld om zich naar Porvoo te laten voeren. Udo en ik drinken niet, en rijden er met de moto heen, zodat we ook tijdig kunnen terugkeren, en dan niet moeten wachten tot eenieders glas leeg is.

 

We gaan eten Bij Gabriël 1763, en nemen beiden een rendiervleesgerecht, ter afscheid van ons geslaagd Scandinavië avontuur.

 

 

We gaan vervolgens nog een uurtje wandelen doorheen het oude Porvoo. De stad is gebouwd op een heuvel naast de rivier, ligt aan de oude Koningsweg tussen Turku en Vyborg, en kreeg in de 14e eeuw stadsrechten van de Zweedse koning Magnus II. De stad heette toen Borga. Daarmee is het de op een na oudste stad van Finland. De straatjes zijn bekleed met dikke rolkeien uit de rivier. Gelukkig moeten we híer niet met de motor over. Het historische stadsgedeelte bestaat nog uit échte oude houten huisjes heel erg charmant, en niet afgelikt. De daken zijn wel vernieuwd, en maar goed ook, want enkel zó kun je een huis in stand houden.

 

 

De grote stenen kerk boven op de heuvel heeft een dakbedekking met houten leien. De klokkentoren staat apart van de kerk. Het geheel is omgeven door een parkje en een muur van wel 1,5m hoog.

Dit stadje verdient een aparte videoreportage.

 

We gaan terug naar de motoren. Mijn motor stond net onder een lantaarnpaal, waardoor ik nog even wat werk heb om de vogelpoep van mijn zadel te verwijderen. Ik had daarvoor een flesje water en wat servetten voorzien. We stappen op, en rijden door de zachte avondlucht op het gemakje terug naar het hotel.

 

Ik voel dat ik toe ben aan een goede nachtrust, en ga bijna onmiddellijk slapen. Hier zal ik niet meer zeeziek worden, wijl William en Willem daar nu ergens dobberen midden op de Baltische Zee.

 

 

Dag 20 – Wo 10 juli 2024

Porvoo FIN > Tallinn EST > 65 km

Ik word enkele malen wakker, maar slaag er in om telkens weer in slaap te vallen. Om vijf uur sta ik dan toch op, na een deugddoend ‘dutje’ van wel 8 uur. Dat had ik nu eens nodig. Nu nog op gang geraken, en dat vergt de laatste jaren steeds meer tijd. Toch nog even vermelden dat op deze reis tot nog toe alle bedden van goede kwaliteit waren (hoewel enkele keren te smal), en altijd een zachte matras hadden, wat voor mij onontbeerlijk is, wil ik niet om de haverklap wakker worden omwille van drukpijn op schouders en heupen.

Een uur later is het dan toch zo ver: ik zit aan mijn bureautje en werk het reisverslag bij, en dat is hoognodig, want ik loop meer dan een dag achter.

Het is buiten prachtig weer. Er hangt boven de weiden een heel lichte witte waas, waardoor ik even denk dat het licht gevroren heeft, maar dan kan niet, want het is 10 graden. Het zijn heel kleien dauwdruppeltjes die glinsteren in de zon. Ondertussen werk ik mijn ontbijtje naar binnen, dat hier gisteravond op de kamer in de koelkast werd gestopt.

Alweer laat ik mij verslaan door de klok. Het is halfacht, en ik moet mij nog klaarmaken. Gelukkig heb ik gisteren niet veel bagage uitgehaald, en hoef ik me enkel weer toonbaar te maken. Ik ga bij Udo zitten op het terras, en werk mijn laatste stukje ontbijt naar binnen. Het is buiten al heerlijk. Dat belooft, of dat wordt afzien. Het is maar hoe je het wil bekijken.

Udo en ik zijn de laatsten om te vertrekken. De anderen zijn in groep weggereden. Ik vindt het gemakkelijker en veiliger rijden met enkel zijn tweeën.

Een uurtje later ‘benen’ we de groep bij net vóór de ferryterminal. Hier nemen we afscheid van Ella, die de boot neemt tot Noord-Duitsland, dicht bij huis. Hier eindigt voor haar de motortrip met Ride-On Motortours. We zijn nog met 9 motoren om de ferry te nemen naar Tallinn. We kunnen onmiddellijk boarden, zetten de motoren vat met riemen, en begeven ons naar het zonnedek, helemaal boven achterin.

 

 

We vinden er algauw vier zeteltjes met uitzicht, en uit de wind, waarin Matti, grote Henk, Udo en ik plaatsnemen, en voor de rest van de overtocht wat kunnen genieten van het uitzicht, of zelfs even op jacht kunnen naar kleine uiltjes.

 

 

Helsinki verdwijnt aan de horizon. Hiermee is een eind gekomen aan het Scandinavisch avontuur. Ik maakte in de jaren negentig al tweemaal een reis in dit Noordelijk deel van Europa, maar ik kan nu al zeggen dat deze reis er in vele opzichten boven uit steekt. Ook heb ik nu kunnen zorgen voor voldoende herinneringen, die ik kan koesteren tot het einde van mijn dagen. Ook heb ik kunnen genieten van het gezelschap van een uitgelezen reisgenootschap, waarmee ik nu al onmiddellijk een nieuw avontuur kan starten: een trip doorheen het binnenland van de Baltische staten.

 

De Baltische staten of Oostzeelanden, ook wel Balticum genoemd, zijn de landen aan de oostkust van de Oostzee. Het zijn van noord naar zuid en in oplopende grootte Estland, Letland en Litouwen.

 

De overtocht neemt ongeveer twee uur in beslag, maar we vervelen ons niet.

 

 

We bereiken Tallin rond even na de middag, zodat we om 13u reeds ons hotel kunnen betrekken. Van hieruit kun je gemakkelijk de bus nemen naar het centrum van Tallin.

Hotel Dzingel is gerieflijk, oud, redelijk gerenoveerd, maar vertoont nog steeds enkele trekjes meegesleurd uit het Sovjet tijdperk: rigiditeit en wantrouwen.

 

 

We worden er vanaf de eerste minuten reeds mee geconfronteerd bij het parkeren van de moto’s en vervolgens bij het inchecken. De nieuwe liften kun je enkel gebruiken met je digitale sleutelkaart, en dan nog enkel naar je eigen verdiep. Via de oude versleten trap echter kom je probleemloos op elk verdiep. Het gelijkvloers wordt hier nog steeds aangeduid als eerste étage.

 

Op mijn kamer doe ik het rustig aan, orden mijn spullen, en werk de blog wat bij.

Even na vieren nemen we de bus naar het oude centrum, 10 minuutjes verderop. Je betaalt gewoon met je creditcard. Opletten dat je niet tweemaal zwaait!

 

 

Tallin is mooi en aangenaam. De prijzen variëren enorm. Je moet dus goed uitkijken als je wat wil verbruiken op kopen.

 

 

Er wonen hier nog veel mensen van Russische oorsprong. De Alexander Nevski kathedraal is dan ook Russisch orthodox. Links in de diepte de Dom van Tallin.

 

 

Dit is een Evangelische kerk met prachtig orgel en uitzonderlijke akoestiek. We hebben net het geluk enkele oefensessies bij te wonen van het concert deze avond.

 

Diner in restaurant Rataskaevu16 met ganse groep behalve Peter, die het ’s avonds liever bij iets heel licht houdt. William en Peter zien al uit naar hun aankomst in Duitsland, wat later op de avond, Ella is nog aan het dobberen.

 

Na het eten splitst de groep zich: Udo en ik keren na het diner terug naar het hotel, Henk wil om 22u in het hotel zijn om de voetbalmatch te zien, en de rest gaat nog wat stappen in Tallinn.

 

 

Dag 21 – Do 11 juli 2024

Rustdag Tallinn

Ik word langzaam wakker wanneer de zon doorheen de verduistering van mijn kamer begint te priemen. Ik hoor hier en daar al activiteit in de andere kamers. Je bent hier niet alleen!

Ik had een goede nacht, maar liep gisteravond toch een lichte verkoudheid op ondanks mijn voorzorgen. Geen erg; ik loop al sedert het begin van deze reis met lichte symptomen, maar heb mijn voorraad van medicatie nog niet moeten aanspreken. Het klimaat is verraderlijk, want in de zon is het bloedheet, wijl in de schaduw de wind erg koud kan blazen.

Het ontbijt is weer eens wat anders. Fruitsap is er niet. Ik start dus met water en brood, … en ‘Echte Boter’.

 

 

We hebben afgesproken om na het ontbijt met de groep een stadswandeling te maken, maar de weersvoorspellingen gooien toch wat roet in het eten. Bovendien is er geen duidelijkheid omtrent de formule, want sommigen zouden dit willen doen met een gids, die dan nog moet gezocht worden, en waarmee dan nog afspraken moeten gemaakt worden. Kortom, Udo en ik vertrekken om 10u naar het centrum, en bezoeken de stadsdelen die gisteren nog niet aan de beurt kwamen.

Vóór WOII was hier een belangrijke Duitstalige gemeenschap. Heel wat namen en monumenten verwijzen hiernaar.

 

 

Grieks–Oekraïense katholieke kerk

 

 

Stadsmuur en torens

 

 

Observatieplatformen

 

NEXTA on X: "⚡️ Estonia announced the expulsion of a Russian diplomat The  country's Foreign Ministry called on #Moscow to "stop hybrid operations"  against #Estonia's security. The Estonian Foreign Ministry has declared

 

Russische ambassade, waar continu actie gevoerd wordt tegen de oorlog in Oekraïene.

 

 

Rechtover de ambassade, in Maiasmokk Kohvik nemen we koffie met een koek.

 

 

Ingewandenmuseum

 

 

Paks Margareta Maritiem museum

 

 

Soprus cinema. Gebouwd in 1955, neoclassicistisch en Sovjetstijl. Vooral festivalfilms van hoge kwaliteit.

 

 

Verder vele mooie hoekjes, die misschien beter tot hun recht komen in een fotoreportage.

Even vóór drieën zijn we weer in het hotel, snakkend naar wat rust.

’s Avonds dineren we in het hotel.

Dag 22 – Vr 12 juli 2024

Tallinn EST > Tartu EST > ca. 220 km